500 woorden - Buitenlandse Politiek

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/30

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

31 Terms

1
New cards

Apartheid

Systeem van rassenscheiding zoals dat tussen 1948 en 1990 bestond in Zuid-Afrika en het huidige systeem in Namibië. De zgn. ‘kleine apartheid’ slaat op de scheiding van etnische groepen in het openbaar vervoer, scholen, parken e.d.; de zgn. ‘grote apartheid’ slaat op het systeem van de thuislanden of ‘bantoestans’, regio’s in Zuid-Afrika die aan zwarte bevolkingsgroepen waren toegewezen.

  • Zuid-Afrika werd vanaf de jaren 1980 door de internationale gemeenschap geboycot wegens deze politiek van segregatie.

2
New cards

Arabische lente

Naam voor de reeks revoluties in Arabische landen, die zowel politieke als economische hervormingen beoogden. De revoluties startten in 2011 en brachten in Tunesië, Egypte, Libië en Jemen dictatoriale regimes ten val. In andere landen waaronder Syrië, woedt sinds maart 2011 burgeroorlog.

3
New cards

Balkanisering

Uiteenspatten van staten waarin verschillende volkeren samenleven. In de Balkan vond deze evolutie plaats in het begin en op het einde van de 20ste eeuw (de zgn. Balkanoorlogen, waardoor de staat Joegoslavië uiteindelijk in kleinere staten uiteenviel). Het proces ging vaak gepaard met etnische conflicten of zuiveringen.

4
New cards

Bananenrepubliek

Spottend gebruikte, ietwat verouderde bijnaam van (vooral) Latijns-Amerikaanse landen die in de 20ste eeuw werden geassocieerd met bananenproductie, staatsgrepen, armoede, onderontwikkeling, populisme, dictatuur, enz.

5
New cards

Bloeddiamant

Ook wel ‘conflictdiamant’ genoemd. Diamant afkomstig uit een conflictgebied, bv. uit Midden-Afrika. De term werd gelinkt aan de bloedige burgeroorlog in Sierra Leone, waarbij de opbrengst van de diamantenverkoop gebruikt werd om rebellen te bewapenen. De controle op de werkomstandigheden bij de ontginning, evenals op de opbrengsten, laten veelal te wensen over.

6
New cards

Eurocraat

Informele en vaak ook pejoratieve benaming voor een ambtenaar die werkt voor een van de instellingen van de Europese Unie. De term verenigt het element ‘euro’ met ‘bureau’- en/of ‘technocraat. Omdat de Europese ambtenaren vooral in Brussel en de randgemeenten resideren en over een hoog inkomen beschikken, zouden ze er de prijzen van huur- en koopwoningen de hoogte in drijven (zie ook ‘gentrificatie’). Een variante van deze term is ‘eurocratie’, een begrip dat meer slaat op de (politieke) macht van de EU-instellingen.

7
New cards

Failing state

Ook ‘failed state’ . Staat die (grote delen van) zijn grondgebied niet meer beheerst en de veiligheid van zijn burgers niet meer kan garanderen. Als type-voorbeeld wordt meestal Somalië sinds de jaren 1990 aangehaald, waar de macht grotendeels in handen viel van warlords of krijgsheren. Andere factoren die een ‘failed state’ kunnen typeren o.a. de terreur van (para)militaire groeperingen, (georganiseerde) criminaliteit, corruptie en een zwakke rechtsstaat.

8
New cards

Fluwelen revolutie

Naam gegeven aan de geweldloze revolutie die in 1989 een einde maakte aan het communistische regime in het vroegere Tsjecho-slowakije. De term wordt nu ook gebruikt om andere vreedzame omwentelingen te benoemen.

9
New cards

Gedoogregering

Minderheidsregering die niet over een parlementaire meerderheid beschikt, maar op bepaalde beleidsterreinen gesteund wordt door een partij uit de oppositie, een zgn. gedoogpartij. Gedoogregeringen zijn enigszins kunstmatige (nood)constructies en daarom vaak niet erg stabiel. Voorbeeld van een gedoogregering was het Nederlandse kabinet-Rutte-Verhagen (2010-2012), dat gedoogsteun ontving van de Partij voor de Vrijheid (PVV) van Geert Wilders.

