Understanding Humans - Key terms 24/25

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/65

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

66 Terms

1
New cards

Context of Use(r)

De fysieke, sociale en culturele factoren rondom het gebruik van een product of dienst, inclusief wat er vóór en na het gebruik gebeurt, plus de toestand en stemming van de gebruiker.

2
New cards

Empathy

Het vermogen om de gevoelens, gedachten en ervaringen van anderen te begrijpen en te delen.

3
New cards

Experience - Erfahrung

Ervaring door herhaling en bekendheid (zoals leren autorijden).

4
New cards

Experience - Erlebung

Een directe emotionele reactie op een situatie (zoals vreugde bij een autorit).

5
New cards

Experience - Erlebnis

Een belangrijke, betekenisvolle gebeurtenis die als verhaal kan worden gedeeld (zoals een roadtrip).

6
New cards

Tacit Knowledge

Praktische kennis die moeilijk uit te leggen is, maar wel kan worden toegepast. Dit kan worden onthuld door reflectie.

7
New cards

Self Reflection

Het proces van nadenken over eigen gedachten, gevoelens en ervaringen om inzicht te krijgen in zichzelf.

8
New cards

Design Ethnography

Het bestuderen van mensen en culturen via participerende observatie, gericht op inzichten die het ontwerpproces sturen.

9
New cards

Culture

Een systeem van gedeelde overtuigingen, waarden en gebruiken die een samenleving overbrengt van generatie op generatie.

10
New cards

Context

De hele achtergrond die relevant is voor een specifieke gebeurtenis

11
New cards

Gender

Socioculturele attitudes en gedragsgewoontes die de rollen van mannen en vrouwen vormen

12
New cards

Human relationship

Sociaal opgebouwde connecties en associaties tussen twee of meer mensen

13
New cards

Human connectedness

Positieve, ondersteunende sociale relaties die het leven betekenis geven.

14
New cards

Social system

Een netwerk van sociale structuren en interacties die de organisatie en werking van een samenleving bepalen.

15
New cards

Culture sensitivity

De oprechte interesse in elkaars cultuur, en de bereidheid om deze te begrijpen en te respecteren.

16
New cards

Design and the politics of life and living

Ontwerpen houdt altijd in dat bepaalde personen, ideologieën, argumenten, posities en privileges worden verbeeld en gerealiseerd in de materiële wereld. Hierdoor creëert design onvermijdelijk specifieke politiek rondom het leven.

17
New cards

Design politics

De complexe relaties die de politiek van design en het ontwerp van politiek omvatten.

18
New cards

Politics of design

Bepaalt wie als ontwerper wordt gezien en wie recht heeft om over design te spreken; wie de taal van design begrijpt en mag uitbreiden, wie kritiek mag geven en wie buitenstaander is.

19
New cards

Design of politics

Het ontwerp van politiek omvat de materiële elementen die door mensen en niet-menselijke actoren worden geproduceerd en die voorwaarden scheppen voor bepaalde politieke situaties.

20
New cards

Product Experience

Het bewustzijn van psychologische effecten die ontstaan door interactie met een product, inclusief zintuiglijke prikkels, betekenis en emoties.

21
New cards

Design for experience

Het creëren van een product of dienst met de intentie om een specifieke ervaring op te wekken

22
New cards

Aesthetics

Genot dat ontstaat door zintuiglijke waarneming.

23
New cards

Maximum effect for minimum means

Men heeft voorkeur voor oplossingen of ideeën met zo min mogelijk elementen die toch een groot probleem moeten oplossen of uitleggen

24
New cards

Prototypical objects

Typische representaties die de informatie samenvatten die alle objecten van een bepaalde categorie gemeenschappelijk hebben.

25
New cards

MAYA principle

Mensen geven de voorkeur aan een optimale combinatie van herkenbaarheid en nieuwheid.

26
New cards

Sound

De trillingen gemaakt door bewegende objecten die het gehoorsysteem bereiken

27
New cards

Hearing

Auditieve sensaties die worden veroorzaakt door trillingen die een zintuiglijke reactie uitlokken veroorzaken. Het identificeren van de geluidsbron is hierbij niet essentieel.

