filosofie mens&techniek eindexamen begrippen

0.0(0)
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/75

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

price zn begrippen

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

76 Terms

1
New cards

wezen

Het 'wezen' van de mens verwijst naar wat de mens is. ‘Wezen’ kan op twee manieren worden opgevat, namelijk als essentie en als bestaanservaring.

2
New cards

essentie

Het wezen van de mens als 'essentie' verwijst naar het definiëren van de mens door unieke kenmerken te benoemen vanuit een derdepersoonsperspectief. Deze benadering leidt tot een mensbeeld, Aristoteles’ begrip animal rationale en Decartes’ begrip res cogitans zijn voorbeelden hiervan.

3
New cards

bestaanservaring

Het wezen van de mens als 'bestaanservaring' verwijst naar het beschrijven van de mens door de persoonlijke beleving van het bestaan vanuit een eerstepersoonsperspectief te beschouwen. De filosofieën van Maxine Sheets-Johnstone, Plessner, De Beauvoir en Fanon zijn voorbeelden hiervan.

4
New cards

eerstepersoonsperspectief

Het ‘eerstepersoonsperspectief’ verwijst naar de eigen beleving van onszelf en de wereld. Dit perspectief is volgens empirische wetenschappen niet door derden te verifiëren en daarom niet bruikbaar voor empirisch onderzoek.

5
New cards

tweedepersoonsperspectief

Het ‘tweedepersoonsperspectief’ verwijst naar de manier waarop wij ons verhouden tot andere mensen. In dit perspectief staat onze ervaring van de aanwezigheid van anderen centraal.

6
New cards

derdepersoonsperspectief

Het ‘derdepersoonsperspectief’ benadert de vraag naar de mens door haar van buitenaf te beschrijven aan de hand van objectief waarneembare kenmerken. Het betreft een wetenschappelijke blik die de mens als object bestudeert.

7
New cards

empirisch wetenschappelijke benadering

De ‘empirisch wetenschappelijke benadering’ van de vraag naar de mens onderzoekt het wezen van de mens als essentie door menselijke kenmerken objectief te observeren vanuit een derdepersoonsperspectief.

8
New cards

fenomenologische en existentialistische benadering

De ‘fenomenologische benadering’ onderzoekt het wezen van de mens door de geleefde pre reflectieve ervaring vanuit het eerstepersoonsperspectief te beschrijven. De ‘existentialistische benadering’ benadrukt dat de mens haar wezen bepaalt door de keuzes die zij maakt in relatie tot anderen.

9
New cards

ethische dimensie

De ‘ethische dimensie’ verwijst naar aspect van mensbeelden en bestaanservaringen dat met ‘goed en kwaad’ te maken heeft. Mensbeelden zijn nooit neutraal omdat ze normatieve implicaties bevatten (met uitsluiting van bepaalde groepen mensen tot gevolg), bestaanservaringen bevatten de opdracht om zich tot het bestaan te verhouden.

10
New cards

fenomenologie

Fenomenologie is een filosofische stroming die zich richt op het beschrijven van hoe mensen de wereld en zichzelf direct ervaren, vóórdat reflectie plaatsvindt (pre-reflectieve ervaring). Het benadrukt het begrijpen van de geleefde ervaring vanuit het eerstepersoonsperspectief.

11
New cards

pre-reflectieve gewaardording/ervaring

‘Pre-reflectieve gewaarwording’ verwijst naar de onmiddellijke ervaring zoals die zich voordoet voordat er bewuste reflectie plaatsvindt. Pas wanneer we over deze ervaring nadenken, spreken we van bewuste reflectie.

12
New cards

lichaamsschema

Het ‘lichaamsschema’ verwijst naar de pre-reflectieve vertrouwdheid met de ruimtelijkheid van ons eigen lichaam. Het stelt ons in staat om op een vanzelfsprekende manier te bewegen en onze lichamelijke handelingen als een samenhangend geheel te ervaren.

13
New cards

bewustzijn-lichaam

‘Bewustzijn-lichaam’ is een reactie op Descartes’ (cartesiaans) dualisme, waarin een strikt onderscheid wordt gehanteerd tussen lichaam (res extensa) en geest (res cogitans). Fenomenologie leert ons volgens Sheets-Johnstone dat lichaam en geest een onlosmakelijk eenheid vormen, daarom plaatst Sheets-Johnstone een ‘–’ tussen de twee begrippen.

14
New cards

biologisch determinisme

‘Biologisch determinisme’ is de opvatting dat gedrag volledig wordt bepaald door biologische factoren, zoals genen en natuurlijke processen. Dit geldt volgens Plessner voor planten en dieren, maar niet voor mensen.

