Diagnostische Tests Flashcards

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/35

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Flashcards over diagnostische tests voor studenten.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

36 Terms

1
New cards

MINI (plus)

Mini International Neuropsychiatric Interview (Plus): gestructureerde interview voor het meten van DSM 4 stoornissen (niet alle) en ICD-10. Kost minder tijd dan de SCID-5-S. Nadeel is sterke gevolgtrekking leiden tot overclassificatie. Gebruikt om te classificeren.

2
New cards

SCID en SCID-P

Semi-gestructureerde interview voor DSM-5 stoornissen. Afnameduur 45-90 min, training vereist, vanaf 18 jaar. In de SCID-5-P meet het alle persoonlijkheidsstoornissen. Gebruikt om te classificeren. 3 puntsschaal. Interviewer let ook op gedrag van cliënt en andere informatie.

3
New cards

DIVA

Semigestructureerd interview voor ADHD bij volwassenen. Gebruikt om te classificeren.

4
New cards

CAPS

Clinician Administerd PTSS Scale: gestructureerd interview voor PTSS. Gebruikt voor diagnosticeren. Het is de gouden standaard voor het beoordelen van PTSS-symptomen en vereist getrainde interviewers. Bevat een gedetailleerde beoordeling van symptomatische gevolgen.

5
New cards

PCL-R / PCL-5

Psychopathie Checklist- Revised: een vragenlijst waarin psychopathische trekken en gedragingen worden gemeten. Het omvat vragen over affectieve, interpersoonlijke, en gedragsmatige kenmerken die behoren bij een antisociale levensstijl.
PCL-5: zelfbeoordelingsvragenlijst voor het beoordelen van PTSS-symptomen, gebaseerd op de DSM-5 criteria. 4 Subschalen: herbeleven, vermijding, hyperarousal en negatieve cognities/stemming. Geen COTAN beoordeling. Niet om te diagnosticeren maar om te identificeren van PTSS symptomen. Wordt vaak in combinatie met de LEC-5 afgenomen.

6
New cards

HoNOS

Health of the Nation Outcome Scales: Eenvoudige beoordelingsschaal om psychisch en sociaal functioneren in kaart te brengen en voor het meten van veranderingen op verschillende levensgebieden. Geschikt voor routinematige outcome-metingen (ROM).

-       Het scoren vergt beperkte training

-       Interview duur 15 min

-       Vier subschalen: gedragsproblemen, beperkingen, symptomatologie en sociale problemen.

-       12 items op vijfpunts Likertschaal.

Veel onvoldoendes COTAN.

7
New cards

MATE

Meten van Addicties voor Triage en Evaluaties: voor verslavingszorg ontwikkeld. Kenmerken vaststellen ten behoeve van de indicatie voor zorg en behandeling en evaluatie van verleende zorg.

-       Vaststellen gebruik van psychoactieve midellen, de verslavingsbehandelingsgeschiedenis, de diagnosen afhankelijkheid en misbruik volgens de DSM en de sterkte van het verlangen naar psychoactieve middelen.

-       1 uur afname

Onvoldoende COTAN op handleiding, normen betrouwbaarheid en criteriumvaliditeit.

8
New cards

YBOCS

Yale-Brown Obsessive Compulsive Scale: gestructureerd interview voor OCD.

-       10 items die ernst van dwangsymptomen meten

-       Inventarisatie van bestaande obsessies en compulsies

-       2 subschalen; obsessies en dwanghandelingen.

9
New cards

BSI

Brief Symptom Inventory: korte versie van SCL-90 met de subschalen depressie, angst en somatisatie. Onvoldoende op normen, begripsvaliditeit en criteriumvaliditeit.

10
New cards

EDI (2-NL)

Eating Disorder Inventory(-2-NL): zelfrapportage vragenlijst met subschalen drive for thinness, bulimia, body dissatisfaction. Onvoldoende voor normering. Het is een screeningsinstrument, niet voor diagnosticeren.

11
New cards

SIG

Schaal voor interpersoonlijk gedrag: Deze test meet meet de spannings- en vermijdingsaspecten van sociaal gedrag. De volgende vier schalen worden onderscheiden: uiten van negatieve gevoelens, uiten van onzekerheid en eigen ontoereikendheid, zichzelf kenbaar maken, uiten van positieve gevoelens. Daarnaast zijn er twee totaalscores: een op ervaren spanning en een op frequentie van uitvoering van sociale gedragingen. Aan de hand van deze totaalscores kunnen respondenten worden ingedeeld in vier typen: assertieven, angstige uitvoerders, sub-assertieven, onverschilligen. Onvoldoende validiteit COTAN.

