1/99
Presente, Imperfetto & Passato Prossimo
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
hij gaat
lui va
ik ging
io andavo
jullie gingen
voi andavate
zij gaan
loro vanna
zij zijn gegaan
loro sono andati
zij luistert
lei ascolta
zij luisteren
loro ascoltano
ik luisterde
io ascoltavo
jij hebt geluisterd
tu hai ascoltato
hij leerde
lui imparava
jullie hebben gekozen
voi avete scelto
wij dansden
noi ballavamo
wij denken
noi pensiamo
jij zegt
tu dici
jij bent aan het zeggen
tu stai dicendo
wij zijn aan het doen
noi stiamo facendo
zij hebben genomen
loro hanno preso
jullie verliezen
voi perdete
ik verloor
io perdevo
het was
era
wij sliepen
noi dormivamo
ik heb geslapen
io ho dormito
zij voelen
loro sentono
jij zat
tu ti sedevi
ik kwam
io venivo
jullie schreven
voi scrivevate
wij hebben geschreven
noi abbiamo scritto
wij rijden
noi guidiamo
ik ben aan het rijden
io sto guidando
jullie zijn
voi siete
wij waren
noi eravamo
wij hebben gelaten
loro hanno lasciato
ik heb gelachen
io ho riso
hij viel
lui cadeva
zij is gevallen
lei è caduta
hij is aan het veranderen
lui sta cambiando
zij branden
bruciano
jij verstuurt
tu invii
jij hebt verstuurd
tu hai inviato
ik vroeg me af
io chiedevo
wij laten
noi lasciamo
ik heb ontvangen
io ho ricevuto
hij is geworden
lui è diventatoà
ik ben aan het worden
io sto diventando
jij schreef
tu scrivevi
wij werkten
lavoravamo
jullie zijn aan het werken
voi sate lavorando
jij bent geweest
tu sei stato
wij weten
noi sappiamo
jullie hebben geweten
voi avete saputo
ik volg
io seguo
zij schreven
loro scrivevano
jullie ontvangen
voi ricevete
jullie doen
ricevete
jij hebt geweten
tu hai fatto
hij heeft geweten
lui ha saputo
jij gebruikte
tu usavi
jij hebt verborgen
tu hai nascosto
ik durf
io oso
het gaf
dava
jullie hebben gewilt
voi avete voluto
zij hadden
loro avevano
zij vergeleek
lei confrontava
zij rijden
loro guidano
ik bevind me
io mi mi ritrovo
jij zag
tu vedevi
wij hebben gezien
noi abbiamo veduto
jij bent aan het huilen
tu stai piangendo
ik heb besloten
io ho deciso
jullie kwamen
venivate
jij vertelde
tu raccontavi
hij neemt
lui prende
het gebeurde
succedeva
het is gebeurd
è successo
wij zeiden
noi dicevamo
zij gaven
davano
jij bent gegaan
tu sei andato
jij wist
tu sapevi
jullie hebben gerend
voi avete corso
zij geven de voorkeur aan
loro preferiscono
ik deed
io facevo
wij zeiden
noi dicevamo
jij hebt gehoord
tu hai sentito
jullie sliepen
voi dormivate
ik heb gelogen
io ho mentito
ik koos
io sceglievo
hij doet
lui fa
ik liep
io cominciavo
jij zag
tu vedevi
het zag er naar uit
sembrava
ik ga dood
io muoio
wij hebben gewacht
noi abbiamo aspettato
you hebt verkocht
tu hai venduto
wij hebben gehad
loro hanno avuto
hij heeft gevraagd
lui ha chiesto
jij hield van
tu amavi
wij geven het op
noi rinunciamo
zij zijn aan het veranderen
loro stanno cambiando
jij hebt geleerd (taught)
tu hai insegnato
wij hebben gewonnen
noi abbiamo vinto