SWGW

kastensamenleving (7)

officieel verboden, maar nog steeds in gebruik

India

gesloten samenleving

5 kasten volgens ritueel zuiverheid

laagste kaste is Dalit

positie wordt aanvaard door geloof in reïncarnatie

oorsprong: geloof

cultuurcomponenten (10)

waarden

normen

instituties

kennis

gebruiken en gewoonten

symbolen

taal

rituelen en tradities

mythen en legenden

kunstuitingen

de groepscohesie stijgt door: (4)

perceptie van de vijand

opdoen van gemeenschappelijke ervaringen

bevestiging van normen en waarden

opzij zetten externe verschillen

voordelen van instituties: (2)

zekerheid omtrent sociale rollen/rechten en plichten

zorgen voor continuïteit en duurzaamheid

nadelen/risico’s van instituties (2)

inperking van de vrijheid

rigiditeit

kenmerken voor sociale ongelijkheid (3)

ongelijke waardering

ongelijke behandeling

ongelijke verdeling van schaarse, maatschappelijke gewaardeerde zaken

slavernij (4)

historisch en hedendaags

minderwaardigheid positie (eigendom)

tweedelige samenleving

overheid grote rol in het tegenhouden

soorten rolstress (3)

rolconflict

rol ambiguïteit

roloverlading

standensamenleving (5)

feodale Europa = middeleeuwen

plaats werd bepaald door grondbezit

drie standen (adel, clerus, de derde stand)

gesloten samenleving

bestaat nog in derde wereldlanden

klassensamenleving (5)

onstaan eind 18e eeuw

gevolg van maatschappelijke veranderingen (industrialisering)

gevolg van ideologische veranderingen (renaissance, verlichting)

onstaan sociologie

hedendaags: arbeidsdifferentiatie, sociaal economische stratificatie

verband tussen maatschappelijk evenwicht en sociale vrede

Het idee dat je zelf ervoor kan zorgen dat je positie veranderd voorkomt dat mensen gaan protesteren tegen onrecht.

armoede modellen (4)

individueel schuldmodel

individueel ongevalmodel

maatschappelijk schuldmodel / structureel model

maatschappelijk ongevalmodel / conjunctureel model