10
New cards

Glasnost

Naar het Russische begrip voor ‘openheid’: politiek van Sovjetleider Michail Gorbatsjov (1985-1991), waarbij de pers vrijer werd en mistoestanden openlijk aangeklaagd konden worden. Gorbatsjovs politiek leidde uiteindelijk tot de ineenstorting van het communistische systeem in de Sovjet-Unie, o.a. doordat de verscheidene etnische groepen meer autonomie begonnen te claimen. In 1991 leidde dat tot de oprichting van 15 onafhankelijke staten, waaronder Rusland, Oekraïne en de Baltische Staten.

Het begrip wordt in recente publicaties in de algemene betekenis van ‘openheid’ gebruikt.

11
New cards

Goelag

Naar de Russische term voor ‘werkkamp’: strafkamp dat het communistische bewind in het voormalige Sovjet-Unie gebruikte om o.a. politieke tegenstandersherop te voeden’. De levensomstandigheden waren vaak erbarmelijk en de gevangen werden veelal als dwangarbeiders ingezet. De term ‘goelagarchipel’ is een metafoor voor de reeks ‘eilanden’ ban strafkampen in Siberië tijdens de dictatuur van Jozef Stalin.

12
New cards

Intifada

Naar de Arabische term ‘afschudden’: naam van een tweetal soms gewelddadige protestgolven van de Palestijnse bevolking tegen door de VN als onrechtmatig beschouwde Israëlische bezetting en kolonisering van de Westelijke Jordaanoever.

  • Tegenwoordig wordt er vooral tegen de muur tussen Israël en de Palestijnse gebieden geprotesteerd.

13
New cards

Jihadisme

Naar het Arabische jihad’ (inspanning, streven). Oorspronkelijk: strijd tegen innerlijke verleidingen en externe vijanden in het islamitische geloof. In het actuele politieke taalgebruik: ideologische opvatting en (eventueel gewapende) strijd - de zgn. ‘heilige oorlog’ - van extremistische moslims tegen ‘ongelovigen’. De opvatting is wereldwijd verspreid en baart o.a. veiligheidsdiensten zorgen. De term ‘Jihadi(-strijder)’ komt dan ook regelmatig voor in de media.

14
New cards

Joe the Plumber

Letterlijk ‘Joe de loodgieter’, naar het beroep van een reëel bestaand persoon die tijdens de presidentsverkiezingen van 2008 door de beide kandidaten (Obama - McCain) gebruikt werd als archetype van de ‘gemiddelde Amerikaan’, op de hoede voor de belastingvoorstellen van beide kandidaten. De strijd om de ‘middenkiezer’ - ook weleens met andere informele termen als ‘Joe Sixpack’ of Plain Jane’ aangeduid - is traditioneel bij elke verkiezing belangrijk, en presidentskandidaten beklemtonen dan ook voortdurend dat ze de belangen van de middle class behartigen.

15
New cards

Kiesmannen

Informele term voor het Electoral College dat in de VS formeel de president kiest. Tijdens de presidentsverkiezingen worden inderdaad slechts de leden van dit college gekozen. Het aantal ‘kiesmannen’ per staat is evenredig aan het bevolkingsaantal van die staat, volgens de zgn. meerderheidsstelsel (het winner takes all-principe). Het meerderheidssysteem zorgt er soms voor dat een kandidaat met in totaal minder individuele stemmen toch president wordt, zoals George W. Bush in 2000, ten nadele van zijn opponent Al Gore.

16
New cards

Non-proliferatie

Naar het Engelse ‘proliferation’ (hier: verspreiding): beperken van de verspreiding van iets. In politieke context heeft de term betrekking op nucleaire (evt. ook biologische en chemische) wapens. Het (nucleair) non-proliferatieverdrag uit 1968 stelt het tegengaan van de verspreiding van nucleaire wapens voorop, samen met ontwapening, controle van installaties en het recht om kernenergie te gebruiken voor vreedzame toepassingen.

Het werd niet getekend door India, Pakistan en Israël. Noord-Korea zegde het verdrag op en test regelmatig kernwapens uit, Iran beweert slechts te streven naar vreedzaam gebruik, maar wordt er door westerse staten van verdacht nucleaire wapens te ontwikkelen.