12
New cards

SCL-90

Symptom Checklist 90: multidimensionele zelfrapportage vragenlijst, duur 20 minuten. Het brengt geen diagnostische categorieën in kaart, maar is een klachtenniveau van het algehele psychisch en lichamelijk functioneren. 8 subschalen/klachtengebieden: angst, agorafobie, depressie, somatische klachte, wantrouwen en interpersoonlijke sensitiviteit, insufficiente van denken en handelen, woede en hostiliteit en slaapproblemen. Totaalscore is niveau van psychoneuroticisme. Ook gebruikt als evaluatie-instrument. COTAN is goed, normen verouderd.

13
New cards

4DKL

VierDimensionale KlachtenLijst: Zelfbeoordelingsvragenlijst, meet klachten van afgelopen week op 4 subschalen distress, depressie, angst en somatisatie. De gebruiksdoelen zijn het opsporen van psychosociale problemen, vaststellen van de ernst van problematiek, opsporen van depressieve en angststoornissen, signaleren van somatisatie en het volgen van beloop klachten over tijd. Geeft concreet vervolgstappen voor diagnostiek. Alleen onvoldoende voor normen.

14
New cards

IOA

Inventarisatielijst Omgaan met Anderen: zelfbeoordelingsvragenlijst voor het meten van sociale angst en sociale vaardigheden. Omvat 5 subschalen; kritiek geven, aandacht vragen voor eigen mening, waardering uitspreken voor een ander, initiatief nemen tot contact en jezelf waarderen. Cliënt moet items 2x beantwoorden, (1) hoe gespannen hij is bij het uitvoeren van gedrag en (2) hoe vaak hij gedrag vertoont. Goede COTAN.

15
New cards

NRV

Nederlandse RelatieVragenlijst: De NRV heeft 5 factoren: Onafhankelijkheid, Emotionele saamhorigheid, Identiteit, Conflicthantering en Seksualiteit.

  • Kan gebruikt worden om relatiestabiliteit en therapiesucces te voorspellen en om therapiesucces te beoordelen.

  • Goede COTAN.

16
New cards

UBOS

Utrechtse Burn-Out Schaal: 3 versies; UBOS-C (beroepen waarin intensief met mensen wordt gewerkt), UBOS-L (leerkrachten) en UBOS-A (algemeen gebruik).

-       Levert 3 schaalscores op; emotionele uitputting, mentale distantie/depersonalisatie en competentie/persoonlijke bekwaamheid.

-       Voorspellende waarde met het vrijwillig uittreden en gebruikt voor evaluatie.

  • Goede COTAN.

17
New cards

ZIL

ZelfinventarisatieLijst PTSS: ontwikkeld voor traumaslachtoffers, gebaseerd op DSM-4 criteria voor PTSS.

-       Klachten van afgelopen 4 weken.

-       3 subschalen: Herbeleven, Vermijding en Hyperarousal.

-       Totaalscore heeft een cut-off point waarboven gesproken kan worden van PTSS.

  • Onvoldoende criteriumvaliditeit COTAN.

18
New cards

UCL

Utrechtse Coping Lijst: meten welke copingstijlen gebruikt worden bij problemen of gebeurtenissen die aanpassing vereisen.

-       47 items, aangeven hoe je in het algemeen reageert op 4-puntsschaal.

-       7 factoren: 1. Actief aanpakken, confronteren 2. Palliatieve reactie 3. Vermijden, afwachten 4. Sociale steun zoeken 5. Passief reactiepatroon 6. Expressie van emoties 7. Geruststellende en troostende gedachten hanteren.

  • Onvoldoende normen.

19
New cards

CISS-NL

Coping Inventory for Stressful Situations: copingstijlen meten met onderscheid tussen probleemgerichte en emotiegerichte coping.

-       3 schalen: taakgerichte coping, emotie-gerichte coping, vermijdingsgerichte coping. Dit kan weer onderverdeeld worden in 2 subschalen: afleiding zoeken en gezelschap zoeken.

  • Onvoldoende criteriumvaliditeit.

20
New cards

WAIS (IV-NL)

Weschler Adult Intelligence Scale: 15 subtests die cognitieve vaardigheden meten, waaronder rekenvaardigheid, werkgeheugen, woordenschat, visueel-ruimtelijk probleemoplossen.

      Aantal onder tijdsdruk, totale afnameduur is 70 min.

      Geschaalde scores op basis van leeftijdsnorm, dit wordt berekend in IQ score.

