AFPF casus 5

studied byStudied by 0 people
5.0(1)
learn
LearnA personalized and smart learning plan
exam
Practice TestTake a test on your terms and definitions
spaced repetition
Spaced RepetitionScientifically backed study method
heart puzzle
Matching GameHow quick can you match all your cards?
flashcards
FlashcardsStudy terms and definitions

1 / 121

encourage image

There's no tags or description

Looks like no one added any tags here yet for you.

122 Terms

1

5 Hoofdgroepen activiteiten spijsvertering

  1. Opname

  2. Peristaltiek

  3. Vertering

  4. Absorptie

  5. Uitscheiding

New cards
2

hoofdorganen spijsvertering

  • Mond

  • Pharynx

  • Oesphagus

  • Maag

  • Dunne darm

  • Dikke darm

  • Rectum en anus

New cards
3

Hulporganen

  • 3 speekselklieren

  • pancreas

  • hepar

  • galwegen

New cards
4
New cards
5

Ligging peritoneum

Sereus vlies gevormd door pariëtale (buikwand) en viscerale (organen) lagen; kronkelt om de organen heen.

New cards
6

Functie gladde spieren

Peristaltiek, mengt voedsel met verteringssappen en verplaatst voedsel.

New cards
7

Submucose

Bindweefsel met collageen en elastische vezels; verbindt spierlaag met mucosa.

New cards
8

Mucosa

Slijmvlies bestaande uit epitheelweefsel, bindweefsel en gladde spieren.

New cards
9

Slijmvlies functies

Biedt bescherming, uitscheiding en absorptie.

New cards
10

Bindweefsel

Ondersteunt bloed- en lymfevaten.

New cards
11

Zenuwvoorziening spijsverteringskanaal

Bevat sympathische en parasympathische zenuwen, die antagonistische effecten hebben.

New cards
12

Para-sympathische zenuw

Bijvoorbeeld nervus vagus; verhoogt spieractiviteit en kliersecretie.

New cards
13

Sympathische zenuw

T en L zenuwen; verlaagt spieractiviteit en kliersecretie.

New cards
14

Speekselklieren

Glandulae die speeksel produceren; omvat oorspeekselklieren, onderkaakspeekselklieren en ondertongspeekselklieren.

New cards
15

Oorspeekselklieren

Glandulae parotideae, speekselklieren gelegen bij de oren.

New cards
16

Onderkaakspeekselklieren

Glandulae submandibulares, speekselklieren gelegen onder de kaak.

New cards
17

Ondertongspeekselklieren

Glandulae sublinguales, speekselklieren onder de tong.

New cards
18

Samenstelling van speeksel

Bestaat uit water, zouten, amylase, slijm, immunoglobulinen en lysozym.

New cards
19

Functie van speeksel

Helpt bij chemische vertering, smering van voedsel, mondhygiëne, niet-specifieke afweer en smaakperceptie.

New cards
20

Chemische vertering door speeksel

Amylase in speeksel verterend polysachariden naar koolhydraten.

New cards
21

Smering van voedsel

Smaakt voedsel en vergemakkelijkt het slikken.

New cards
22

Mondhygiëne functie van speeksel

Reinigt en smeert de mond.

New cards
23

Niet-specifieke afweer van speeksel

Speeksel bevat immunoglobulinen en lysozym voor afweer.

New cards
24

Smaak en speeksel

Smaakpapillen functioneren alleen bij opgeloste stoffen.

New cards
25

Pharynx (keelholte)

Verdeeld in nasopharynx, oropharynx en laryngopharynx.

New cards
26

Structuur pharynx

Bestaat uit 3 weefsellagen: binnenste (mucosa; meerlagig plaveisepitheel), middelste (bindweefsel), buitenste (onwillekeurige spieren; slikken is een reflex).

New cards
27

Oesophagus (slokdarm)

Voortzetting van pharynx, gelegen achter de luchtpijp en tot aan de maag.

New cards
28

Structuur oesophagus

Bevat 4 weefsellagen: buitenste (elastisch bindweefsel), proximale spierlaag (dwarsgestreept, niet willekeurig), distale spierlaag (glad), binnenste (plaveisepitheel).

New cards
29

Slikmechanisme

Bestaat uit 3 fases na kauwen: orale fase (willekeurig), faryngale fase (reflex), oesofagiale fase (peristaltiek).

New cards
30

Orale fase van slikken

Tong- en wangspieren duwen de spijsbrok in de pharynx.

New cards
31

Faryngale fase van slikken

Reflex en samentrekking spieren duwen spijsbrok in de oesophagus; afsluiting van andere routes.

New cards
32

Oesofagiale fase van slikken

Peristaltiek duwt de spijs

New cards
33

Reflux voorkomen door samentrekken

De onderste oesophageale sfincter trekt samen om reflux te voorkomen.

New cards
34

Aanhechtingen maag aan diafragma

De maag hangt aan het diafragma door het peritoneum.

