Behandelingsmethodiek - 3

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/42

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

43 Terms

1
New cards

Indirecte observatie

data verzamelen door mensen om de client heen bevragen of vragenlijsten te laten invullen.

2
New cards

Directe observatie

data verzamelen. Zelf observatie doen op de groep. Bij voorkeur ook doen, zodat je een goed beeld kan vormen. Aanleidingen mee krijgen en vanuit buitenaf beter objectief kan kijken dan de mensen die middenin de groep staan.

3
New cards

Hypothese formuleren t.a.v. functie van het gedrag

conclusie opstellen voor de functie van het gedrag, naar aanleiding van de data die verzameld is (door de observatie).

4
New cards

Procedure selecteren o.b.v. hypothese

Welke antecedenten en consequenten moeten worden aangepast om gedrag te beïnvloeden.

5
New cards

Hypothese toetsen bij functionele analyse

d.m.v. try-out procedure, kijken welke dingen wel of niet werken. En als iets wel werkt behouden, werkt iets niet hypothese aanpassen.

6
New cards

Minimale data verzameling richtlijnen

1 gestructureerd interview, 1 vragenlijst, directe observatie of experimentele analyse (met beperkte categorieën)

7
New cards

VFP vragenlijst (vragenlijst functie probleemgedrag)

25 items die mensen in de omgeving van de cliënt invullen over het probleemgedrag. Maakt gebruik van mensen hun gevoel over het gedrag, daarom kun je het gebruiken als richting. Maar daarom is eigen observatie ook belangrijk.

8
New cards

Doel vragenlijst

inzicht krijgen antecedenten en consequenten. Richtinggevend voor vaststellen functie en behandeling. Kwantitatieve scores

9
New cards

Vragenlijsten minder bias

Vergelijking over tijd, tussen beoordelaars en situaties en binnen de schaal

10
New cards

Validiteit vragenlijst functie probleemgedrag

Betrouwbaarheid en validiteit verschilt sterk over de studies

11
New cards

Verschillende schalen VFP

aandacht (positieve bekrachtiging sociale aard), ontsnapping (negatieve bekrachtiging niet sociale aard), niet-sociaal, fysiek (vermijden van pijn niet sociaal en zelfstimulatie) en tastbaar (soms positieve bekrachtiging van sociale aard, als iemand anders jou iets geeft zoals een sticker of ipad, maar soms niet sociaal als het bijv alleen over de speen gaat).

12
New cards

Patroonanalyse

directe observatie, scatterplot. Beschrijvende analyse om temporele patronen van doelgedrag onder natuurlijke omstandigheden vast te stellen. Continue visuele inspectie.

13
New cards

Validiteit patroonanalyse

Hoewel clinici dit veel gebruiken, is er weinig onderzoek naar patroonanalyses

14
New cards

Antecedente en consequente gebeurtenissen in de omgeving

Beschrijvend (narratief). ABC-schema. Continu of wanneer het doelgedrag optreedt.

15
New cards

Categorieën patroonanalyse

Omgeving, gedrag dat daar plaats vindt, activiteiten, dag en tijd.

16
New cards

Noteren gedragingen patroonanalyse

Streepje als het 1-3 keer voorkomt. Kruis, 4-5 keer. Helemaal ingekleurd, meer dan 6 keer.

17
New cards

ABC-analyse

Observatieschema, waarin interactie tussen client en omgeving kolomsgewijs worden ingevuld. Nauwkeurig invullen (anders niet behulpzaam). Op basis van observatie of rapportage

18
New cards

B in de ABC analyse

Client staat centraal in de B (+ of -). Altijd gedrag van de cliënt nooit de omgeving. + gedrag wel aanwezig, - niet

19
New cards

Sequentie

een opeenvolging van A B en C in een ABC analyse

20
New cards

Setting events

motivational operations. Omstandigheden dat het probleemgedrag kunnen verergeren.

21
New cards

Format van hypothese t.a.v. het gedrag

Het [omschrijving van het probleemgedrag] van [persoon] wordt in stand gehouden door [positieve/negatieve] bekrachtiging van [niet] sociale aard.

22
New cards

Stap 1 hypothese formuleren

Resultaten van functionele analyse uitvoeren, - Overkoepelend beeld ABC-analyse. - Uitkomsten vragenlijst. - Uitkomsten interviews

23
New cards

Stap 2 hypothese formuleren

Samenvattend schema

24
New cards

Stap 3 hypothese formuleren

Kwadrant van bekrachtigers (Remington, 1991). Functies van gedrag, positief/negatief sociaal/niet-sociaal.

25
New cards

Stap 4 hypothese formuleren

Formuleren diagnostische hypothese.

26
New cards

Diagnostische hypothese

Probleem, Causale relatie en Conditie

27
New cards

Hypothese formuleren op basis van de VFP

Welke schalen zijn hoog? Verschil tussen de schalen? Doorvragen op items

28
New cards

Procedure om A te verbeteren

manipuleer antecedenten om probleemgedrag te voorkomen en alternatief/gewenst gedrag te prompten.

29
New cards

Procedure om B te verbeteren

leer expliciet alternatief of gewenst gedrag aan. Zelfredzaamheid en communicatie.

30
New cards

Procedure om C te verbeteren

verander de consequenties om alternatief en gewenst gedrag te versterken en ongewenst gedrag te verminderen. Bekrachtig gedrag en correctieve feedback

31
New cards

Algemene uitgangspunten

Iedereen heeft recht op een veilige (werk)omgeving. Minder intrusief naar meer intrusief

32
New cards

Uitgangspunten vanuit ABA (A en C)

Antecedente en consequente technieken vullen elkaar aan.

33
New cards

Uitgangspunten vanuit ABA (meest effectieve procedure)

Analyseafhankelijke procedures zijn effectiever dan analyseonafhankelijke procedures. Contingente procedures zijn effectiever dan non-contingente procedures. Procedures gebaseerd op bekrachtigen zijn het meest effectief.

34
New cards

Situatie afhankelijk

Is een functionele analyse mogelijk? Directe of indirect behandeling. Draagkracht, complexiteit en intensiteit.

35
New cards

Contingente procedures

je leert meer van iets als de gebeurtenissen die dicht op elkaar liggen. Dus ook als er een consequentie volgt vlak na het gedrag, leer je hier meer van.

36
New cards

Interventies na een abc analyse

1. Alternatief gedrag aanleren (meest gewenst). 2. Verbeter de omgeving (antecedenten). 3. Consequenten aanpassen

37
New cards

Procedure interventie Antecedent

Antecedente controle, fading, non-contingente reinforcement

38
New cards

Procedure interventie behavior

Aanleren alternatief of gewenst gedrag

39
New cards

Procedure interventie consequent

Extinctie, positieve oefening, time-out, responsblocking.

40
New cards

Procedure kwadrant van Remmington (niet uitputtend)

bij elke verschillende functie van het gedrag heb je een andere procedure

41
New cards

Op onderliggende principe, uitdoving

extinctie, graduele extinctie, time-out.

42
New cards

Op onderliggende principe, bekrachtiging

tokensyteem, differential reinforcement, premack principle

43
New cards

Op onderliggende principe, bestraffen

positieve oefening, negatieve oefening, responscosts, etc