      4 factoren: verbaal begrip, perceptueel redeneren, werkgeheugen en verwerkingssnelheid.

      Perceptueel redeneren wordt onderverdeeld in visuele verwerking en vloeiende intelligentie.

      Verkorte versie: 5 subtests kunnen geschrapt worden of helft van de items van iedere subtest, alleen 7 subtests afnemen.

      COTAN voldoende tot goede beoordeling, behalve voor criteriumvaliditeit.

21
New cards

SON-R

Snijders-Oomen Non-verbale intelligentietest: meet non-verbaal IQ voor kinderen en volwassenen. De test is met name geschikt voor het vaststellen van de intelligentie bij personen die beperkt zijn in hun verbale communicatie zoals doven en slechthorenden en personen met taal- en spraakstoornissen. 4 subtests —>

  • Analogieën - een figuur ondergaat een verandering. Op een andere figuur moet een soortgelijke verandering worden toegepast. Uit vier alternatieven wordt het juiste antwoord gekozen. 

  • Mozaïeken - met behulp van zes verschillende soorten vierkantjes moet een mozaïekpatroon in een kader worden nagelegd. 

  • Categorieën - drie plaatjes hebben een gemeenschappelijk kenmerk. Uit een reeks van vijf plaatjes moeten er twee gekozen worden die ook dat kenmerk bezitten. 

  • Patronen - uit een regelmatig lijnpatroon ontbreekt een stuk dat getekend moet worden. 

22
New cards

MMSE

Mini-Mental Status Examination: vragenlijst voor het screenen van cognitieve beperkingen en dementie bij ouderen. De test evalueert de cognitieve functies: aandacht en oriëntatie, geheugen, registratie, herinnering, berekening, taal en praxis.

23
New cards

MoCa

Montreal Cognitive assessment: screeningsinstrument voor het meten van cognitieve achteruitgang. en bevat de volgende 8 cognitieve domeinen: executieve functies, visuospatiële vaardigheden, aandacht, concentratie en werktempo, taal, korte termijn geheugen en oriëntatie.

24
New cards

Stroop test

Bbedoeld om de selectieve aandacht, afleidbaarheid en het vermogen tot inhiberen in kaart te brengen.

      In de taak moet men de aandacht richten op de kleur van de inkt waarin een kleurnaam gedrukt is. De mate van vertraging leert iets over het vermogen om selectief aandacht te richten en inhiberen.

25
New cards

Tower of Londen

Gekleurde blokjes die op 3 staafjes van verschillende lengte geschoven kunnen worden. Door goede planning met zo weinig mogelijk verplaatsingen een eindsituatie bereiken.

26
New cards

TMT

Trail Making test: in taak A zijn oplopende cijfers willekeurig verdeeld over een blad papier. Met een potlood moeten de cijfers in oplopende volgorde verbinden. In taak B zijn er ook letters, nu moet afwisselend een cijfer en een letter worden gezocht, beide in de goede volgorde. In B wordt vooral de cognitieve flexibliteit gemeten.

27
New cards

BADS

Behavioral Assessment of Dysexecutive Sydrome: Meet het executief functioneren.

-       In de klinische diagnostiek wordt dit gebruikt om problemen in het alledaagse functioneren in het executief functioneren te testen.

-       In de neurologie vaak specifiek om plannings- en organisatiestoornissen te evalueren.

  • Vaak alleen losse subtests van gebruikt.

  • Onvoldoende COTAN (geen onderzoek)

  • Subtesten: regel-wissel test, actie-plan test, sleutel-zoek test, temporele schatting, dierentuin-plattegrond test, vereenvoudigde zes-elementen test.

28
New cards

BDI

Beck Depression Inventory: zelfbeoordelingsvragenlijst voor ernst van depressie symptomen. Score leidt tot niveau van depressie. COTAN onvoldoende op normering en criteriumvaliditeit.

29
New cards

Rorschachtest

Een associatiemethode =   De onderzochte krijgt 10 platen met inktvlekken aangeboden, waarbij hij moet zeggen wat de inktvlekken voorstellen. Eerst worden de letterlijke woorden genoteerd, daarna is er een navraag, waarbij non-directief de antwoorden worden gescoord. Deze tweede fase is kwalitatief en theoretisch gestuurd. Soms wordt de onderzochte betrokken bij de interpretatie.