15
New cards

excentrische positionaliteit

‘Excentrische positionaliteit’ verwijst naar de onbepaaldheid van mensen: de mens kan als het ware over haar schouder naar zichzelf kijken vanuit een derdepersoonsperspectief (oftewel reflecteren). Daarom kan/moet ze zich bewust tot haar eigen bestaan verhouden en is ze onbepaald.

16
New cards

antropologische wetten

Plessners drie antropologische wetten beschrijven ieder een aspect van excentrische positionaliteit. Omdat excentrische positionaliteit paradoxaal is, zijn de drie wetten ook paradoxaal geformuleerd.

17
New cards

natuurlijke kunstmatigheid

‘Natuurlijke kunstmatigheid’ is Plessners eerste antropologische wet: het idee dat de mens van nature een wezen is dat zich niet volledig door haar natuur laat bepalen maar zichzelf kunstmatig moet vormgeven. We stellen onszelf daarom vragen zoals ‘wie ben ik?’ en ‘hoe wil ik mijn leven inrichten?’.

18
New cards

bemiddelde onmiddelijkheid

‘Bemiddelde onmiddellijkheid’ is Plessners tweede antropologische wet: het idee dat ik niet alleen de wereld ervaar (onmiddelijk), maar tegelijkertijd ook mijzelf die de wereld ervaart (bemiddeld). Daarom kunnen we onze bestaanservaring uitdrukken in een expressie (een geobjectiveerde bestaanservaring), bijv. in een kunstwerk.

19
New cards

utopische standplaats

‘Utopische standplaats’ is Plessners derde antropologische wet: het idee dat de mens een inherent verlangen heeft om boven zichzelf uit te stijgen, maar tegelijkertijd behoefte heeft aan zekerheid en een vaste basis in de wereld (in termen van identiteit).

20
New cards

medewereld

De 'medewereld' verwijst naar de gedeelde wereld die mensen met elkaar en met andere levende wezens delen.

21
New cards

expressie

Een 'expressie' verwijst naar een geobjectiveerde bestaanservaring. De existentialisten De Beauvoir en Fanon benadrukken dat deze expressies niet alleen onze bestaanservaringen uiten, maar deze ook mede vormgeven.

22
New cards

lichaamsschema

In de context van De Beauvoir en Fanon verwijst ‘lichaamsschema’ naar hoe de vertrouwdheid met het eigen lichaam wordt beïnvloed door de blik en interactie met anderen.

23
New cards

metafoor

Een ‘metafoor’ is een beeldspraak waarbij je iets abstracts vergelijkt met iets concreets om het beter te begrijpen. Volgens Lakoff & Johnson sturen metaforen ons dagelijks denken en handelen.

24
New cards

oriënterende metafoor

Een ‘oriënterende metafoor’ is een manier om over iets abstracts te praten door het te vergelijken met een ruimtelijke oriëntatie, zoals boven-beneden. Deze metaforen komen volgens Lakoff & Johnson voort uit hoe ons lichaam zich in de ruimte oriënteert.

25
New cards

ontologische metafoor

Een ‘ontologische metafoor’ is een type metafoor waarbij we iets niet-fysieks (abstracte mentale begrippen) vergelijken met iets fysieks. Het is volgens Lakoff & Johnson een manier om over bijv. gevoelens en gedachten te praten alsof het objecten zijn.

26
New cards

mechanistische metafoor

Een mechanistische metafoor is een manier om de mens te begrijpen door haar te vergelijken met een machine.

27
New cards

historische contigentie

Historische contingentie betekent dat iets afhangt van historische omstandigheden en daarom anders had kunnen zijn, en dus niet universeel is. Volgens Vroon en Draaisma zijn metaforen en de mensbeeld die daaruit volgen historisch contingent en dus niet universeel.

28
New cards

universeel

Universeel betekent dat iets voor iedereen of alles geldt, zonder uitzonderingen of beperkingen. In de context van een mensbeeld zou een universeel mensbeeld een beschrijving zijn van het wezen van de mens die altijd en overal waar is voor alle mensen.

29
New cards

computermetafoor

De computermetafoor is een metafoor waarbij het menselijk denkvermogen wordt vergeleken met de werking van een computer, waarbij de hersenen worden gezien als hardware en het denken als software die informatie verwerkt.

30
New cards

functionalistisch cognitivisme

Volgens het functionalist cognitivisme is de mens haar brein, en functioneert het brein als een computer (informatieverwerkend systeem). Deze stroming omarmt de computermetafoor.

