Deel 0 - Introductieles

0.0(0)
studied byStudied by 1 person
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/34

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

35 Terms

1
New cards

4 B's

1. Beoordeling (assessment) - cf. psychodiagnostiek
2. Begeleiding
3. Behandeling
4. Beleid - cf. teams, organisaties, ...

2
New cards

vak: doel

de student opleiden als scientist-practitioner

3
New cards

scientist-practitioner

wetenschappelijke praktijk voeren, (be)handelen op basis van de wetenschap en haar kennis

4
New cards

evidence-based medicine (EBM)

- Is NIET het naïef toepassen van technieken/lijstjes evidence-based therapievormen
- Is wél het integreren van het beste beschikbaar onderzoek met klinische expertise, rekening houdend met de context (patiëntkenmerken, cultuur en voorkeuren)
- Veronderstelt stevige kennis en competenties

5
New cards

wetenschappelijke paradigma's

- Wetenschappelijk onderbouwd: als wetenschap, en als behandelvorm
- Complementair: vullen elkaar aan, er is niet één juist beeld
- Laatste tijd steeds meer integratieve tendens

6
New cards

pseudowetenschap

stellen dat we het antwoord kennen, dat er slechts 1 theorie is

7
New cards

Paradigma

Geheel van samenhangende assumpties die samen bepaald mensbeeld vormen
- Geven aanleiding tot generatieve onderzoeksprogramma's
- Denkkaders vanwaaruit werkelijkheid wordt gedefinieerd en dus ook bekeken/bestudeerd wordt

8
New cards

generatieve onderzoeksprogramma's

- Respectabele onderzoeksprogramma's
- Blijven aanleiding geven tot nieuwe vragen die kennis/inzicht vergroten

9
New cards

Falsificatie

betekent dat het mogelijk is om tegenbewijs te vinden voor een bepaalde theorie.

10
New cards

publication bias

waarbij artikels waarin geen significante effecten
gevonden worden die voor de theorie zouden spreken niet worden gepubliceerd

11
New cards

confirmation bias

is de neiging om aandacht en waarde te hechten aan informatie die de eigen ideeën, overtuigingen of hypotheses bevestigt.

12
New cards

Psychotherapie: kenmerken (5)

1. Interpersoonlijke, relationele behandeling
2. Gebaseerd op wetenschappelijk-psychologische principes
3. Met een getrainde therapeut en een cliënt (met een stoornis, of een probleem
4. Met als intentie van therapeut verandering te brengen
5. Op maat gemaakt/geïndividualiseerd voor deze specifieke cliënt

13
New cards

Psychotherapie: 6 competenties

1. Generische competenties
2. Basiscompetenties bij een bepaald type benadering
3. Specifieke competenties bij bepaald type benadering
4. Algemene meta-competenties
5. Probleem-specifieke competenties
6. Specifieke metacompetenties

14
New cards

Specifieke metacompetenties

Verbonden met het type interventie, hebben te maken met het proces (vb.
juiste methode kiezen binnen relatietherapie)

15
New cards

Probleem-specifieke competenties

Verbonden met bepaalde interventies, behandelmodellen (vb. Clark-model bij
depressie in CGT, EFT in humanistische, ...)

16
New cards

Algemene meta-competenties

Overheen benaderingen
- Competenties omtrent het bewaken van interventieproces in het algemeen

17
New cards

Basiscompetenties bij een bepaald
type benadering

Worden gebruikt in meeste vormen van een bepaalde benadering (vb. algemene
principes van CGT, hoe doe je dat concreet?), basis van persoonsgerichte benadering
(complementair aan stoornisgerichte benadering)

18
New cards

Generische competenties

Competenties vereist voor alle psychologische interventies (vb. band kunnen
opbouwen, kunnen spreken, ...)

19
New cards

Effectgrootte/effect size

indicatie voor grootte/sterkte van verband

20
New cards

Cohen's d

- Vergelijken van gemiddelden
- .2 klein, .5 medium, .8 groot effect
- Mogelijk om effectiviteit na te gaan tussen behandelingen, voor en na zelfde behandeling, ...

21
New cards

Belang van vergelijkingscondities

- Actieve behandelgroep wordt voor en na behandeling gemeten: verschilscore
- Vergelijking gebeurt dan met 3 mogelijke groepen (die op zelfde voor- en na-momenten gemeten worden)
1. Andere behandeling
2. Placebo
3. Wachtlijst

22
New cards

Wachtlijstgroep

veel pathologie varieert over de tijd, nuttig om te kijken of probleem zichzelf
oplost zonder ingreep
- Probleem: schadelijk/iatrogeen en niet altijd ethisch (probleem kan verergeren indien
geen ingreep, oneerlijk tegenover zij die in actieve-behandelingsconditie zitten)

23
New cards

placebogroep

om te kijken welk aandeel van eventuele verbetering te wijten is aan placebo-
effect en welk deel echt aan behandeling zelf, meten hoe groot psychologische factor is die meespeelt (hoop, geloof dat het beter gaat worden)

24
New cards

Intent-To-Treat sample (ITT)

alle patiënten die aan behandeling startten (ook die wat achteraf
uitvallen)

25
New cards

Completer sample

alle patiënten die behandeling (zo goed als) volledig volgden

26
New cards

Drop-outs

zij die onderweg afhaken
- Maar hierbij zitten vaak ook kleine groep early responders (zij die al vroeg effect
ervaren)
- In vergelijking met wachtlijst vaak een effect gevonden, maar ligt eerder aan iatrogene
effecten van wachtlijst

27
New cards

iatrogene effecten

is schade die ontstaat door medisch handelen.

28
New cards

Problemen met meta-analyses (3)

1. Inclusie van heel heterogene studies (vergelijkbaarheid)
2. Inclusie van zowel methodologisch sterker als zwakker ➔ kan conclusies verzwakken of vertekenen
3. Publication bias

29
New cards

klinische significantie

In hoeverre is functioneren gelijkaardig met controlegroep na een behandeling?
- Vergelijkbare klinische verandering als na meeste medische interventies
- Maar vaak worden bij heel aantal patiënten subklinische symptomen aanwezig
- Vooral bij lange therapieën, en naarmate deze voortduren (niet onuitputtend) is er meer klinische vooruitgang

30
New cards

kosten-effectiviteit

wat is de return voor de geïnvesteerde kosten?
- Begint wetenschap op zich te worden

31
New cards

Werkzaamheid

gaat over interne validiteit: kan verbetering toegeschreven worden aan psychotherapievorm (duidelijk onderscheiden van andere mogelijke invloeden op functioneren) -
research setting

32
New cards

Randomized Controlled Trials (RCT)

Controle op diverse variabelen om duidelijke relatie tussen (enkel) behandeling en outcome vast te stellen

33
New cards

Doeltreffendheid

gaat over externe validiteit: kan er ook in een echte klinische setting (met veel variatie in therapeuten, dosis, types patiënten, ...) gesproken worden van een positief effect van psychotherapie? -
clinical setting
- Bevindingen: niet altijd gelijkaardige resultaten (hier wel effectief, daar niet), maar meestal wel positief

34
New cards

dodo bird verdict

dat er geen onderscheid is qua effectiviteit tussen de verschillende behandelmethoden.

35
New cards

Therapie: verklaring factoren (4)

1. Specifieke technieken verklaren niet zoveel
(en meeste technieken dragen evenveel bij ongeveer)
2. Grootste deel = extratherapeutische
veranderingen buiten de therapiekamer (mede
door therapiesessie zelf)
3. Common factors = wat alle therapieën gemeen hebben (vb. supportieve gesprekken)
4. Placebo-effect speelt ook mee