30
New cards

TAT

Thematische Apperceptie Test: De onderzochte krijgt afbeeldingen aangeboden met als instructie een verhaal te vertellen, waarbij meestal standaard gevraagd wordt aan te geven wat er op dit moment gebeurt, wat eraan voorafging en hoe het afloopt, en wat de figuren denken en voelen.

31
New cards

ZAT

Zin aanvul test: Openingswoorden of stammen dienen door de onderzochte tot een zin aangevuld te worden. Er zijn allerlei versies ontworpen, die variëren in lengte en zinnen.

      Scoringssystemen bestaan maar worden in de praktijk niet gebruikt vanwege de complexiteit.

      Intepretatie is impressionistisch →

      Eerst worden aanvullingen onderverdeeld in betekenisvolle en nietszeggende (cliché’s).

      De betekenisvolle zinnen kunnen door middel van een globale inhoudsanalyse in een aantal rubrieken ingedeeld worden. Dit kan per cliënt sterk verschillen. Hier krijg je een indruk van positieve aspecten zoals hoopvolle toekomstverwachting, positieve gevoelens ten opzichte van andere personen en negatieve aspecten zoals conflicten of lichamelijke problemen.

      ZAT is erg vatbaar voor sociale wenselijkheid.

32
New cards

NKPV

Nederlandse Klinische Persoonlijkheids Vragenlijst: meet 6 persoonlijkheidskenmerken: Negativisme, Somatisering, Verlegenheid, Ernstige psychopathologie, Extraversie en Narcisme.

-       Beoordeeld als goed door COTAN.

-       Kan gebruikt worden voor de dynamische theoriegestuurde profielinterpretatie.

-       Eerste 5 kenmerken gebaseerd op NVM.

33
New cards

NPV (2R)

Nederlandse Persoonlijkheidsvragenlijst: Eerst ontwikkeld met als doel relevante persoonlijkheidsbegrippen te meten voor de praktijk. Het is de meest gebruikte psychologische test in Nederland.

-       Alle COTAN is goed en normering en criteriumvaliditeit is voldoende.

-       Verandering bij de NPV-2 zijn: items met ouderwets taalgebruik verwijderd, items die cultuurgebonden zijn verwijderd, de lengte van alle schalen zijn gelijk gemaakt en negatief geformuleerde items zijn opgenomen → uiteindelijk zijn alle schalen vervangen door nieuwe schalen van elk 20 items.

1.     IN: inadequatie of neuroticisme (hoge scores) versus emotionele stabiliteit (lage scores)

2.     SI: sociale inadequatie of sociale angst versus sociabiliteit

3.     RG: rigiditeit versus flexibiliteit

4.     VE: verongelijktheid of vijandigheid versus vriendelijkheid

5.     ZE: zelfgenoegzaamheid of egoïsme versus altruïsme

6.     DO: dominatie versus submissiviteit

7.     ZW: zelfwaardering

-       In de NPV-2-R zijn dezelfde 7 schalen onderverdeeld in subschalen →

-       IN-schaal: depressiviteit en angst

-       SI: verlegenheid en sociale vermijding

-       RG: ordelijkheid en inflexibiliteit

-       DO: leidinggeven en autonomie

34
New cards

MMPI

Minnesota Multiphasic Personality Inventory: bestaat uit 567 items met als antwoordmogelijkheden akkoord/niet-akkoord.

-       Bepaalt persoonlijkheidskenmerken en pathologische aspecten.

-       Meer dan 40 inhoudelijke schalen en een aantal validiteitsschalen die gebruikt worden om de geldigheid van de inhoudelijke schalen te meten.

-       De schaalmethode is gemaakt met de empirische en a-priorimethode, hierdoor is er een grote itemoverlap waardoor grote samenhang is tussen schalen.

-       Ruim 100 items zijn slecht geformuleerd en ruwe schaalscores zijn niet normaal verdeeld.

-       Bestaan grote cultuurverschillen tussen Amerika en Nederland waardoor normen niet betrouwbaar zijn.

-       COTAN beoordeeld als slecht.

35
New cards

NEO-PI

NEO Persoonlijkheidsvragenlijst: Met NEO wordt het Five Factor Model van persoonlijkheid gemeten en vertoont overlap met het Big Five Model.

-       5 hoofddimensies: neuroticisme, extraversie, openheid, altruïsme en consciëntieusheid.

Afname bij patiënten met een beneden gemiddelde intelligentie is lastig bij de NEO door moeilijk geformuleerde items.

COTAN heeft onvoldoende gegeven voor de normen en criteriumvaliditeit.

36
New cards

Schemavragenlijst

Meet maladaptieve schema’s zoals wantrouwen en verlating.