1/37
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
cytoplasma
= alles binnen het celmembraan, behalve de celkern
3 onderdelen
inhoud
1 — cytosol
2 — organellen
3 — cytoskelet
1 — CYTOSOL
cytosol
= vloeistof/gelei met “opgeloste stofjes” en (onoplosbare) inclusies
70% celvolume
plaats waar veel chemische reacties plaatsvinden
inclusies — soorten
vetdruppels
glycogeen granules
glycogeen = polysaccharide
pigment ophopingen
vb. melanine
inclusies — kenmerken
geen membraan
geen / nauwelijks metabole activiteit
MAAR niet helemaal “inert”
membrane contact sites (MCS)
cytsol vs extracellulaire milieu
in cytosol hebben we;
meer;
kalium ionen (± 30 keer meer)
opgeloste neg. geladen eiwitten (200 g/L)
aminozuren
vetten
minder;
natrium (± 15 keer minder)
calcium (± 20.000 keer minder)
chloride (± 25 keer minder)
glucose (meestal), wordt vaak onmiddellijk ‘weg-gemetaboliseerd’
2 — ORGANELLEN
organellen (8)
met membraan
ER
Golgi-apparaat
lysosomen
peroxisomen
mitochondriën
exosomen
zonder membraan
ribosomen
proteasomen
endomembraansysteem — functie
groep van membraan-omgeven organellen in eukaryote cellen die samenwerken aan:
synthese
verpakken
transport
afbraak
van eiwitten, lipiden … binnen de cel
endomembraansysteem — opbouw
ER
Golgi-apparaat
endosomen
lysosomen
protein sorting
biologisch proces, “postkantoor”
eiwitten hebben andere chemische samenstelling
bepaalt welk eiwit naar waar moet
bestemming = organel met membraan
ER & Golgi-apparaat
ER
RER (cisternen + tubulen)
productie eiwitten (door ribosomen)
o.a. membraaneiwitten voor membraansynthese
GER (tubulen)
productie triglyceriden, fosfolipiden, (voorloper) steroïde hormonen (cholesterol → vb. testosteron), glycogeen …
Ca - opslag
transport
detoxificatie (door enzymen; CYP450)
communicatie
via vesikels
MCS = membrane contact sites
RER
eiwitten — 2 opties;
blijven transmembranair (werking enzym)
komen in ER lumen → vesiculair transport naar Golgi
exocytose
membraaneiwitten
andere organellen
RER — kwaliteitscontrole
kwaliteitscontrole in ER zelf, gebeurt pre-Golgi;
UPR (= unfolded protein response)
detecteert fout(e) eiwit(ten)
activatie ERAD (=ER-associated degradation)
eiwit naar cytosol
wordt gemarkeerd voor afbraak door toevoeging van ubiquitine
proteasoom verknipt eiwit tot bruikbare aminozuren
Golgi-apparaat — opbouw
5 à 6 cisternen
cis-zijde; ER
trans-zijde; celmembraan
mogelijks zijn er meerdere Golgi-apparaten per cel
Golgi-apparaat — functies (5)
afwerking stoffen uit ER → vesikels
*vb. bijknippen, fosforylatie, sulfatatie, glycosilatie ...
