1/42
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
un siège principal
een hoofdzetel
un organigramme
een organigram
une hiérarchie
een hierarchie
le pouvoir hiérarchique
het hiërarchisch gezag
une autorité
een gezag
être sous l’autorité de qqn
onder iemands gezag vallen
un superviseur
een toezichthouder
un département
een afdeling
le département recherche et développement
de RenD-afdeling
diriger un département
een afdeling leiden
être à la tête d’un département
aan het hoofd van een afdeling staan
confier la direction à qqn
de leiding aan iemand toevertrouwen
un président-directeur général PDG
CEO
la sous-direction
de onderdirectie
nommer
benoemen
un cadre
een kaderlid
un responsable
een verantwoordelijke
la responsabilité financière
de financiële verantwoordelijkheid
une aide
een hulp
répartir les activités
de activiteiten verdelen
exercer
uitoefenen
exercer une fonction
een functie uitoefenen
un métier
een beroep
un chef d’équipe
een ploegbaas
un délégué
een afgevaardigde
un apprenti
een leerjongen
un chercheur
een onderzoeker
un comptable
een boekhouder
un service comptable
een boekhoudafdeling
une prospection
een marktverkenning
un fonctionnaire
een ambtenaar
un magasinier
een magazijnier
un entrepôt
een opslagplaats
une approvisionnement
een bevoorrading
la logistique
de logistiek
assurer le vente
de verkoop verzekeren
le service après-vente SAV
de dienst na-verkoop
une expédition
een verzending
un paiement
een betaling
un moyen de paiement
een betaalmiddel
une compétence
een vaardigheid
une formation
een opleiding
les relations publique
public relations PR