H10 - agressie

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/35

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

36 Terms

1
New cards

Agressie

Gedrag om een ander ongewenste schade aan te doen, waarbij de motivatie is het schaden van iemand (en niet de consequenties), er sprake is van intentie en het gedrag is niet wenselijk voor slachtoffer. Verschillende vormen:

  • Fysieke agressie

  • Verbale agressie

  • Relationele agressie

  • Instrumentele agressie

  • Emotionele agressie

2
New cards

Schaal van Buss en Perry

Schaal die wordt gebruikt om agressie te meten, die bestaat uit zelfrapportage over vier onderwerpen; fysieke agressie, verbale agressie, boosheid en vijandigheid

3
New cards

Drifttheorieën

Theorieën over de oorsprong van agressie die stellen dat alle gedachten, intenties en gedragingen ontstaan vanuit een aangeboren drift, die opbouwt als hij niet bevredigt wordt

4
New cards

Grote aap theorie (Lorenz)

Theorie over oorsprong agressie die stelt dat agressie voordelig is in overlevingsstrijd, omdat enkel degenen die strijd overleven zich kunnen voortplanten

5
New cards

Evolutieleer

Theorie over oorsprong van agressie die stelt dat genen doorgeven voorop staat en dat agressie daarbij nuttig is voor partnerkeuze vrouw

6
New cards

Gedragsgenetica

Stelt dat er een genetische rol is in agressie, maar wel dat het een combinatie is van genen en omgeving die het tot uiting laten komen

7
New cards

Testosteron

Hormoon die wordt verbonden aan agressie

8
New cards

Serotonine

Hoge hoeveelheden van deze neurotransmitter worden geassocieerd met lage agressie

9
New cards

Leerperspectief

Stelt dat agressie sterkt wordt bepaald door een leerproces waarbij allerlei baten het gedrag versterken, terwijl kosten het gedrag verzwakken (operante conditionering)

10
New cards

Straffen

Manier om gedrag te reguleren, die vaak niet goed werkt, omdat het alleen effectief is als het direct en consistent wordt toegepast, wat niet mogelijk is in strafrecht. Niet compleet nutteloos, werken wel als afschudding en de dreiging, maakt dat we dingen niet doen

11
New cards

Gevaren van straffen

1) Het roept wraakgevoelens op

2) Het werkt op gedrag en niet op onderliggende normen

3) Er is een positieve correlatie tussen lijfstraffen en asociaal gedrag

12
New cards

Recidivisme

Herhaling, indicator van leereffect van straffen. Mensen herhalen hun gedrag steeds vaker na bestraffing, zeker als ze al meerdere malen zijn aangehouden

13
New cards

Two pathway model

Stelt dat de loopbaan van criminelen verklaart waarom deel van gestraften wel recidiveert en een deel niet. Twee soorten loopbanen:

  • ‘Life-course persistent’ → begint op jonge leeftijd en blijft bestaan gedurende levensloop

  • ‘Adolescent limited’ → begint in adolescentie en stopt als ze weer ouder zijn → vals positief effect van straffen

14
New cards

Sociaal leertheorie

Volgens deze theorie wordt gedrag (in dit geval agressie) aangeleerd door observatie van anderen die beloningen of straffen ontvangen, bijvoorbeeld zoals blijkt uit het bobo-doll experiment

15
New cards

Frustratie-agressie hypothese

Stelling dat 1) frustratie altijd tot agressie leidt en 2) agressief gedrag is altijd het gevolg van frustratie

16
New cards

Verplaatsing

Agressie tegenover een ander doelpersoon dan de bron van frustratie, hetzij uit vrees voor bron of hetzij door afwezigheid van bron

17
New cards

Catharsis

Afzwakking van agressiviteit als gevolg van inbeelden, waarnemen of feitelijk stellen van agressief gedrag. Blijkt echter tegengesteld te werken

18
New cards

Negatief effect

Bepaalde omstandigheden aan een situatie kunnen agressie stimuleren, bijvoorbeeld hitte

19
New cards

Positief effect

Bepaalde omstandigheden aan een situatie kunnen een bufferende werking hebben op agressie

20
New cards

Fysiologische opwinding

De intensiteit van een emotie speelt eveneens een rol in het ontstaan van agressie

