1/35
Voeding en vertering
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
actieve plaats
De plaats waar het enzymmolecuul bindt aan het substraatmolecuul.
activeringsenergie
De energie die nodig is om de reactie te starten.
additieven
Stoffen die zijn toegevoegd om het voedingsmiddel aantrekkelijker of langer houdbaar te maken.
ADH
aanbevolen dagelijkse hoeveelheid van een voedingstof.
ADI
Aanvaardbare dagelijkse inname; de maximale hoeveelheid van een additief die je per dag per kg lichaamsgewicht zonder problemen kunt eten.
alvleessap
bevat de pH verhogende stof HCO3' en enzymen die koolhydraten, eiwitten en vetten verteren.
aminozuren
bouwstenen van eiwitten
amylase
Enzym dat zetmeel afbreekt.
antiport
Transport waarbij stoffen samen in tegengestelde richting door een membraan bewegen.
apolair
met een gelijke ladingsverdeling
appendix
wormvormig aanhangsel van de blinde darm.
atherosclerose
Dichtslibben van de slagaders door vetophoping.
bilirubine
afbraakproduct van hemoglobine, afkomstig uit levercellen.
blindedarm
begin van de dikke darm
chylomicron
Een blaasje vetten, verpakt in een hydrofiele coating
chymotryptase
Enzym uit de alvleesklier dat eiwitmoleculen en polypeptiden afbreekt.
condensatie
Reactie bij de assimilatie van moleculen waarbij water afsplitst.
cotransport
Transport waarbij stoffen samen bewegen samen door een membraan.
darmflora (microbiotica)
de verschillende soorten in je darmkanaal.
darmplooien
Golfvormige opbouw wand van de dunne darm, waardoor het oppervlak voor de resorptie vergroot.
darmsapklieren
Klieren in de darmwand die darmsap met enzymen afgeven aan de dunne darm.
denatureren
Verlies van de ruimtelijke structuur van eiwitten, waardoor ze ook hun werking verliezen.
diglyceride
Vetachtige stof, bestaat uit glycerol en twee vetzuren.
dikke darm
Deel van het verteringskanaal na de dunne darm, bevat bacteriën (darmflora). Haalt water uit de voedselbrij.
dipeptidase
Enzym dat een dipeptide splitst in twee aminozuren.
dipeptiden
een molecuul dat bestaat uit twee aminozuren.
disacharide
twee aan elkaar gekoppelde monosachariden, bijvoorbeeld twee moleculen glucose vormen maltose
dunne darm
Deel van het verteringskanaal tussen de maag en dikke darm.
eiwitten
bouwstof voor onder andere enzymen en spieren en brandstof
emulsie
Een mengsel van vloeistoffen die normaal gesproken niet mengen (zoals water en olie)
endeldarm (rectum)
Laatste stuk van de dikke darm, slaat ontlasting op.
enzymen
Eiwitten die een specifieke reactie versnellen zonder zelf te veranderen.
enzym-substraatcomplex
binding van een enzymmolecuul met het bijbehorende substraatmolecuul.
gal
Product van de lever, draagt bij aan de vertering van vetten door het oppervlak van vetdruppels te vergroten (emulgeren). De galblaas slaat gal tijdelijk op.
gebreksziekte
Ziekten die ontstaan bij een gebrek aan een vitamine.
HDL ("high density lipoproteins')
Transportblaasjes in de bloedbaan met veel eiwitten die cholesterol uit de bloedbaan naar de lever transporteren.