17
New cards

Oligarchen

In de context van de Russische politiek: kleine geprivilegieerde en gesloten klasse van zakenlui die na de implosie van de Sovjet-Unie heel snel miljardair werden en ook vaak politieke macht verwierven. Omdat deze zakenlui connecties hadden met het staatsapparaat, profiteerden ze van de politieke chaos en de markthervormingen om zo eigenaar te worden van grote staatsbedrijven. De term ‘oligarch’ werd nadien een synoniem voor een ambitieuze, soms protserige miljardair.

18
New cards

Oranjerevolutie

Revolutie die tijdens de presidentsverkiezingen van 2004 in Oekraïne losbrak. De demonstranten hadden het gemunt op de dictatoriale zittende president, Leonid Koetsjma, en zijn protegé en presidentskandidaat, Viktor Janoekovitsj, die van verkiezingsfraude beschuldigd werd. Oranje was de kleur van de democratische oppositie. De revolutie slaagde, maar achteraf ontstonden ernstige breuken tussen de leiders van de oppositiebewegingen. In 2010 werd de pro-Russische Janoekovitsj dan toch president.

19
New cards

Perestrojka

Naar de Russische term voor herstructurering: naam van de hervormingspolitiek van Sovjetleider Michail Gorbatsjov (1985-1991), met als doel o.a. de mank lopende planeconomie, de corruptie en de geldverslindende bewapeningswedloop tegen te gaan via een politiek van openheid (‘glasnost’), ontwapening en politieke hervormingen.

De term ‘perestrojka’ wordt sindsdien soms gebruikt in een algemene betekenis, waarin het staat voor een hervromingsbeleid.

20
New cards

Primaries

Amerikaanse voorverkiezingen, waar de burgers die bv. als Republikein of Democraat geregistreerd staan, een presidentskandidaat mogen kiezen uit de eigen partij. In een eerste fase stemmen deze kiezers op een afgevaardigde uit de staat waar zij wonen. Deze afgevaardigden stemmen op de uiteindelijke partijconventie op een presidentskandidaat die de uiteindelijke strijd met de kandidaat van de andere partij zal aangaan.

Hoewel de voorverkiezingen slechts het beginpunt vormen van een lange, uitputtende ‘race naar het presidentschap’, wordt er in de media toch veel belang aan gehecht: uiteindelijk gaat het om de verkiezing van een van de machtigste politici ter wereld.

21
New cards

Salafisme

Naar het Arabische salaf’ (o.a. voorouders, vroegere generatie): puriteinse stroming binnen het islamitische geloof die een strikte interpretatie en naleving van wetten uit de ontstaansperiode van de islam voorstaat. De term wordt in de media meestal gebruikt in de context van de prediking van het salafisme in sommige moskeeën. Er is een zekere verwantschap met het wahabisme, de officiële staatsideologie van Saoedi-Arabië. Salafisten wijzen integratie in westerse samenlevingen af.

22
New cards

Saloncommunisme

Pejoratief begrip: het communisme zoals dat als het ware in de chique salons wordt verdedigd door personen die duidelijk niet uit een arbeidersmilieu komen en er eigenlijk weinig affiniteit mee vertonen.

23
New cards

Sektarisme

Naar het Latijnse ‘sequi’ (volgen): neiging tot het volgen van een leider of stichter die zich in een aantal gevallen afscheidde van een (veelal religieuze) ideologie. Kenmerkend o.a. de verabsolutering van een deelwaarheid, de overtuiging de enig juiste waarheid te kennen, het verbreken van de solidariteit met de vroegere gemeenschappelijke ideologie enz. Verder zijn indoctrinatie en soms verregaande financiële verplichtingen bron van kritiek.

De term wordt in het Westen vooral in pejoratieve zin gebruikt; in de Arabische wereld en in Zuid-Azië wordt het begrip meestal neutraler gebezigd om te spreken over bv. verschillende stromingen in de islam (soennieten, sjiieten, ismaëlieten…) of in het hindoeïsme.

24
New cards

Soft power

Vorm van politiek waarbij men meestal in termen van win-winsituaties en diplomatiek overleg denkt, eerder dan aan gewelddadige confrontaties. Soft power kan geassocieerd worden met de ‘duiven’ in de politiek, in tegenstelling tot het beleid van de ‘haviken’. De EU wordt met haar uitbreidings- en integratiebeleid vaak als een voorbeeld gezien.

25
New cards

Talibanisering

Recente uitdrukking waarmee waarnemers de groeiende invloed van de taliban in een aantal Afghaanse en Pakistaanse provincies aanduiden, meer in het bijzonder de gedwongen strikte toepassingen van een strenge interpretatie van de islam.

