Studied by 23 people
abruptly
ineens, plotseling
adaptive
past zich aan, adaptief
affectionately
liefdevol
aggregate
samenvoegen
apologetic
verontschuldigen
assert her-/himself
voor jezelf opkomen
be associated with
geassocieerd worden met, in verband brengen met
be in control of
de leiding hebben over
be full of her-/himself
vol zijn van jezelf
being in good company
in goed gezelschap zijn
bursting with confidence
barsten van vertrouwen
captivate
boeien, betoveren
come across
overkomen als
committed to
toegewijd aan
compatible
bij elkaar passend, geschikt
dishonestly
oneerlijk
drive
motivatie, doorzettingsvermogen
flourish
bloeien, gedijen
genuine
oprecht
grit
vastberadenheid, doorzettingsvermogen
harshly
streng, hard
hypocritical
hypocriet, schijnheilig
ignorance
onwetendheid
innocence
onschuld
intellectual
intellectueel
knowledgeable
deskundig
limitations
beperking
mind-wandering
afdwalen van gedachten
open up
een boekje open doen
overwhelming
overweldigend
panacea
wondermiddel
perception
beeld, perceptie
persistent
aanhoudend
practically
praktisch
practise restraint
zelfbeheersing kennen, terughoudend zijn
qualification
diploma, kwalificatie
quick-witted
gevat
rational
rationeel, logisch
readily
(ge)makkelijk, direct
reception
ontvangst
regard
beschouwen, bekijken
rudeness
onbeschoftheid
savour
koesteren, genieten (van)
self-centerd
egocentrisch
self-esteem
zelfrespect
sense
aanvoelen
sensibility
gevoeligheid
sincerity
oprechtheid
stance
houding
stand up to
in opstand komen, zich ergens tegen verzetten
strong point(s)
sterke kant
superficial
oppervlakkig
supportive
(onder-)steunend
surrender
inleveren
tenet
grondbeginsel
thrive
gedijen
unreasonable
onredelijk
willingly
graag, vrijwillig
willpower
wilskracht
Note 
Flashcard (20)