Coniugazioni Italiani 1

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/99

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Presente, Imperfetto & Passato Prossimo

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

100 Terms

1
New cards

hij gaat

lui va

2
New cards

ik ging

io andavo

3
New cards

jullie gingen

voi andavate

4
New cards

zij gaan

loro vanna

5
New cards

zij zijn gegaan

loro sono andati

6
New cards

zij luistert

lei ascolta

7
New cards

zij luisteren

loro ascoltano

8
New cards

ik luisterde

io ascoltavo

9
New cards

jij hebt geluisterd

tu hai ascoltato

10
New cards

hij leerde

lui imparava

11
New cards

jullie hebben gekozen

voi avete scelto

12
New cards

wij dansden

noi ballavamo

13
New cards

wij denken

noi pensiamo

14
New cards

jij zegt

tu dici

15
New cards

jij bent aan het zeggen

tu stai dicendo

16
New cards

wij zijn aan het doen

noi stiamo facendo

17
New cards

zij hebben genomen

loro hanno preso

18
New cards

jullie verliezen

voi perdete

19
New cards

ik verloor

io perdevo

20
New cards

het was

era

21
New cards

wij sliepen

noi dormivamo

22
New cards

ik heb geslapen

io ho dormito

23
New cards

zij voelen

loro sentono

24
New cards

jij zat

tu ti sedevi

25
New cards

ik kwam

io venivo

26
New cards

jullie schreven

voi scrivevate

27
New cards

wij hebben geschreven

noi abbiamo scritto

28
New cards

wij rijden

noi guidiamo

29
New cards

ik ben aan het rijden

io sto guidando

30
New cards

jullie zijn

voi siete

31
New cards

wij waren

noi eravamo

32
New cards

wij hebben gelaten

loro hanno lasciato

33
New cards

ik heb gelachen

io ho riso

34
New cards

hij viel

lui cadeva

35
New cards

zij is gevallen

lei è caduta

36
New cards

hij is aan het veranderen

lui sta cambiando

37
New cards

zij branden

bruciano

38
New cards

jij verstuurt

tu invii

39
New cards

jij hebt verstuurd

tu hai inviato

40
New cards

ik vroeg me af

io chiedevo

41
New cards

wij laten

noi lasciamo

42
New cards

ik heb ontvangen

io ho ricevuto

43
New cards

hij is geworden

lui è diventatoà

44
New cards

ik ben aan het worden

io sto diventando

45
New cards

jij schreef

tu scrivevi

46
New cards

wij werkten

lavoravamo

47
New cards

jullie zijn aan het werken

voi sate lavorando

48
New cards

jij bent geweest

tu sei stato

49
New cards

wij weten

noi sappiamo

50
New cards

jullie hebben geweten

voi avete saputo

51
New cards

ik volg

io seguo

52
New cards

zij schreven

loro scrivevano

53
New cards

jullie ontvangen

voi ricevete

54
New cards

jullie doen

ricevete

55
New cards

jij hebt geweten

tu hai fatto

56
New cards

hij heeft geweten

lui ha saputo

57
New cards

jij gebruikte

tu usavi

58
New cards

jij hebt verborgen

tu hai nascosto

59
New cards

ik durf

io oso

60
New cards

het gaf

dava

61
New cards

jullie hebben gewilt

voi avete voluto

62
New cards

zij hadden

loro avevano

63
New cards

zij vergeleek

lei confrontava

64
New cards

zij rijden

loro guidano

65
New cards

ik bevind me

io mi mi ritrovo

66
New cards

jij zag

tu vedevi

67
New cards

wij hebben gezien

noi abbiamo veduto

68
New cards

jij bent aan het huilen

tu stai piangendo

69
New cards

ik heb besloten

io ho deciso

70
New cards

jullie kwamen

venivate

71
New cards

jij vertelde

tu raccontavi

72
New cards

hij neemt

lui prende

73
New cards

het gebeurde

succedeva

74
New cards

het is gebeurd

è successo

75
New cards

wij zeiden

noi dicevamo

76
New cards

zij gaven

davano

77
New cards

jij bent gegaan

tu sei andato

78
New cards

jij wist

tu sapevi

79
New cards

jullie hebben gerend

voi avete corso

80
New cards

zij geven de voorkeur aan

loro preferiscono

81
New cards

ik deed

io facevo

82
New cards

wij zeiden

noi dicevamo

83
New cards

jij hebt gehoord

tu hai sentito

84
New cards

jullie sliepen

voi dormivate

85
New cards

ik heb gelogen

io ho mentito

86
New cards

ik koos

io sceglievo

87
New cards

hij doet

lui fa

88
New cards

ik liep

io cominciavo

89
New cards

jij zag

tu vedevi

90
New cards

het zag er naar uit

sembrava

91
New cards

ik ga dood

io muoio

92
New cards

wij hebben gewacht

noi abbiamo aspettato

93
New cards

you hebt verkocht

tu hai venduto

94
New cards

wij hebben gehad

loro hanno avuto

95
New cards

hij heeft gevraagd

lui ha chiesto

96
New cards

jij hield van

tu amavi

97
New cards

wij geven het op

noi rinunciamo

98
New cards

zij zijn aan het veranderen

loro stanno cambiando

99
New cards

jij hebt geleerd (taught)

tu hai insegnato

100
New cards

wij hebben gewonnen

noi abbiamo vinto