1/858
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
acheter
kopen
vendre
verkopen
le client
de klant
la clientèle
het klantenbestand
un acheteur
een koper
un vendeur/une vendeuse
een verkoper, een verkoopster
un achat
een aankoop
la vente
de verkoop
la marchandise
(<-> les biens, masc.)
de handelswaar, de goederen
(<-> de bezittingen, de goederen)
les affaires (fém pluriel)
de zaken, business
le commerce
de handel, de winkel
commercial(e ) plur. commerciaux
handels-
le (la) partenaire commercial(e)
de handelspartner, zakenpartner
commander
bestellen
la commande
de bestelling
passer une commande
een bestelling plaatsen
prendre une commande
een bestelling opnemen
le bon de commande
de bestelbon
de bestelling
la commande
comme convenu
zoals overeengekomen
conforme à /conformément à
overeenkomstig
une livraison conforme à la commande
een levering die overeenkomstig is met de bestelling
correspondant(e )
overeenkomstig
la facture correspondante
de bijbehorende factuur
le/la client/cliente
de klant
le/la consommateur/consommatrice
de consument/de verbruiker
approvisionner
bevoorraden
fournir/livrer
leveren
le fournisseur
de leverancier
la livraison
de levering
le délai de livraison
de leveringstermijn
un grossiste
een groothandelaar
un détaillant
een detailhandelaar
le commerce de détail
de detailhandel
le détaillant/la vente au détail
de detailhandelaar/de kleinhandel
le grossiste/la vente en gros
de groothandelaar, de groothandel
le commerce de proximité
de buurtwinkel
la grande surface
de supermarkt
le point de vente
het verkooppunt
le point de retrait
het afhaalpunt
le commerce en ligne
de onlineverkoop
modifier/changer
wijzigen
la modification/le changement
de wijziging/de verandering
annuler
annuleren
un avantage
een voordeel
avantageux/avantageuse
voordelig/gunstig
le désavantage
het nadeel
désavantageux/désavantageuse
nadelig/ongunstig
le montant
het bedrag
augmenter
vermeerderen
diminuer
verminderen
le supplement
de toeslag
la hausse
de verhoging/de toename
la réduction
de korting/de vermindering
accorder une réduction/consentir une réduction
een korting verlenen/een korting toestaan
bénéficier d'une réduction
profiteren van een korting
un escompte
een financiële korting
la remise
de hoeveelheidskorting
la bonne affaire
het koopje
tout compris
alles inbegrepen
emmener
meenemen
assembler
in elkaar zetten
la condition
de voorwaarde
les conditions générales de vente
de algemene verkoopsvoorwaarden
une option
een optie
à compter de/à partir de (ex. la réception de votre commande)
vanaf (bvb de ontvangst van uw bestelling)
au plus tard
uiterlijk/ten laatste
24 heures sur 24
24 uur per dag/dag en nacht
sous 48 heures
binnen 48 uur
dans quinze jours
binnen twee weken
en stock
in voorraad
disponible
beschikbaar
limité/limitée
beperkt
épuisé/épuisée
uitverkocht
la rupture de stock
de stockbreuk
faire la queue
in de rij staan
la file d'attente
de wachtrij
ne ..que (ex nous n'avons reçu que la moitié)
(we hebben) alleen maar (de helft gekregen)
ne... toujours pas(ex. nous n'avons toujours pas reçu le livre)
(we hebben)nog steeds (het boek) niet (gekregen)
la réclamation/la plainte
de klacht
réclamer
reclameren
échanger
omruilen
retourner
terugsturen
rembourser
terugbetalen
la garantie
de garantie/de waarborg
le défaut
het gebrek
une entreprise
een bedrijf
la société
het bedrijf (vennootschap)
la compagnie
het bedrijf (maatschappij)
la firme
het bedrijf (firma)
le siège social
het hoofdkantoor/de maatschappelijke zetel
une enseigne
een firmanaam (vb. Colruyt)
une organisation
een organisation
la hiérarchie ( ch se prononce comme dans 'chien')
de hiërarchie
la fonction
de functie
exercer (un métier/une fonction)
(een beroep/een functie) uitoefenen
un employeur
een werkgever
un/une employé/employée
een bediende/een tewerkgestelde
un/une ouvrier/ouvrière
een arbeider/een arbeidster
le directeur/la directrice
de directeur/la directrice