31
New cards

input

Input verwijst binnen de context van de computermetafoor en functionalistisch cognitivisme naar informatie die van buitenaf een systeem, zoals de hersenen of een computer, binnenkomt.

32
New cards

output

Binnen de context van de computermetafoor en het functionalistisch cognitivisme verwijst output naar de reactie of het gedrag dat een systeem, zoals de hersenen of een computer, genereert als resultaat van de verwerking van input.

33
New cards

mentale representatie

Binnen het functionalistisch cognitivisme verwijst een mentale representatie naar een innerlijke 'afbeelding' van de werkelijkheid die in onze geest wordt gecreëerd op basis van zintuiglijke input.

34
New cards

symboolmanipulatie

Symboolmanipulatie verwijst binnen het functionalistisch cognitivisme naar het bewerken of verwerken van mentale representaties van de werkelijkheid door de geest, vergelijkbaar met hoe een computer symbolen manipuleert om taken uit te voeren. Dit is volgens het functionalistisch cognitivisme de kern van het denken.

35
New cards

kunstmatige intelligentie

Kunstmatige intelligentie (KI) verwijst naar het vermogen van computersystemen om taken uit te voeren die normaal menselijke intelligentie vereisen.

36
New cards

productsimulatie

Productsimulatie binnen de kunstmatige intelligentie verwijst naar het nabootsen van het uiteindelijke resultaat van menselijk denken, zonder noodzakelijkerwijs de menselijke manier van denken of de processen in het brein te imiteren.

37
New cards

processimulatie

Processimulatie binnen de kunstmatige intelligentie verwijst naar het proberen na te bootsen van de menselijke manier van denken.

38
New cards

connectionisme

Het connectionisme is een benadering binnen het onderzoek naar kunstmatige intelligentie die menselijke cognitie probeert na te bootsen (processimulatie) door middel van neurale netwerken.

39
New cards

neuraal netwerk

Neurale netwerken kunnen zelfstandig leren door naar veel voorbeelden te kijken, waardoor ze steeds beter worden in het herkennen van patronen. Volgens het connectionisme functioneert het menselijk brein als een neuraal netwerk en kunnen we neurale netwerken digitaliseren om zodoende een kunstmatige intelligentie in de vorm van processimulatie te creëren.

40
New cards

embodied

Embodied cognition stelt dat ons brein in een lichaam zit met zintuigen en de mogelijkheid tot bewegen, wat een specifieke ervaring van onszelf en onze omgeving veroorzaakt. We zijn dus niet alleen ons brein.

41
New cards

embedded

Embedded cognition benadrukt dat ons denken niet alleen is belichaamd, maar ook is ingebed in een natuurlijke en sociale omgeving.

42
New cards

extended

Extended cognition beargumenteert dat ons denkvermogen zich uitstrekt buiten ons lichaam en dat externe hulpmiddelen daadwerkelijk onderdeel uitmaken van onze cognitie. Deze hulpmiddelen noemen we ‘cognitieve extensies’.

43
New cards

cognitieve extensies

Cognitieve extensies zijn de externe hulpmiddelen die we gebruiken om ons denkvermogen te uit te breiden buiten ons biologische lichaam. Deze cognitieve extensies, zoals notitieboekjes of rekenmachines, worden onderdeel van onze denkprocessen (hoort bij extended cognition).

44
New cards

enactive

Enactive cognition stelt dat cognitie en bewuste ervaring voortkomen uit de dynamische interactie van ons belichaamde lichaam met de omgeving. Denken wordt gezien als een handeling van het bewegende, voelende lichaam in interactie met de omgeving, waarbij het organisme de wereld kent door actief met haar om te gaan.

45
New cards

sensomotorisch lichaam

Het sensomotorisch lichaam verwijst naar het lichaam zoals het de wereld ervaart door middel van zintuigen en erop reageert door middel van beweging. Dit lichamelijke ervaren en handelen vormt de basis voor ons bewustzijn en onze kennis, en gaat vooraf aan bewuste reflectie.

46
New cards

natural born cyborg

Volgens Clark zijn wij van nature tweeslachtige wezens, deels mens van vlees en bloed en deels technologie, en worden we geboren als een mens-technologie hybride, vergelijkbaar met Plessners idee dat we van nature kunstmatig zijn.

47
New cards

interface

Een interface verwijst naar het contactpunt/schakel waarmee een mens met een technologie communiceert. Clark stelt dat de omgang met intelligente computertechnologieën het beste werkt wanneer de manier van communiceren natuurlijk aanvoelt, waardoor de interface onderdeel wordt van de achtergrond van ons handelen.