‘Taliban’ is Pathaans voor studenten die gerekruteerd werden en worden in Koranscholen of madrassa’s. Na de terugtrekking van de Sovjets in 1988 vormden de taliban guerillatroepen die vanaf 1996 grote gebieden in Afghanistan onder controle kregen. Ze voerden er de strenge islamitische wetgeving, de zogenaamde Sharia, in. In de discussies over ontwikkelingen in wijken waar veel moslims wonen, wordt de term soms in een veel ruimere, pejoratieve en provocerende betekenis gebruikt. Vaak wijst men dan op de toenemende invloed van radicale strekkingen, zoals het salafisme.

26
New cards

Thatcherisme

Bijnaam van het beleid van de voormalige Britse premier Margaret Thatcher (1979-1990) dat verregaande belastingverlagingen doorvoerde, op grote schaal overheidsbedrijven privatiseerde en de verlieslatende staal- en steenkoolindustrie afbouwde. Verder werd de arbeidswetgeving geliberaliseerd en de invloed van werknemersorganisaties beperkt. De politiek van de zgn. Iron Lady riep bij tegenstanders zeer negatieve gevoelens op. Er werd bv. gewezen op de toename van de inkomensongelijkheid, de negatieve gevolgen van privatiseringen en het verband tussen de toen gestarte deregulering en de huidige economische crisis.

27
New cards

Tsjernobyl

Stad in het noorden van Oekraïne (tot 1991 onderdeel van de Sovjet-Unie), waar in april 1986 een ernstige kernramp gebeurde. Grote hoeveelheden radioactieve stoffen kwamen vrij en een radioactieve wolk verspreidde zich tot ver in het buitenland. Over het aantal slachtoffers is er onenigheid, maar samen met de kernramp in het Japanse Fukushima in 2011 is de naam Tsjernobyl sindsdien een symboolterm geworden voor de gevaren van kernenergie.

28
New cards

Verdrag van Lissabon

Verdrag van de Europese Unie, ondertekend in Lissabon in december 2007, dat in 2010 in werking trad. Het Verdrag hield belangrijke institutionele wijzigingen in, zoals o.a. de introductie van een voorzitter van de Europese Raad (de functie van de Europese President) en de Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken. Verder werd de rol van het parlement, de Europese Raad en de Raad van Ministers hertekend. Het Verdrag verving het gecontesteerde voorstel om een heuse Europese grondwet in te voeren.

29
New cards

VN-resolutie

Voorstel of besluit aangenomen door een orgaan van de Verenigde Naties. Resoluties kunnen aangenomen worden door de leden van de Algemene Vergadering of door de Veiligheidsraad, waar de grootmachten een belangrijke plaats innemen. VN-resoluties betreffen bv. het afkondigen en verlengen van sancties, het oproepen tot een staakt-het-vuren, het wijzigen van het mandaat van de VN-vredesmacht enz. In uitzonderlijke gevallen zijn de resoluties bindend en kan de Veiligheidsraad overgaan tot militair ingrijpen.

30
New cards

Waarheidscommissie

Commissie die in sommige landen werd ingesteld tijdens de overgangsperiode naar een democratie. De commissies zijn een vorm van ‘overgangsjustitie’ die schendingen van mensenrechten uit het verleden onderzoeken en daarover rapporten publiceren. Bekend is vooral de Zuid-Afrikaanse Waarheids- en Verzoeningscommissie, die na de afschaffing van de apartheid werd opgericht. Ook in Latijns-Amerika onderzochten zulke commissies de misdaden van dictatoriale regimes.

31
New cards

Watergateschandaal

Schandaal dat uiteindelijk leidde tot het aftreden van de republikeinse president Richard Nixon in 1974, toen bleek dat hij systematisch had verdoezeld dat er met zijn medeweten was ingebroken in het hoofdkwartier van de democratische partij (met de naam Watergate).

Het speurwerk van 2 Washington Post-journalisten naar de waarheid is sindsdien het typevoorbeeld van onderzoeksjournalistiek.

Het achtervoegsel ‘-gate’ zou de volgende decennia geregeld in de media gebruikt worden om een nieuw schandaal te benomen, zoals bv. ‘Iran-contragate’, ‘Cablegate’ en ‘Offshoregate’