21
New cards

Opwindingstransfer

Proces waarbij de opwinding opgewekt wordt door twee of meer stimuli, maar waarbij de totale opwinding wordt toegeschreven aan één van de stimuli

22
New cards

Opwindings-affect model

Model dat stelt dat agressie wordt beïnvloedt door zowel de intensiteit van de opwinding als de aard van de emotie die wordt opgewekt

<p>Model dat stelt dat agressie wordt beïnvloedt door zowel de intensiteit van de opwinding als de aard van de emotie die wordt opgewekt</p>
23
New cards

Cognitieve neoassociatieanalyse

Theorie die stelt dat het geheugen een associatief netwerk is van concepten, die wordt ‘opgeladen’ door affect, onaangename ervaringen of gedachten. Opladen leidt tot automatische reactie (= agressie), hoe het individu reageert echter wordt bepaald door de hogere cognitieve controle

<p>Theorie die stelt dat het geheugen een associatief netwerk is van concepten, die wordt ‘opgeladen’ door affect, onaangename ervaringen of gedachten. Opladen leidt tot automatische reactie (= agressie), hoe het individu reageert echter wordt bepaald door de hogere cognitieve controle</p>
24
New cards

Wapeneffect

Het feit dat loutere aanwezigheid van wapens agressief gedrag stimuleert

25
New cards

Matigende informatie

Informatie over de situatie van een persoon waaruit we kunnen opmaken dat die geen volle verantwoordelijkheid draagt voor handelingen die schade toebrachten. Wordt beïnvloedt door mate waarin men een daad als agressief beschouwt en situationele factoren

26
New cards

Vijandigheidsattributievertekening

De neiging om het gedrag van anderen als vijandig te interpreteren

27
New cards

Geweld in de media

Wetenschappelijke evidentie dat dit agressieverhogend werkt → ‘geweld zet aan tot geweld’ → longitudinaal verband dat blootstelling hieraan leidt tot agressie op latere leeftijd, door een aantal processen:

  • Habituatie

  • Cultivering

28
New cards

Habituatie

Adaptie aan iets waarmee we vertrouwd zijn, waardoor zowel de fysiologische als psychologische reacties afnemen

29
New cards

Cultivering

Proces waarbij massamedia voor hun publiek een eigen versie van de sociale realiteit construeren → massamedia creëert gewelddadige wereld die als realiteit wordt beschouwd

30
New cards

Gewelddadige pornografie

Deze vorm van pornografie heeft een groter effect op agressie dan enig ander gewelddadig materiaal. Er is geen provocatie meer nodig om gewelddadig gedrag te vertonen. Er bestaan twee vormen van; mishandeling en mishandeling dat als seksueel opwindend wordt ervaren door mishandelde. Deze soort pornografie zorgt voor attitudeverschuivingen (mannen hebben grotere tolerantie tegenover interpersoonlijk geweld tegenover vrouwen/verkrachtingsmythes). Onduidelijk of het ook aanzet tot meer agressie tegenover vrouwen

31
New cards

Niet-gewelddadige pornografie

Deze vorm van pornografie heeft geen effect op man-vrouw agressie, wel effect op attitudes (vrouwonvriendelijkheid) van mannen naar vrouwen

32
New cards

Seksuele agressie

Meerderheid van vrouwelijke studenten en derde van mannelijke studenten hebben hier last van. Voorbeelden zijn date rape en sexting. Alcohol- en drugsgebruik vormen risicofactoren

33
New cards

Partnermishandeling

Komt vaak voor, maar net zoveel vanuit vrouwen als mannen (hoewel gevolgen wel minder heftig). Verschillende factoren leiden hiertoe maar vooral stressfactoren

34
New cards

Kindermishandeling

Tamelijk frequent, in Nederland meldplicht. Alle stress gerelateerde factoren zijn hier ook mee in verband gebracht, maar ook de familiale geweldcyclus

35
New cards

Familiale geweldcyclus

Transmissie van huiselijk geweld van ene generatie op de andere

36
New cards

Criminogene behoeften

Alternatief voor straffen bij delinquenten is hierop inspelen → behoeften en noden die door criminele daden worden bevredigd