48
New cards

dynamische apparaten

Dynamische apparaten zijn technologieën die, terwijl ze gebruikt worden, actief proberen te leren over de gebruiker en zich beter op haar af te stemmen. Clark ziet de combinatie van deze apparaten met transparante technologieën als een belangrijke ontwikkeling richting een cognitieve symbiose tussen mens en technologie.

49
New cards

decentreren

In de context van de introductie van nieuwe technieken beschrijft decenteren de fase waarin gebruikers zich aanvankelijk vreemd voelen ten opzichte van de nieuwe technologie en de wereld die daardoor toegankelijk wordt. Tijdens deze periode ervaren mensen een gevoel van desoriëntatie en staan ze 'buiten' hun gebruikelijke waarnemingskader in relatie tot de technologie.

50
New cards

recentreren

Na de periode van decentrering volgt recenteren, waardoor de nieuwe techniek eigen wordt gemaakt en 'ingelijfd' wordt in de leefwereld van de gebruiker. Door dit proces vindt er een heroriëntatie plaats waarbij de gebruiker zichzelf weer als middelpunt van een concrete situatie ervaart, zij het met een veranderd perspectief dat door de technologie is beïnvloed.

51
New cards

culturele normaliseringsmachine

Een 'culturele normaliseringsmachine' verwijst naar instituties zoals kermis en theater die, hoewel ze vaak gezien worden als plaatsen van ontsnapping, in feite werken om nieuwe, vaak door technologie veroorzaakte ervaringen en perspectieven cultureel eigen te maken en te integreren in de gangbare zintuiglijkheid.

52
New cards

echoscopie

Echoscopie is een manier om met geluidsgolven in het lichaam te kijken, zoals naar een baby in de buik van de moeder. Deze techniek laat een soort plaatje zien van de baby voordat die geboren is.

53
New cards

de foetus als persoon

De foetus als persoon Door echoscopie lijkt de baby op het plaatje een eigen individu te zijn, los van de moeder. Hierdoor gaan ouders de ongeboren baby zien als een apart persoon.

54
New cards

de foetus als patiënt

Echoscopie laat zien of de baby misschien iets mankeert, waardoor de baby gezien kan worden als iemand die medische zorg nodig heeft. De echo verandert de ongeboren baby in een mogelijke patiënt waarover beslissingen genomen moeten worden.

55
New cards

humanisme

Het humanisme beschrijft de mens als een redelijk wezen met zelfbewustzijn, een eigen wil en de vrijheid om zelf keuzes te maken. Volgens De Mul verandert deze identiteit onder invloed van onze omgang met techniek.

56
New cards

speculatieve antropologie

Speculatieve antropologie is De Muls benadering die niet zozeer beschrijft hoe de mens zich tot nu toe heeft ontwikkeld, maar speculeert over het toekomstige wezen van de mens op basis van technologische ontwikkelingen.

57
New cards

zwermgeest-scenario

Schetst een beeld van de mens die samen met andere mensen en computers een soort superbrein vormt, gedacht vanuit ontwikkelingen in de neurotechnologie. Dit scenario beoogt de menselijke cognitie op een hoger plan te brengen door technologische supplementen en kan ook worden aangeduid als het extra-humanistische of cyborg-scenario.

58
New cards

alien-scenario

Het alien-scenario is gericht op de ontwikkeling van nieuwe levensvormen door genetische modificatie van de mens, gedacht vanuit ontwikkelingen in de biotechnologie. Dit transhumanistische scenario kan leiden tot een fundamentele transformatie van de menselijke levensvorm voorbij de huidige mens, met mogelijke onomkeerbare ingrepen in ons biologisch bouwplan.

59
New cards

zombie-scenario

Het zombie-scenario beschrijft hoe de mens door de omgang met robots en kunstmatige intelligentie zal transformeren, gedacht vanuit ontwikkelingen in de robotica. Dit posthumanistische en postbiologische scenario richt zich op de creatie van geheel kunstmatige levensvormen die niet gebaseerd zijn op koolstofchemie, maar op andere grondstoffen zoals silicium.

60
New cards

ecologisch denken

Ecologisch denken houdt volgens Morton in dat we onszelf zien in verbondenheid met allerlei andere levende wezens, en dat er geen scherpe grens is tussen mensen en andere levende wezens.

61
New cards

antropocentrisch denken

Antropocentrisch betekent dat je de mens als het belangrijkste in de wereld ziet en dat je de wereld vooral vanuit een menselijk standpunt bekijkt en beoordeelt. Dit houdt in dat menselijke waarden, belangen en de menselijke manier van zijn als de norm worden beschouwd, vaak ten koste van andere perspectieven, zoals dat van dieren.

