myologie: axiaal en schoudergordel (HC13)

Mm. Rhomboidei minor en major

Origo:
▪ minor: procc. spinosi C6-C7
▪ major: procc. spinosi Th1- Th4

▪ Insertie:
▪ minor: margo medialis craniaal van de spina
scapulae
▪ major: margo medialis caudaal van de spina
scapulae

▪ Functie:
▪ fixatie scapula tegen romp, elevatie en glijden
naar mediaal scapula

▪ Innervatie:
▪ n. dorsalis scapulae (C4-C5)

M. levator scapulae

▪ Origo:
▪ processus transversi C I- C IV

▪ Insertie:
▪ angulus superior van de scapula

▪ Functie:
▪ Scapulothoracale gewricht: Elevatie en
glijden naar mediaal (retractie) van de
scapula in het scapulothoracale gewricht
▪ Geïnverseerde functie C WK: ipsilaterale
lateroflexie en homolaterale rotatie (+
extensie bij bilaterale contractie) van de
cervicale wervelkolom.

▪ Innervatie:
▪ n. dorsalis scapulae (C4-C5)

M. serratus anterior

Origo:
▪ Costae 1-9 aan de laterale thoraxwand

▪ Insertie:
▪ margo medialis scapulae

▪ Functie:
▪ Scapulothoracale gewricht: Glijden naar
lateraal (Protractie) en opwaartse
rotatie van de scapula
▪ Geinverseerde functie:
Hulpademhalingsspier

▪ Innervatie:
▪ n. thoracicus longus (C5-C7)

m. subclavius

Origo:
▪ Costa I (grens been-kraakbeen)

▪ Insertie:
▪ onderzijde van de clavicula

▪ Functie:
▪ Fixatie van de clavicula in art.
sternoclaviculare

▪ Innervatie:
▪ n. subclavius

m. pectoralis minor

origo:
▪ Costae 3-5 aan ventrale zijde

▪ Insertie:
▪ processus coracoideus

▪ Functie:
▪ Scapulothoracale gewricht: Het laten
kantelen van de scapula rondom een
horizontale as (angulus inferior beweegt
naar dorsaal) en het laten kantelen van de
scapula rondom een longitudinale as
(margo medialis beweegt naar dorsaal)
▪ Geinverseerde functie:
hulpademhalingsspier

▪ Innervatie:
▪ nn. pectorales mediales en laterales (C6-
Th1)
33

m. Trapezius

Origo:

• pars descendens:

  • os occipitale tussen linea nuchealis superior en protuberantia occipitalis externa,

  • Via het lig. nuchae aan de procc. spinosi C I - VII

• pars transversa: aponeurose (peesplaat) t.h.v. procc. spinosi Th I - IV

• pars ascendens: procc. spinosi Th V- XII

Insertie:

• pars descendens: laterale 3de deel van de clavicula

• pars transversa: acromion en lateraal deel spina scapulae

• pars ascendens: spina scapulae ter hoogte van trigonum spina scapulae

Functie: fixatie van scapula aan thorax,

• pars descendens:
  • Glijden naar mediaal (retractie), elevatie en opwaartse rotatie van de scapula
  • Geinverseerde functie: ipsilaterale lateroflexie en heterolaterale rotatie – en
  extensie (bij bilaterale contractie) van het hoofd en de cervicale wervelkolom

• pars transversa:
  • glijden naar mediaal (retractie), en opwaartse rotatie van de scapula

• pars ascendens:
  • glijden naar mediaal (retractie), depressie en opwaartse rotatie van de scapula

▪ Innervatie:
▪ n. accesorius (XIde craniale zenuw) en plexus cervicalis (C2-C4)

M. latissimus dorsi

Origo:
▪ procc. spinosi Th7-12, via fascia thoracolumbalis
van de procc. spinosi L1-L5 en van het os
sacrum, labium externum van de crista iliaca
(dorsaal deel), 9e-12e rib, angulus inferior
scapulae

▪ Insertie:
▪ crista tuberculi minoris van de humerus

▪ Functie:
▪ art. glenohumerale: endorotatie, adductie,
retroflexie.
▪ Geïnverseerde functie: hulpademhalingsspier

▪ Innervatie:
▪ n. thoracodorsalis (C6-C8)

m. pectoralis major

Origo:
▪ pars clavicularis: mediale helft clavicula
▪ pars sternocostalis: sternum ,
ribkraakbeen rib 2-6
▪ pars abdominalis: lamina anterior van
de m. rectus abdominis schede