New cards
35

Hoek van His

Een scherpe hoek die bijdraagt aan de functie van de onderste oesophageale sfincter en refluxpreventie.

New cards
36

Spanning van de onderste oesophageale sfincter

De spanning en de knijpende spieren van het diafragma helpen reflux te voorkomen.

New cards
37

Maag en gerelateerde organen - Voorzijde

Links de linkerleverkwab en de voorkant van de buikwand.

New cards
38

Maag en gerelateerde organen - Achterzijde

Aorta abdominalis, pancreas, milt, linker nier en linker bijnier liggen achter de maag.

New cards
39

Maag en gerelateerde organen - Bovenkant

Boven de maag liggen het diafragma, de oesophagus en de linkerleverkwab.

New cards
40

Maag en gerelateerde organen - Onderkant

Onder de maag liggen het colon transversum en de dunne darm.

New cards
41

Maag en gerelateerde organen - Links

Links van de maag liggen het diafragma en de milt.

New cards
42

Maag en gerelateerde organen - Rechts

Rechts van de maag liggen de lever en het duodenum.

New cards
43

Lagen van de maagwand

De maagwand bestaat uit vier weefsellagen.

New cards
44

Spierlaag van de maag

De spierlaag heeft drie gladde lagen: buitenste longitudinale, middelste circulaire, en binnenste schuine vezels.

New cards
45

Knedende werking van de spierlaag

Door de spierlagen ontstaat een sterke knedende werking.

New cards
46

Mucosa van de maag

De mucosa is een slijmvlies dat glad en geplooid kan zijn, met daaronder de maagklieren.

New cards
47

Functies maagsap

Maaksap heeft verschillende functies zoals het vloeibaarder maken door water, het stoppen van amylase werking door zoutzuur, de vertering van eiwitten door pepsinogeen, absorptie van B12 door de intrinsieke factor, en het voorkomen van beschadiging door slijm.

New cards
48

Water in maagsap

Water maakt het maagsap vloeibaarder, wat de spijsvertering vergemakkelijkt.

New cards
49

Zoutzuur in maagsap

Zoutzuur stopt de werking van amylase, vernietigt micro-organismen, en activeert pepsinogeen.

New cards
50

Pepsinogeen

Pepsinogeen is een enzym dat verantwoordelijk is voor de vertering van eiwitten in de maag.

New cards
51

Intrinsieke factor

Een eiwit dat noodzakelijk is voor de absorptie van vitamine B12 uit het ileum.

New cards
52

Slijm in maagsap

Slijm beschermt de maagwand tegen mechanische en chemische beschadiging.

New cards
53

Functies van de maag

De maag heeft functies zoals tijdelijke opslag van voedsel, chemische vertering van eiwitten, mechanische afbraak, niet-specifieke afweer, en beperkte absorptie van H2O, alcohol en vetoplosbare medicijnen.

New cards
54

Voorbereiding van Fe voor absorptie

De maag speelt een rol in de voorbereiding van ijzer (Fe) voor absorptie tijdens de spijsvertering.

New cards
55

Exocriene pancreas

De exocriene pancreas bestaat uit kwabjes met afvoerkanaal dat uitkomt in de ductus pancreaticus, en produceert pancreassap voor de spijsvertering.

New cards
56

Endocriene pancreas

De endocriene pancreas bestaat uit speciale cellen die hormonen rechtstreeks in het bloed afgeven en zijn verspreid over de pancreas.

New cards
57

Locatie van de lever

De lever ligt in het bovenste deel van de buikholte en beslaat bijna de hele lengte van deze ruimte.

New cards
58

Leverlobje structuur

Een leverlobje heeft een hexagonale vorm; op elk hoekpunt is er een v. portae, a. hepatica en galgangetjes.

New cards
59

Bloedstroom in de lever

Bloed stroomt langs de sinusoïden en komt in contact met levercellen; het gaat vervolgens naar de vena centralis en eindigt in de v. hepatica.

New cards
60

Galstroom richting

De galstroom beweegt in de tegenovergestelde richting naar de bloedstroom via galkanalen, ductus hepaticus sinister en dexter.

New cards
61

Koolhydraatmetabolismefunctie van de lever

De lever reguleert de glycemiewaarde en slaat glycogeen op.

New cards
62

Vetmetabolismefunctie van de lever

De lever zet vetten om in een bruikbare energievorm.

New cards
63

Eiwitmetabolismefunctie van de lever

De lever speelt een belangrijke rol in het metabolisme van eiwitten.

New cards
64

Afbraak van rode bloedlichaampjes

De lever is verantwoordelijk voor de afbraak van rode bloedcellen en draagt bij aan het immuunsysteem.

New cards
65

Detoxificatie functie van de lever

De lever ontgift medicijnen en toxische stoffen.

New cards
66

Inactivatie van hormonen

De lever is betrokken bij de inactivatie van hormonen.

New cards
67

Warmteproductie functie van de lever

De lever produceert warmte.