62
New cards

mesh

Mesh is een begrip van Timothy Morton dat de onderlinge verbondenheid van alle levende en niet levende dingen beschrijft. Het idee is dat alles met elkaar verbonden is, waardoor er geen duidelijke afbakening is tussen een achtergrond en een voorgrond in de wereld.

63
New cards

plantenneurobiologie

Plantenneurobiologie is een specialisatie binnen de plantkunde die onderzoekt hoe planten denken en informatie verwerken, vergelijkbaar met dieren en mensen. Het laat zien dat planten zintuiglijke vermogens hebben en met elkaar communiceren via chemische en elektrische signalen, en in die zin niet verschillen van mensen.

64
New cards

spiegeltest

De spiegeltest is een methode die in wetenschappelijk onderzoek wordt gebruikt om te bepalen of een dier zelfbewustzijn bezit door te kijken of het zichzelf kan herkennen in een spiegel. Het al dan niet slagen voor deze test wordt door sommige wetenschappers gezien als bewijs dat een dier een bewustzijn van zichzelf heeft en mogelijk het perspectief van anderen kan innemen (Despret geeft hier kritiek op).

65
New cards

actor

Een actor is niet alleen een mens, maar alles wat invloed kan uitoefenen of iets in beweging kan zetten binnen een netwerk van relaties. Dit kan dus ook een dier of een ding zijn.

66
New cards

actor-netwerktheorie (ANT)

Dit is een manier van kijken naar de wereld die stelt dat handelingen ontstaan door samenwerkingen van verschillende actoren, zowel mensen als niet-menselijke dingen. De theorie benadrukt dat invloed en actie verdeeld zijn over dit netwerk.

67
New cards

handeling (action)

Een handeling wordt in deze context niet gezien als iets dat alleen door een persoon wordt gedaan, maar als iets dat verspreid is over alle betrokken actoren in een netwerk. Het is wat ervoor zorgt dat dingen gebeuren of veranderen.

68
New cards

parlement van de dingen

Dit is een idee van Latour om een soort plaats te creëren waar ook niet-menselijke actoren een stem zouden hebben in beslissingen die hen aangaan. Het is een manier om rekening te houden met de belangen van dingen die normaal niet gehoord worden in de politiek.

69
New cards

niet-bewuste cognitie

Dit verwijst naar het idee dat ook niet-levende dingen een vorm van 'denken' kunnen hebben, zonder dat ze zich daarvan bewust zijn. Het gaat om manieren waarop dingen reageren op hun omgeving.

70
New cards

distributie

Dit betekent dat denken of invloed niet op één plek zit, zoals alleen in het menselijk brein, maar verdeeld is over verschillende actoren en mogelijk ook de omgeving. Kennis en handelen kunnen verspreid zijn.

71
New cards

intra-actie

Intra-actie is anders dan interactie; het is het idee dat de dingen die met elkaar in contact komen niet al van tevoren los van elkaar bestaan, maar dat ze juist ontstaan en hun grenzen vormen tijdens de interactie zelf. Het benadrukt dat onderzoek en observatie de grenzen tussen objecten, onderzoekers en concepten actief vormgeven.

72
New cards

algoritme

Een algoritme is een reeks duidelijke instructies of regels die stap voor stap gevolgd moeten worden om een bepaald doel te bereiken, vaak gebruikt om data te verwerken of beslissingen te nemen.

73
New cards

techno-humanisme

Techno-humanisme is een denkwijze die gelooft in het verbeteren van de mens met behulp van technologie, maar die in theorie nog steeds de vrije wil van de mens centraal stelt. Het zoekt naar manieren om menselijke verlangens te hervormen en te beheersen.

74
New cards

dataïsme

Dataïsme is de overtuiging dat het universum uit informatie bestaat en dat alles, inclusief de mens, kan worden uitgedrukt in data en begrepen als een algoritme. Volgens deze visie hebben mensen en andere levende wezens geen intrinsieke waarde, maar zijn ze systemen die informatie verwerken.

75
New cards

het else

Het else verwijst naar datgene in de mens wat niet in data te vangen is: het andere, het vreemde, het spontane. Het is het niet-kwantificeerbare surplus dat ontstaat in de spanning tussen data en de werkelijkheid, en het kan ruimte geven voor reflectie en betekenisgeving.

76
New cards

karikaturale profielen

Dit zijn vereenvoudigde en overdreven voorstellingen van mensen die zijn gebaseerd op data, vaak zonder de nuances en complexiteit van de werkelijkheid weer te geven. Ze kunnen ontstaan doordat niet alles van een mens zichtbaar of meetbaar is in data.