1/36
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Fasen van de celcyclus bij eukaryoten
celcyclus
interfase
celdeling
celcyclus
duur = afhankelijk van celtype
interfase (def)
voorbereiding op celdeling
interfase
uitvoeren normale functies
voorbereiding op celdeling
S-fase: DNA replicatie
cel groeit in verschillende stappen
DNA-replicase: 8u alle DNA meervuldigen
de cel leeft
S in S-fase?
synthese
wanneer eindpunt de celcyclus?
wanneer de celsplitst en dat duurt 1 uur
cytokinese
wnr 1 celkern → 2 celkernen worden
sluit af en splits af , op in 2 nieuwe cellen
contractiele ring
na samentrekking ring: kleine verbinding tussen 2 cellen
afsnoering laatste verbinding = einde cytokinese
cytokinese (def)
insnoering + verdeling cytoplasma over dochtercellen
Belang van mitose
groei en ontwikkeling
in stand houden van het organisme: afgestorven cellen vervangen
herstel beschadigd weefsel
in stand houden van een soort: bacteriën en eencelligen (klonen)
Mitose: notities
2 identieke dochtercellen
elkaar en oorspronkelijke cellen
diploiden cellen
alle cellen in dubbel voor
2n → 2n en 2n
vaak nrmle groei en herstel
diploïd
een cel met 2 sets chromosomen
2n = 46
in de menselijke cel zitten 46 chromosomen → 23 paren
Haploïd
een cel met 1 set chromosomen
eicellen en zaadcellen bevatten 23 chromosomen
Meiose
Haploide cellen
2n: n en n
niet identieke cellen
stappen Mitose
profase
vroege profase
late profase
metafase
anafase
telofase
Vroege profase : mitose
opvouwing chromosomen in kern zichtbaar
compacte vorm → transcriptie van DNA niet meer mogelijk
vorming spoelfiguur
heeft steundraden
2n= 4 chromosomen
Late profase
kernmembraan vreekt af
overgang nr 2de staduim profase
volledig opgevouwen chromosomen liggen vrij in het cytoplasma
trekdraden hechten zich eraan vast door te binden op de kinetochoren
Metafase
chromosomen liggen in het evenaarsvlak
chromosoom
2 zusterchromatiden die bij elkaar gehouden worden door cohesine-eiwitten ter hoogte van het centromeer
anafase
cohesine-eiwitten breken af → zusterchromatiden komen los
trekdraden verkorten
splitsing → 2 aparte sets chromosomen → 1 pool getrokken
steundraden verschuiven( weg van elkaa) → contact maken in het midden van de cel
asterfiguren weg duwen van elkaar → cel verlengt
Telofas
spoelfiguur → afzonderlijke tubuline-eiwitten + nieuw cytoskelet
groep chromosomen → nieuw kernmembraan
chromosomen ontvouwen zich → transcriptie is mogelijk
nucleolus = zichtbaar + staart aanmaak rRNA om ribosomen te vormen
nieuwe kernen = mitose done
mitose samenvatting
pls bekijk voor de les
Wat is de laatste fase?
de cytokinese
insnoering en verdeling cytoplasma over dochtercellen
contractiele ring
na samentrekking ring: kleine verbinding tussen 2 cellen
afsnoering laatste verbinding= einde cytokinese
belang van mitose
groei en ontwikkeling
in stand houden van organisme: afgestorven cellen vervangen
herstel beschadigd weefsel
in stand houden ven een SOORT: baterien en eencelligen (klonen)
Meiose I inleiding
paring homologe chromosomen
chiasma: uitwisseling DNA = recombinatie
variatie (B)
vorming van gameten
geslachtelijke voortplanting
Meiose I stappen
Belang van meiose
productie haploîde (n) gameten
verkomen progressieve verdubbeling chromosomen
genetische variatie
in stand houden van soort
F1
kernmembraan verdwijnt
vorming van chromosomen : compactheid
centrosoom → 2 centrosomen
2 centrosomen aan de chromosomen
spoelfiguur: trekdraden en steundraden
Chromosomen liggen bij elkaar → vorming van paren ( geheel v 4 chromatide = tetraden)
zo dicht → chiasma(ontstaan knopen) (→ geen identieke dochterchromatide)
breuk → uitwisseling van DNA (kleine stukjes tussen de 2 chromatiden)
(B) voor geslachtelijke voortplanting wnt zorgt voor variatie
F2:
homologe chromosomen paren door trekdraden in evenaars vlak
F3:
verkorten trekdraden → homologe chromosmen uit elkaar (nr aparte kanten)
de hele chromosoom gaat naar aparte kanten
centromeer = heel
F4
celkern vorming + 2 aparte kernmembranen
steundraden langer → cel beetje uit 1 getrokken
cytoskelet: eiwitstructuren die stevigheid geven aan de cel
elke kern volledige chromosomen + haploïd(n) genetisch materiaal
cytokinese
cel in 2 gesplitst
contractiele ring (gevormd) , eiwit structuren
meer en meer sluiten
in het midden
versmalt tot afsplitsing
van de cel in 2
Wat gebeurt er na meiose 1
het kan ontwinden of verder gaan naar meiose 2
startpunt meiose 2
start met haploïde cellen
2 chromatide op 1 chromosoom , niet identiek
F1 M2
afbraak van kernmembraan → chromosomen liggen lost
als DNA ontwonden → dan ga nr chromosomen (compactheid)
2 centrosomen ontstaan rondom
trekdraden en steundraden → spoelfiguur
F2 M2
alleen haploïde cllen
zusterchromatide niet identieke
chromosomen evenaarsvlak door trekdraden (n-chromosomen)
aantal chromosomen verschilt met mitose
F3 M2
centromeer afgebroken → splitsting chromsomen
elke chroùatide nr 1 kant
steundraden verlegen en duwen cel uit
2 haploïde celkernen
F4: cytokinese M2
contractiele ring (eiwitstructuur)
vorming midden
trekt de cel uit elkaar
verschillen en gelijkenissen tussen mitose en meiose
mitose heeft in fase 1 afzonderlijke chromosomen
meiose heeft homologe chromosomen in paren (M1)
MIT: 2 genetisch identieke dochtercellen
MEI: 4 niet genetische identiek dochtercellen