Kwalitatieve hoorcolleges TOE

comprehension

begrijpen wat er wordt gevraagd

retrieval

ophalen/terughalen van de info die wordt gevraagd

judgement

welk deel wil ik vertellen. welke details

response

wat ga ik delen, wat is sociaal wenselijk of privé

doorknob effect

einde van het interview pas echt belangrijke informatie delen

eliciterende respons

uitlokken van antwoorden

probes

manieren om een reactie uit te lokken zoals vragen, stiltes reflecteren

prompt

reactie uitlokken door nieuwe onderwerpen (topic list)

complete participant

participerend en covert

participant observer

participerend en overt

covert observer

niet participerend en covert

primary observaties

dag, tijd, locatie, actoren, gebeurtenissen

secundary observaties

opmerkingen over gedane observaties van anderen

experiental data

over eigen gevoelens, emoties en reflecties

macro-sociale fenomenen

niets kunnen zeggen over bijv. nl omdat we Nederlands zijn

manifest

feitelijk aanwezig, objectief, zichtbaar, duidelijk

latent

interpretatie nodig van onderliggende componenten, diepere betekenis

etnografisch onderzoek

per definitie data-triangulatie

attribute codes

demografische info

index codes

grote delen data, brede/generieke topics

analytic codes

beschrijvende betekenis van specifieke stukken data

sensitizing concepts

concepten uit de literatuur die mogelijk onderdeel zijn van de onderzoeksvraag

a priori codes

codes die worden opgesteld voor data verzameling, hoe we denken dat de sensitizing concepts zullen voorkomen in de data

open coderen

data reduceren, overzicht creëren, codes toekennen, gegevens analytisch splitsen

context

bepalen wat een betekenisvol geheel vormt

content

vangt de inhoud, denkt de open code wat de respondent bedoelt

coverage

elk aspect moet afgedekt zijn met codes, eventueel meerdere codes

axiaal coderen

hoofd- en subcodes maken, structuur aanbrengen

selectief coderen

onderzoeksvraag beantwoorden, model bouwen, puzzel oplossen

theoretische saturatie

data blijven verzamelen totdat er geen nieuwe info meer bij komt

categorisatiematrix

enkele thema’s uit eerdere theorieën die je verwacht te vinden

rigor/trustworthiness

kwaliteit van onderzoek

credibility

plausibel, geloofwaardigheid, representeert de werkelijkheid (interne validiteit)

confirmability

niet beinvloed door onderzoeker (objectiviteit)

transferability

kan het worden vertaal naar andere context (externe validiteit)

theoretical sampling

tijdens onderzoek steekproef uitbreiden door selectief mensen te selecteren die info versterken

persoonlijke reflexiviteit

introspectie, heb ik voor de antwoorden gezorgd?

epistemologische reflexiviteit

methodologisch, wat heeft gezorgd voor deze antwoorden

pseudo intimacy

respondent deelt dingen die die niet had willen delen vanwege andere verwachtingen

script deviation

respondent deelt te persoonlijke dingen die niet relevant zijn voor onderzoek

undue intrusion

participant zo min mogelijk willen vragen, alleen wat nuttig is voor het onderzoek

utilitarian

focus op consequenties van acties, afwegen kosten en baten (gericht op acties)

universalism

kijken naar altijd en overal geldende regels (gericht op acties)

virtue ethics

goede mensen doen goede dingen (persoonsgericht)

relational ethics

matchsverhouding, moet iemand goede voorbeeld geven (persoonsgericht)

casuitry

afgaand op eerdere beslissingen (casus gericht)

convergent parallel design

QUAL + QUAN (meerdere aspecten van 1 onderzoeksvraag)

Explanatory sequential design

QUAN → QUAL na de ene ontwikkel je de ander

exploratory sequential design

QUAL → QUAN na de ene ontwikkel je de ander

Embedded design

QUAL + quan of QUAN + qual (1 van de twee is ondergeschikt)

interpretive consistency

conclusies sluiten aan op bevindingen

theoretical consistency

conclusies passen bij bestaande theorieën

interpretive agreement

iedereen kijkt met ander subject, maar toch komen ze op dezelfde conclusies

interpretive distinctiveness

geen logische verklaring voor bevindingen

intergrative afficacy

beide methode van mized-methods dragen bij aan conclusies

sondes

responsieve vragen om meer te weten te komen over wat er is opgeworpen

verhelderende prompts

termen verduidelijken, details en reeksen verduidelijken en inconsistenties aanpakken

eliciteren

verzamelen (uitlokken) an reacties op verschillende manieren (probes)

scope creep

ongewild verleggen van de focus van het onderzoek, waardoor de dataverzameling gericht en doelmatig blijft

subjectivity statement

wat breng jij als onderzoeker mee naar het onderzoek

triangulatie van data

bijvoorbeeld secundaire literatuur gebruiken, meerdere bronnen

triangulatie van methode

bijvoorbeeld survey’s en interviews

triangulatie van onderzoeker

meerdere onderzoekers die het onderzoek uitvoeren

triangulatie van theorie

een probleem vanuit verschillende standpunten benaderen

in-vivocodes

rechtstreeks overgenomen taal vanuit het onderzoeksveld

inductieve analyse

geen theorie vooraf, theorie wordt ontwikkeld op basis van data

deductieve analyse

begin is een bestaande theorie, er worden hypothese of voorspellingen gemaakt, deze worden getest door data-analyse

decoderen

ontdekken wat er bedoeld wordt

encoderen

een label geven

bottom up

inductief redeneren door sensitizing concepts, theorie vormen

top down

deductief redeneren door categorization matrix, testen van theorie

member check

onderzoeker legt bevindingen voor aan betrokkenen om te controleren of ze zich herkennen in de interpretatie

auditproef

alle belangrijke beslissingen worden bijgehouden (transparantie)

empirische generalisatie

kwalitatieve onderzoek studies generaliseren naar populaties breder dan de specifieke steekproef

theoretische generalisatie

generen van theorieën waarvan wordt aangenomen dat ze breder toepasbaar zijn

representatieve generalisatie

kunnen generaliseren naar de populatie waaruit de steekproef is getrokken

inferentiele generalisatie

kunnen bevindingen of aanvullende verschijnselen worden gegeneraliseerd naar andere contexten buiten de steekproef

realisme

objectieve onafhankelijke werkelijkheid, die buiten het menselijk bewustzijn is

nomothetische kennis

algemene wetmatigheden of universele principes

idealisme

werkelijkheid wordt gevormd door bewustzijn (wat je niet ziet is er niet)

kritisch realisme

combinatie van realisme en idealisme