functies;
modificatie eiwitten*
vesikels voor export
vesikels voor intern gebruik;
vb. hydrolasen voor lysosomen
stockage functie
membraan aanleveren
intracellulair vesikel transport
RER ←→ Golgi
belang eiwitten;
clathrine
COPI (achterwaarts)
COPII (voorwaarts)
Rab
lysosomen
= blaasjes gevuld met verteringsenzymen → afbraak
afkomstig uit Golgi-apparaat
enkel bij dierlijke cellen
lysosomen — functies (3)
afbraak/recyclage van organellen/EW aggregaten
autofagie — autofagosoom = eigen aan cel
verdediging tegen bacteriën/organisch afval
heterofagie — heterofagosoom = niet eigen aan cel
celdood (apoptose/necrose) en opkuis van celresten (efferocytose)
lysosomen — hydrolasen
belangrijkste enzym type in lysosoom
herkomst = Golgi via vesikels
“adreskaartje” = M6P
werking in zuur mlilieu (H+)
protonpomp
knippen bindingen macromoleculen
tot oorspronkelijke “bouwstenen”
protein sorting — hydrolasen
Golgi → lysosomen
hydrolase precursor
fosforylatie; M6P = mannosefosfaat
peroxisomen
= kleine blaasjes gevuld met enzymen
afkomstig uit;
“budding” ER
andere peroxisomen
peroxisomen — functies
neutraliseren (voor de cel gevaarlijke) vrije radicalen
lipidenstofwisseling; talrijk in lever en nier
afbraak vetzuren
afbraak AZ’en en purines
mitochondriën
"energiecentrales" van de cel
produceren ATP
oorsprong te verklaren adhv primaire
endosymbiosetheorie;
eigen circulair DNA
dubbel membraan
binaire fissie; delen onafhankelijk cel
mitochondriën — functies
ATP-productie
via cellulaire ademhaling (oxidatieve fosforylatie) wordt ATP gemaakt uit glucose en zuurstof
metabolisme
spelen een rol in vetzuurafbraak (β-oxidatie), citroenzuurcyclus (Krebs) en aminozuurafbraak
Ca-opslag
celsturing en apoptose
ze kunnen eiwitten vrijlaten die leiden tot geprogrammeerde celdood (apoptose) — cruciaal voor ontwikkeling en bescherming tegen kanker
exosomen
= hele kleine blaasjes = ILVs = intra-luminele vesikels
zitten in MVBs = multi-vesicular bodies
ILVs worden vrijgesteld na fusie van MVB met celmembraan
komen in extracellulair milieu terecht; we spreken nu over exosomen
exosomen — functies
transport tussen cellen van;
eiwitten
RNA
lipiden
…
belangrijk voor celsignalering, immuunreacties en ziekteprocessen zoals kanker
3 — CYTOSKELET
opbouw
microfilamenten
actine
intermediaire filamenten
vimentine, desmine, cytokeratine
microtubuli
tubuline, kinesine, dyneine
microfilamenten — opbouw
G-actine → F-actine
globaal (bol) → filament
2 F-actine draden → α-helix
microfilamenten — functies & eigenschappen
celcortex (~stevigheid)
spankabels doorheen de cel
verbinden van celstructuren
spiercelcontracties
celdeling = cytokinese
zorgt voor microvilli structuur
vnl. bij darm-epitheel
verwar niet met trilharen!!
beweeglijkheid van cel (pseudopodiën)
intermediaire filamenten — opbouw
touwachtige eiwitstructuren (10 nm)
opgebouwd uit vezelvormige eiwitten
vb. vimentine, desmine, cytokeratine …afhankelijk van het celtype
intermediair = tussen microfilamenten en microtubuli
zeer sterk en stabiel – weinig dynamiek in vergelijking met de andere twee cytoskeletelementen
intermediaire filamenten — functies
mechanische stevigheid cel;
beschermt cel tegen rek- en trekkrachten
verankeren celorganellen
behoud v/d vorm v/d celkern
vormt stevige netwerken in huidcellen, zenuwcellen en spiercellen
microtubuli — opbouw
holle buizen (25 nm diameter).
opgebouwd uit tubuline-dimeren;
α- en β-tubuline
beginnen in het centrosoom
dynamisch: kunnen snel op- en afgebroken worden (polymerisatie/depolymerisatie)
microtubuli — eiwitten
Term | Type | Functie | Richting transport |
---|---|---|---|
Tubuline | structuureiwit | bouwt microtubuli op | |
Kinesine | motoreiwit | transport weg v/d kern | - naar + |
Dyneïne | motoreiwit | transport naar kern | + naar – |
microtubuli — functies
intracellulair transport via motoreiwitten;
dyneïne en kinesine
vorm en steun aan de cel
mitose
vormen de spoelfiguur voor chromosoomverdeling
cilia en flagellen;
opgebouwd uit microtubuli