▪ Insertie:
▪ crista tuberculi majoris van de humerus

▪ Functie:
▪ Schoudergewricht (art. glenohumerale):
adductie, endorotatie, anteflexie
▪ Geïnverseerde functie:
hulpademhalingsspier

▪ Innervatie:
▪ nn. Pectorales mediales en laterales (C5-
Th1)

M. Sternocleidomastoideus

Origo:
▪ caput sternale: manubrium sterni
▪ caput claviculare: mediale derde deel van
de clavicula

▪ Insertie:
▪ Processus mastoideus en laterale deel
linea nuchalis superior

▪ Functie:
▪ Eenzijdige contractie: homolaterale
lateroflexie, heterolaterale rotatie
▪ Billaterale contractie: Extensie hoofd +
flexie van caudaal gedeelte wervelkolom
▪ Geïnverseerde functie:
hulpademhalingsspier

▪ Innervatie:
▪ N. Accessorius (XIe hersenzenuw) en
directe takken uit plexus cervicalis (C1-C2)

m. omohyoideus

Origo:
▪ margo superior van scapula (ter
hoogte van incisura scapulae)

▪ Insertie:
▪ corpus os Hyoideum

▪ Functie:
▪ Fixatie os hyoideum, depressie os
hyoideum (slikproces)

▪ Innervatie:
▪ ansa cervicalis (C I – IV)

m. Subscapularis

Origo:
▪ fossa subscapularis scapulae

▪ Insertie:
▪ tuberculum minus
(gewrichtskapsel)

▪ Functie:
▪ art. glenohumerale: endorotatie
▪ Stabilisatie caput humeri in
cavitas glenoidalis

▪ Innervatie:
▪ nn. Subscapulares (C5-C8)

m. supraspinatus

Origo:
▪ fossa supraspinata (fascia
supraspinata)

▪ Insertie:
▪ tuberculum majus humeri
(bovenste facet, langst craniaal)

▪ Functie:
▪ art. glenohumerale: Abductie
▪ Stabilisatie caput humeri in cavitas
glenoidalis

▪ Innervatie:
▪ n. suprascapularis (C4-C6)

m. infraspinatus

Origo:
▪ fossa infraspinata van de scapula,
(fascia infraspinata)

▪ Insertie:
▪ tuberculum majus humeri
(middelste facet, langst dorsaal)

▪ Functie:
▪ art. glenohumeralis: exorotatie
▪ Stabilisatie caput humeri in cavitas
glenoidalis

▪ Innervatie:
▪ n. suprascapularis (C4-C6)

m. teres minor

Origo:
▪ margo lateralis van de scapula
(craniale helft)

▪ Insertie:
▪ tuberculum majus humeri (onderste
facet, langst dorsaal)

▪ Functie:
▪ art. glenohumeralis: exorotatie,
zwakke adductie
▪ Stabilisatie caput humeri in cavitas
glenoidalis

▪ Innervatie:
▪ n. axillaris (C5-C6)

M. deltoideus

Origo:
▪ Pars clavicularis: lateraal 1/3 deel clavicula
▪ Pars acromialis: acromion
▪ Pars spinalis: spina scapulae

▪ Insertie:
▪ tuberositas deltoidea humeri

▪ Functie:

• art. glenohumerale:

  • Pars clavicularis: abductie (craniale vezels), adductie
    (caudale vezels), endorotatie en anteflexie

  • Pars acromialis: abductie

  • Pars spinalis: abductie (craniale vezels), adductie
    (caudale vezels), exorotatie en retroflexie

▪ Innervatie:
▪ n. axillaris (C5-C6)

M. teres major

Origo:
▪ margo lateralis (caudale helft) en
angulus inferior van de scapula

▪ Insertie:
▪ crista tuberculi minoris van de humerus

▪ Functie:
▪ art. glenohumerale: endorotatie,
adductie en retroflexie

▪ Innervatie:
▪ n. thoracodorsalis (C6-C8) of nn.
subscapularis (C5-C7)

m. Coracobrachialis

Origo:
▪ processus coracoideus van de
scapula

▪ Insertie:
▪ Mediaal zijde humerus (in
verlengde van de crista tuberculi
minoris)

▪ Functie:
▪ art. glenohumerale: anteflexie,
adductie, endorotatie

▪ Innervatie:
▪ n. musculocutaneus (C5-C6)