College 6: Mentale vaardigheid

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/35

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Vocabulaire-flashcards ter voorbereiding op het tentamen over mentale vaardigheid: begrippen, tests, theorieën en onderzoeksbevindingen.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

36 Terms

1
New cards

Mentale vaardigheid

Capaciteit om problemen op te lossen die denk-gerelateerde vaardigheden vereisen; synoniemen: cognitieve vaardigheid, intelligentie.

2
New cards

Persoonlijkheid

Algemene, duurzame patronen van typische gedragsneigingen zonder goed/fout-antwoorden, gemeten met vragenlijsten.

3
New cards

'g'-factor

Algemene mentale vaardigheid die alle cognitieve tests positief met elkaar verbindt (‘positive manifold’).

4
New cards

Deviatie-IQ

Wechslers IQ-schaal waarbij de ruwe score wordt vergeleken met de verwachte score voor de leeftijd (gem. 100, SD 15).

5
New cards

Factoranalyse

Statistische techniek (geïntroduceerd door Spearman) om onderliggende factoren, zoals ‘g’, in testdata te ontdekken.

6
New cards

Binet-Simon-schaal

Eerste intelligentietest (1904) met 30 taken oplopend in moeilijkheid om zwakkere kinderen te identificeren.

7
New cards

Stanford-Binet

Geamerikaniseerde versie van Binet-Simon door Terman; huidige 5e editie meet brede intelligentiefactoren.

8
New cards

Wechsler Adult Intelligence Scale (WAIS)

Individuele intelligentietest voor volwassenen met subschalen voor verbale begrip, perceptueel redeneren, werkgeheugen en verwerkingssnelheid.

9
New cards

International Cognitive Ability Resource (ICAR)

Openbare set van vier cognitieve subtests (VR, LN, MR, R3D) gebruikt in onderwijs en onderzoek.

10
New cards

Raven’s Progressive Matrices

Cultureel-arme test voor abstract redeneren, beschouwd als beste maat voor fluïde ‘g’.

11
New cards

Emotionele Intelligentie (EI)

Vermogen om emoties accuraat te begrijpen en gebruiken; objectief gemeten met MSCEIT.

12
New cards

Dispositioneel Inzicht

Vermogen om te redeneren over persoonlijkheidskenmerken van anderen; gemeten met de DIT.

13
New cards

Psychofysiologische maten

Reactietijd- en inspectietijdtaken die r ≈ −.30 met ‘g’ correleren.

14
New cards

Keuze-reactietaak

Taak waarbij men zo snel mogelijk op een stimulus reageert; kortere tijden geassocieerd met hogere intelligentie.

15
New cards

Inspectietijdtaak

Taak waarbij men in 30-250 ms moet aangeven welke lijn langer is; kortere inspectietijd duidt op hogere ‘g’.

16
New cards

Hersengrootte

Structurele biologische correlate van intelligentie; totale hersenvolume correleert ± .28 met ‘g’ (UK Biobank).

17
New cards

Erfelijkheid (h²) van ‘g’

Genetische bijdrage aan verschillen in intelligentie: ± 40 % bij kinderen, ± 65 % bij volwassenen.

18
New cards

Flynn-effect

Gemiddelde IQ-stijging van ± 3 punten per 10 jaar sinds 1930, vooral op fluïde tests.

19
New cards

Negatief Flynn-effect

Recente daling van IQ-scores in sommige Noord-Europese landen (bv. Noorwegen, Finland).

20
New cards

Voeding en IQ

Alcohol, roken, lood en ondervoeding verlagen IQ; effect borstvoeding klein na controle voor moeder-IQ.

21
New cards

Geboortevolgorde-effect

Eerstgeborenen scoren gemiddeld ~3 IQ-punten hoger; ondersteund door sociaal (stimulerende omgeving) i.p.v. biologisch model.

22
New cards

Verschillen m/v in ‘g’

Geen gemiddeld verschil; mannen beter in ruimtelijk inzicht, vrouwen in verbaal/memory; SD mannen iets groter.

23
New cards

Fluid intelligence

Vloeibare, contextvrije probleemoplossing; sterk beïnvloed door het Flynn-effect.

24
New cards

Crystallized intelligence

Kennis- en ervaringsgebonden vaardigheden (woordenkennis, rekenen); minder gevoelig voor Flynn-effect.

25
New cards

Assortative mating

Neiging om partners met vergelijkbare verbale vaardigheid te kiezen (r ≈ .45).

26
New cards

Levensduur & IQ

Hoger IQ voorspelt langere levensduur via gezondere leefstijl, minder ongelukken en beter begrip gezondheidsinfo.

27
New cards

Academische prestatie en IQ

Correlatie ~ .50; hoger voor verbaal/wiskunde (.60) dan non-verbaal (.40).

28
New cards

Taakprestatie en IQ

Correlatie ~ .40, oplopend tot .50 bij complexe taken.

29
New cards

Criminaliteit en IQ

Negatieve correlatie (r ≈ −.17); mogelijk door betere kosten-batenanalyse en minder frustratie bij hoge IQ.

30
New cards

Army Alpha & Beta

Groepstests uit WO I voor respectievelijk geletterde en analfabete rekruten.

31
New cards

Positive manifold

Observatie dat alle cognitieve tests positief met elkaar correleren; basis voor ‘g’-concept.

32
New cards

Maximum performance

Kenmerk van mentale-vaardigheidstests: er zijn goede/foute antwoorden en men levert maximale inspanning.

33
New cards

Typische gedragsneiging

Kenmerk van persoonlijkheidstests: beschrijven hoe iemand zich gewoonlijk gedraagt, zonder juiste antwoorden.

34
New cards

Processing Speed Index (WAIS)

Subindex van WAIS (Coding, Symbol Search) die snelheid van eenvoudige cognitieve handelingen meet.

35
New cards

Working Memory Index (WAIS)

Subindex (Digit Span, Arithmetic) die tijdelijk vasthouden en bewerken van informatie meet.

36
New cards

Perceptual Reasoning Index (WAIS)

Subindex (Block Design, Matrix Reasoning, Visual Puzzles) voor non-verbale en ruimtelijke redeneervaardigheid.