Looks like no one added any tags here yet for you.
Zorg aan volwassenen
Volwassenen hebben vaak meer complexe medische aandoeningen die een diepere medische expertise vereisen.
Communicatie met volwassen patiënten
Communicatie is doorgaans directer en volwassen patiënten zijn in staat om zelf keuzes te maken over hun behandeling.
Autonomie en zelfmanagement
De nadruk ligt op autonomie en zelfmanagement van gezondheid.
Verschillen in anatomie en fysiologie tussen volwassenen en kinderen
Volwassenen hebben een volledig ontwikkeld lichaam, terwijl kinderen nog in groei zijn, wat invloed heeft op hun metabolisme en reactie op medicatie.
Zorg aan kinderen
Kinderzorg vereist een specifieke kennis van de verschillende ontwikkelingsfasen en de psychosociale behoeften die verbonden zijn aan de kindertijd.
Betrokkenheid van ouders in kinderzorg
Er is een grotere nadruk op de betrokkenheid van ouders en verzorgers bij het zorgproces.
Communicatie in kinderzorg
Kinderen kunnen moeite hebben met communiceren en zelf beslissingen nemen, wat extra aandacht vereist voor ethische vraagstukken en gezinsgerichte zorg.
Verschillen in anatomie en fysiologie van kinderen
Kinderen hebben een hoger percentage lichaamswater en een ander metabolisme, wat hun reacties op medicatie en behandeling kan beïnvloeden.
Kinderen zijn geen kleine volwassenen
Groter hart en hartminuutvolume
polsfrequentie hoger bij lage RR
be=ij benauwd is sneller ademen ipv grote teugen
sneller uitdrogen en onderkoeld
cognitief en emotioneel nog niet helemaal ontwikkeld
Partnerschap in gezinsgerichte zorg
Zorgverleners en gezinnen fungeren als gelijkwaardige partners in het zorgproces, met waardering voor de kennis en ervaring van familieleden.
Communicatie in gezinsgerichte zorg
Er moet sprake zijn van transparante en eerlijke communicatie, waarbij zorgverleners en gezinnen informatie duidelijk en toegankelijk delen.
Empowerment van gezinnen
Gezinnen ontvangen de noodzakelijke middelen en ondersteuning om actief deel te nemen aan de zorg voor hun kind.
Flexibiliteit in zorg
Zorg moet zich aanpassen aan de specifieke behoeften en voorkeuren van elk gezin, rekening houdend met de diversiteit van gezinssamenstellingen.
Integratie van diensten
Zorg moet gericht zijn op het samenbrengen van verschillende diensten rondom het gezin en de behoeften van het kind om een holistische zorgaanpak te waarborgen.
Principes van gezinsgerichte zorg
Partnerschap tussen zorgverleners en gezinnen
Open en eerlijke communicatie
Empowerment van gezinnen
Flexibiliteit in zorg
Integratie van diensten
Informed consent in de kindzorg
Ouders moeten vaak toestemming geven voor behandelingen, terwijl kinderen mogelijk niet volledig begrijpen wat dit betekent, wat spanning kan veroorzaken.
Autonomie van het kind
Het erkennen van de stem van het kind kan conflicteren met de wensen van ouders of zorgverleners.
Behandeling versus kwaliteit van leven
Ethische dilemma's kunnen ontstaan over het voortzetten of stoppen van behandelingen, waarbij de kwaliteit van leven wordt afgewogen tegen de levensduur.
Zorgtoewijzing in de gezondheidszorg
De beschikbaarheid van middelen roept ethische vragen op over welke kinderen prioriteit krijgen bij behandelingen.
Emotionele impact van ziekenhuiszorg
De emotionele impact van ziekenhuiszorg op zowel kinderen als ouders kan leiden tot conflicterende belangen bij zorgbeslissingen.
Respect voor het kind
Verpleegkundigen moeten het kind als individu respecteren, met aandacht voor zijn of haar unieke behoeften en rechten.
Betrokkenheid van ouders en verzorgers
Het betrekken van ouders in het zorgproces is essentieel, waarbij communicatieve vaardigheden en empathie centraal staan.
Integriteit en professionaliteit
Verpleegkundigen dienen te handelen in het belang van het kind en de ouders, waarbij ethische overwegingen en verantwoorde besluitvorming prioriteit hebben.
Bevordering van gezondheid en welzijn
De verantwoordelijkheid om de gezondheid en het welzijn van kinderen te bevorderen, door preventie en educatie te integreren in de zorg.
Continuïteit van zorg
Zorg voor een vloeiende en continue zorgtraject voor kinderen, met aandacht voor overgangsperiodes zoals overplaatsing naar andere zorgsettings.
Fysieke ontwikkeling van peuters
Peuters verbeteren hun motorische vaardigheden zoals lopen, rennen, en klimmen, en leren fijne motoriek zoals kleuren en bouwen met blokken.
Cognitieve ontwikkeling van peuters
Peuters beginnen de wereld om hen heen te begrijpen, ontwikkelen hun geheugen en probleemoplossende vaardigheden, en beginnen met eenvoudige redeneringen.
Taalontwikkeling van peuters
De woordenschat van peuters groeit snel; ze leren eenvoudige zinnen te vormen en kunnen hun behoeften en gevoelens beter uitdrukken.
Sociale ontwikkeling van peuters
Peuters leren interacteren met anderen, ervaren emoties zoals vriendschap en competitie, en leren delen en samen spelen.
Emotionele ontwikkeling van peuters
Peuters begrijpen en uiten emoties beter, hebben wisselende stemmingen en leren omgaan met frustratie en teleurstelling.
Ontwikkeling na het 1e jaar
Peuters beginnen te lopen, maar herkennen geen gevaar en leren vallen en opstaan.
Ontwikkeling na het 2e jaar
Tijdens de peuterpuberteit ontdekken ze eigen grenzen.
Ontwikkeling na het 3e jaar
Peuters leren vragen te stellen zoals 'hoe' en 'waarom', en ontwikkelen sociale vaardigheden en leren taakjes uitvoeren.
Zorg voor ademhalingsproblemen bij RS-virus
Kinderen met RS-virus kunnen moeite hebben met ademhaling; interventies omvatten monitoring van de ademhaling en toediening van zuurstof indien nodig.
Hydratatiebehoeften bij RS-virus
Uitdroging kan optreden door verminderde voedsel- en vochtinname; interventies omvatten het aanmoedigen van hydratatie en IV-vloeistoftherapie.
Infectiepreventie bij RS-virus
Verhoogd risico op secundaire infecties vereist goede hygiëne en beperking van blootstelling aan zieke kinderen.
Ondersteuning van ouders bij RS-virus
Ouders hebben mogelijk veel vragen en angst; interventies omvatten voorlichting, ondersteuning en aanmoedigen van betrokkenheid.
Monitoring van symptomen bij RS-virus
Belangrijk om symptomen zoals koorts, hoesten en activiteit te monitoren en veranderingen tijdig te rapporteren aan het zorgteam.