28
New cards

Types of Sounds

Typen geluiden in onze dagelijkse omgevingen die hiërarchisch geordend kunnen worden als volgt: menselijke geluiden, natuurlijke geluiden (dieren of wind etc.), muzikale geluiden & technologische geluiden

29
New cards

Soundscapes

De akoestische omgeving zoals deze wordt waargenomen of ervaren door mensen in een specifieke context (bijv. parken, ziekenhuizen, keukens).

30
New cards

listening

De bewuste handeling van aandacht besteden aan de akoestische omgeving. Het doel is geluidsbronnen te identificeren en hun kwaliteit te beoordelen op basis van aangenaamheid en gebeurtenisrijkheid.

31
New cards

Types of listeners

Verschillende luistertypes in geluidsgedreven ontwerp, afhankelijk van hun aandachtstoestand: Exposed-listening: Inactieve luisteraars. Background listening: Passieve luisteraars. Listening-in readiness: Actieve luisteraars. Listening-in-search: Geluidsgebruikers. Listening-in-action: Geluidsproducenten.

32
New cards

Sound-Induced Action

Luisteraars delen een akoestische omgeving en vinden mogelijkheden voor acties die passen bij hun rol en de geluiden waaraan ze aandacht geven.

33
New cards

Product Expression

Hoe een product zich uitdrukt door middel van kleur, vorm, geometrie, temperatuur, hoogte, enz. Dit kan abstracte concepten overbrengen zoals schattig, elegant of sportief.

34
New cards

Emotion

Een kortstondige, positief of negatief gewaardeerde subjectieve reactie op een gebeurtenis die relevant is voor persoonlijke belangen. Emoties zijn onvrijwillig, maar hun uitingen en gedrag kunnen enigszins worden beheerst.

35
New cards

Appraisal process

Een automatische evaluatie van hoe een stimulus iemands welzijn (emoties) beïnvloedt. Positieve emoties ontstaan bij een gunstige beoordeling, negatieve emoties bij een schadelijke beoordeling.

36
New cards

Human concerns

Zaken die mensen belangrijk vinden in het leven, zoals belangen, waarden en behoeften. Sommige zorgen zijn universeel (bijv. veiligheid), terwijl andere situationeel afhankelijk zijn (bijv. op tijd thuis willen zijn).

37
New cards

Motivation

De processen dat gedrag zijn energie en aansturing geeft

38
New cards

Basic psychological needs in SDT

In de zelfdeterminatietheorie wordt verwezen naar drie universele psychologische behoeften die cruciaal zijn optimale motivatie, groei en welzijn. Deze basisbehoeften zijn: autonomie (controle over je eigen leven), competentie (gevoel dat je effectief bezig bent) & verbondenheid (banden met andere mensen)

39
New cards

incentive contingency

De mate waarin de beloning direct of indirect verband houdt met je prestaties

40
New cards

Self-efficacy

Het geloof van mensen in hun vermogen om gebeurtenissen te beïnvloeden die hun leven raken

41
New cards

Nudge

Bij het maken van ‘automatische’ keuzes laten mensen zich niet leiden door redelijke argumenten, maar door neigingen die worden opgeroepen door subtiele signalen

42
New cards

Human behavior

De manier waarop iemand handelt in een specifieke situatie en onder specifieke omstandigheden. Gedrag wordt beïnvloed door persoonlijke eigenschappen (zoals geschiedenis, persoonlijkheid, motivatie) en de context (zoals fysieke, sociale en culturele factoren)

43
New cards

Social norms

Ongeschreven regels of overtuigingen die als acceptabel worden beschouwd in een bepaalde sociale groep of cultuur. Normen geven ons een idee van hoe we ons moeten gedragen en zorgen voor orde en voorspelbaarheid in de samenleving.

44
New cards

Attitude

Hoe positief of negatief iemand een bepaald gedrag en het resultaat van dat gedrag beoordeelt

45
New cards

Organizational Human Factors (or Organizational Ergonomics)

Een deelgebied van de Human Factors-discipline dat zich richt op het aanpassen van socio-technische systemen aan de behoeften, mogelijkheden en beperkingen van mensen. Onderwerpen zijn onder andere teamwork, communicatie, taakverdeling en betrokkenheid.