New cards
68

Uitscheiding van gal

De lever is verantwoordelijk voor de uitscheiding van gal.

New cards
69

Opslagfunctie van de lever

De lever slaat glycogeen, vetoplosbare vitamines (A, D, E, K), ijzer, koper en vitamine B12 op.

New cards
70

Route van galafvoer

Gal stroomt van galkanaaltjes via galkanalen naar ductus hepaticus sinister en dexter, en vervolgens naar ductus hepaticus communis.

New cards
71

Optie 1 voor galafvoer

Gal kan via ductus cysticus naar de galblaas gaan.

New cards
72

Optie 2 voor galafvoer

Gal kan via ductus choledochus naar de ampulla hepatopancreatica (papil van Vater) gaan, die opent naar het duodenum.

New cards
73

Functie galblaas (biliaris/vesica fellea)

Opslag en concentratie van gal door het onttrekken van H2O via de vena cystica.

New cards
74

Uitscheiding gal

Daad van het vrijgeven van opgeslagen gal vanuit de galblaas.

New cards
75

Functie van gal

Belangrijk voor vetvertering; galzuren, gemaakt uit cholesterol, helpen bij het emulgeren van vetten.

New cards
76

Galzuren

Bevatten cholesterol en vetzuren, maken vetten beter opneembaar door ze wateroplosbaarder te maken.

New cards
77

Excretie bilirubine

Afbraakproduct van hemoglobine dat in de lever wordt gekoppeld aan glucuronzuur voor uitscheiding met gal.

New cards
78

Rol van microben in de colon

Zetten bilirubine om in stercobiline,

New cards
79

Gastro-oesofagaele refluxziekte (GORZ)

Het terugvloeien van zure maaginhoud naar de oesophagus, wat leidt tot klachten of beschadiging.

New cards
80

Risicofactoren GORZ

Over/ondergewicht, vrouw, laag inkomen, stedelijk gebied, zwangerschap, hernia diafragmatica, genetisch, nicotine, alcohol, chocola, pepermunt, gekruid en vet eten.

New cards
81

Etiologie GORZ

Multifactoriële oorzaak: verhoogde intra-abdominale druk, verhoogde productie maagzuur, afwijking van mechanische barrière.

New cards
82

Symptomen GORZ

Pyrosis, regurgitatie na maaltijden, heesheid, hoesten, dysfagie, branderig gevoel achter borstbeen.

New cards
83

Complicaties GORZ

Oesofagitis, structuur, Barrett-slokdarm, verhoogd risico op kanker, ijzerdeficiëntie, vitamine B12 tekort door te lage maagzuurremmers.

New cards
84

Gastritis

Ontsteking van het maagslijmvlies, kan acuut of chronisch zijn.

New cards
85

Risicofactoren gastritis

Hogere leeftijd, stoffen die het maagslijmvlies beschadigen, infecties, toegenomen productie maagzuur.

New cards
86

Etiologie gastritis

Infecties, langdurige blootstelling aan alcohol en NSAID, galreflux, auto-immuun.

New cards
87

Symptomen gastritis

Maagpijn, opgeblazen gevoel, oprispingen, misselijkheid, braken, verminderde eetlust.

New cards
88

Diagnostiek gastritis

Klinisch beeld, H. pylori onderzoek, gastroscopie bij melena of hematemesis.

New cards
89

Behandeling gastritis

Leefstijladviezen, medicatie, bloedtransfusie, maagoperatie, AB en maagzuurremmers bij H. pylori.

New cards
90

Complicaties gastritis

Maagbloeding, braken, zwarte ontlasting.

New cards
91

Peptische zweren (ulcus pepticum)

Zweer in maag (ulcus ventriculi) of duodenum (ulcus duodeni).

New cards
92

Etiologie en risicofactoren ulcus pepticum

Hogere leeftijd, H. pylori, medicatie, roken, alcohol, stress.

New cards
93

Symptomen ulcus pepticum

Zeurende maagpijn, vooral 's nachts (duodeni) of na het eten (ventriculi). Opgeblazen, oprispingen, verminderde eetlust.

New cards
94

Alarm symptomen ulcus pepticum

Hematemesis, melena, aanhoudende braken, pijn, koorts.

New cards
95

Diagnostiek ulcus pepticum

Klinisch beeld, gastroscopie en biopt.

New cards
96

Behandeling ulcus pepticum

Genezing van de zweer, preventie van complicaties met protonpompremmers en AB.

New cards
97

Complicaties ulcus pepticum

Gastro-intestinale bloeding, perforatie, obstructie.

New cards
98

Preventie ulcus pepticum

Vermijden van NSAID en bestrijding van H. pylori.

New cards
99

Icturus

Geelzucht, gekenmerkt door gelige verkleuring van huid, oogwit en slijmvlies van de mond.

New cards
100

Oorzaak van Icturus

Te hoog bilirubinegehalte in het bloed, wat leidt tot ophoping in weefsels.

New cards
robot