1/35
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Agressie
Gedrag om een ander ongewenste schade aan te doen, waarbij de motivatie is het schaden van iemand (en niet de consequenties), er sprake is van intentie en het gedrag is niet wenselijk voor slachtoffer. Verschillende vormen:
Fysieke agressie
Verbale agressie
Relationele agressie
Instrumentele agressie
Emotionele agressie
Schaal van Buss en Perry
Schaal die wordt gebruikt om agressie te meten, die bestaat uit zelfrapportage over vier onderwerpen; fysieke agressie, verbale agressie, boosheid en vijandigheid
Drifttheorieën
Theorieën over de oorsprong van agressie die stellen dat alle gedachten, intenties en gedragingen ontstaan vanuit een aangeboren drift, die opbouwt als hij niet bevredigt wordt
Grote aap theorie (Lorenz)
Theorie over oorsprong agressie die stelt dat agressie voordelig is in overlevingsstrijd, omdat enkel degenen die strijd overleven zich kunnen voortplanten
Evolutieleer
Theorie over oorsprong van agressie die stelt dat genen doorgeven voorop staat en dat agressie daarbij nuttig is voor partnerkeuze vrouw
Gedragsgenetica
Stelt dat er een genetische rol is in agressie, maar wel dat het een combinatie is van genen en omgeving die het tot uiting laten komen
Testosteron
Hormoon die wordt verbonden aan agressie
Serotonine
Hoge hoeveelheden van deze neurotransmitter worden geassocieerd met lage agressie
Leerperspectief
Stelt dat agressie sterkt wordt bepaald door een leerproces waarbij allerlei baten het gedrag versterken, terwijl kosten het gedrag verzwakken (operante conditionering)
Straffen
Manier om gedrag te reguleren, die vaak niet goed werkt, omdat het alleen effectief is als het direct en consistent wordt toegepast, wat niet mogelijk is in strafrecht. Niet compleet nutteloos, werken wel als afschudding en de dreiging, maakt dat we dingen niet doen
Gevaren van straffen
1) Het roept wraakgevoelens op
2) Het werkt op gedrag en niet op onderliggende normen
3) Er is een positieve correlatie tussen lijfstraffen en asociaal gedrag
Recidivisme
Herhaling, indicator van leereffect van straffen. Mensen herhalen hun gedrag steeds vaker na bestraffing, zeker als ze al meerdere malen zijn aangehouden
Two pathway model
Stelt dat de loopbaan van criminelen verklaart waarom deel van gestraften wel recidiveert en een deel niet. Twee soorten loopbanen:
‘Life-course persistent’ → begint op jonge leeftijd en blijft bestaan gedurende levensloop
‘Adolescent limited’ → begint in adolescentie en stopt als ze weer ouder zijn → vals positief effect van straffen
Sociaal leertheorie
Volgens deze theorie wordt gedrag (in dit geval agressie) aangeleerd door observatie van anderen die beloningen of straffen ontvangen, bijvoorbeeld zoals blijkt uit het bobo-doll experiment
Frustratie-agressie hypothese
Stelling dat 1) frustratie altijd tot agressie leidt en 2) agressief gedrag is altijd het gevolg van frustratie
Verplaatsing
Agressie tegenover een ander doelpersoon dan de bron van frustratie, hetzij uit vrees voor bron of hetzij door afwezigheid van bron
Catharsis
Afzwakking van agressiviteit als gevolg van inbeelden, waarnemen of feitelijk stellen van agressief gedrag. Blijkt echter tegengesteld te werken
Negatief effect
Bepaalde omstandigheden aan een situatie kunnen agressie stimuleren, bijvoorbeeld hitte
Positief effect
Bepaalde omstandigheden aan een situatie kunnen een bufferende werking hebben op agressie
Fysiologische opwinding
De intensiteit van een emotie speelt eveneens een rol in het ontstaan van agressie
Opwindingstransfer
Proces waarbij de opwinding opgewekt wordt door twee of meer stimuli, maar waarbij de totale opwinding wordt toegeschreven aan één van de stimuli
Opwindings-affect model
Model dat stelt dat agressie wordt beïnvloedt door zowel de intensiteit van de opwinding als de aard van de emotie die wordt opgewekt

Cognitieve neoassociatieanalyse
Theorie die stelt dat het geheugen een associatief netwerk is van concepten, die wordt ‘opgeladen’ door affect, onaangename ervaringen of gedachten. Opladen leidt tot automatische reactie (= agressie), hoe het individu reageert echter wordt bepaald door de hogere cognitieve controle

Wapeneffect
Het feit dat loutere aanwezigheid van wapens agressief gedrag stimuleert
Matigende informatie
Informatie over de situatie van een persoon waaruit we kunnen opmaken dat die geen volle verantwoordelijkheid draagt voor handelingen die schade toebrachten. Wordt beïnvloedt door mate waarin men een daad als agressief beschouwt en situationele factoren
Vijandigheidsattributievertekening
De neiging om het gedrag van anderen als vijandig te interpreteren
Geweld in de media
Wetenschappelijke evidentie dat dit agressieverhogend werkt → ‘geweld zet aan tot geweld’ → longitudinaal verband dat blootstelling hieraan leidt tot agressie op latere leeftijd, door een aantal processen:
Habituatie
Cultivering
Habituatie
Adaptie aan iets waarmee we vertrouwd zijn, waardoor zowel de fysiologische als psychologische reacties afnemen
Cultivering
Proces waarbij massamedia voor hun publiek een eigen versie van de sociale realiteit construeren → massamedia creëert gewelddadige wereld die als realiteit wordt beschouwd
Gewelddadige pornografie
Deze vorm van pornografie heeft een groter effect op agressie dan enig ander gewelddadig materiaal. Er is geen provocatie meer nodig om gewelddadig gedrag te vertonen. Er bestaan twee vormen van; mishandeling en mishandeling dat als seksueel opwindend wordt ervaren door mishandelde. Deze soort pornografie zorgt voor attitudeverschuivingen (mannen hebben grotere tolerantie tegenover interpersoonlijk geweld tegenover vrouwen/verkrachtingsmythes). Onduidelijk of het ook aanzet tot meer agressie tegenover vrouwen
Niet-gewelddadige pornografie
Deze vorm van pornografie heeft geen effect op man-vrouw agressie, wel effect op attitudes (vrouwonvriendelijkheid) van mannen naar vrouwen
Seksuele agressie
Meerderheid van vrouwelijke studenten en derde van mannelijke studenten hebben hier last van. Voorbeelden zijn date rape en sexting. Alcohol- en drugsgebruik vormen risicofactoren
Partnermishandeling
Komt vaak voor, maar net zoveel vanuit vrouwen als mannen (hoewel gevolgen wel minder heftig). Verschillende factoren leiden hiertoe maar vooral stressfactoren
Kindermishandeling
Tamelijk frequent, in Nederland meldplicht. Alle stress gerelateerde factoren zijn hier ook mee in verband gebracht, maar ook de familiale geweldcyclus
Familiale geweldcyclus
Transmissie van huiselijk geweld van ene generatie op de andere
Criminogene behoeften
Alternatief voor straffen bij delinquenten is hierop inspelen → behoeften en noden die door criminele daden worden bevredigd