46
New cards

Human Factors (or Ergonomics)

De discipline die zich bezighoudt met het aanpassen van omgevingen (producten, diensten, strategieën, beleid) aan de behoeften, capaciteiten en beperkingen van mensen.

47
New cards

Human Factors Approach

Een systematische en ontwerpgerichte benadering die gericht is op het verbeteren van de prestaties van systemen (efficiëntie, effectiviteit) en het welzijn van individuen (veiligheid, gezondheid, comfort, werktevredenheid, gebruikerservaring).

48
New cards

Anthropometry

De wetenschap die fysieke maten van het menselijk lichaam definieert, verzamelt en analyseert. Dit omvat lichaamsafmetingen, verhoudingen en biomechanische eigenschappen zoals massa en kracht. Anthropometrie draagt bij aan ontwerp, architectuur, forensisch onderzoek, orthopedie en biologie.

49
New cards

Usability (ISO 9241)

De mate waarin een product of dienst bruikbaar is voor specifieke gebruikers om specifieke doelen te bereiken met effectiviteit, efficiëntie en tevredenheid binnen een bepaalde gebruikscontext, te verdelen in: Effectiviteit: Hoe volledig en nauwkeurig gebruikers hun doelen bereiken, Efficiëntie: Hoeveel middelen nog zijn om die doelen te bereiken, Tevredenheid: Het comfort en de acceptatie van het gebruik

50
New cards

Comfort

Een aangename toestand of ontspannen gevoel van het menselijk lichaam als reactie op de fysieke omgeving.

51
New cards

Discomfort

Een onaangename toestand van het lichaam als reactie op de fysieke omgeving. Dit kan leiden tot klachten, verwondingen of pijn.

52
New cards

Ergonomic Guidelines and Standards

Informatie en (inter)nationale afspraken om ergonomische principes in de praktijk te brengen.

53
New cards

Distal and proximal senses

Proximale zintuigen: Direct contact met de stimulus (bijv. aanraking, smaak). Distale zintuigen: Geen direct contact nodig (bijv. zicht, gehoor, reuk).

54
New cards

Multisensory Integration

Het vermogen om signalen van verschillende zintuigen te combineren tot één samenhangende waarneming.

55
New cards

Perceptual Threshold

Het niveau van stimulusintensiteit dat nodig is om een bepaalde gewaarwording te ervaren.

56
New cards

Perceptual Attributes

Subjectieve eigenschappen (zoals kleur, lichtheid en hardheid) waargenomen uit fysieke stimuli (zoals licht en geluid).

57
New cards

Cues

Kenmerken die bijdragen aan een waarneming.

58
New cards

Gestalts

Een hele configuratie waarin elementen samenwerken om eigenschappen te vormen die de delen afzonderlijk niet hebben.

59
New cards

Affordances

De mogelijkheden voor actie die een object, omgeving of situatie biedt aan een persoon.

60
New cards

Ventriloquism Effect

Het waarnemen van geluid als afkomstig van een andere richting door de invloed van visuele stimuli.

61
New cards

Cognition

Alle bewuste en onbewuste mentale processen waarmee kennis wordt verwerkt, zoals waarnemen, plannen, leren, en beslissen.

62
New cards

Information

Het resultaat van subjectieve verwerking van stimuli of data uit de omgeving, wat bijdraagt aan kennis.

63
New cards

Attention

Het selectief focussen op een specifiek aspect van een stimulus. Exogene aandacht: Automatisch aangetrokken aandacht, Endogene aandacht: Vrijwillig gerichte aandacht

64
New cards

Workload

De hoeveelheid mentale inspanning die nodig is om een taak uit te voeren. Als de taak meer vraagt dan de beschikbare middelen, ontstaat cognitieve overbelasting.

65
New cards

Memory

Het mentale opslagsysteem voor informatie uit activiteiten of ervaringen. Volgens het Multi-Store Model: 1. Sensorisch geheugen: Korte opslag van waarnemingen. 2. Kortetermijngeheugen: Tijdelijke opslag door aandacht. 3. Langetermijngeheugen: Permanente opslag door verwerking en herhaling.

66
New cards

Mental model

Een mentale voorstelling die begrip, redenering en voorspelling ondersteunt. Het omvat attributen, regels en verwachtingen over een systeem of product