Frans: VOC: trajet 1

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/73

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

VOC 1.1 + extra VOC 1.1 (sur les feilles de cours)

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

74 Terms

1
New cards

l’aire de repos, l’aire de stationnement

de rustplaats, de parkeerplaats

2
New cards

la bande d’arrêt d’urgence

de pechstrook

3
New cards

la voie de circulation de …

de …rijstrook (FR)

4
New cards

la bande de circulation de …

de …rijstrook (BE)

5
New cards

l’automobiliste

de automobilist

6
New cards

le poids lourd

de vrachtwagen

7
New cards

le véhicule

het voertuig

8
New cards

l’arrêt

de stilstand

9
New cards

circuler

circuleren, (door)rijden

10
New cards

déboucher de / sur

komen uit / uitkomen op

11
New cards

dépasser

inhalen

12
New cards

freiner

remmen

13
New cards

quitter

verlaten

14
New cards

ralentir

remmen

15
New cards

s’engager (sur / dans)

ingaan, inrijden, inslaan

16
New cards

s’immobiliser

tot stilstand komen

17
New cards

virer à …

… afslaan

18
New cards

en sens inverse

in tegengestelde richting

19
New cards

la ceinture de sécurité

de veiligheidsgordel

20
New cards

l’examen pratique

het practisch examen

21
New cards

l’examen théorique

het theoretisch examen

22
New cards

les feux

de verkeerslichten

23
New cards

l’intersection

het kruispunt

24
New cards

la limitation de vitesse

de snelheidsbeperking

25
New cards

la priorité

de voorrang

26
New cards

le ralentisseur

de verkeersdrempel

27
New cards

céder le passage

voorrang verlenen

28
New cards

clignoter

knipperen

29
New cards

stationer

parkeren

30
New cards

la collision

de botsing

31
New cards

le conducteur fantôme

de spookrijder

32
New cards

les dégâts matériels

de matteriële schade

33
New cards

l’excès de vitesse

de snelheidsovertreding

34
New cards

l’infraction

de overtreding

35
New cards

le verglas

de ijzel

36
New cards

glissant

glad, glibberig

37
New cards

déraper

slippen

38
New cards

entrer en collision (avec)

botsen tegen

39
New cards

heurter

botsen tegen, aanrijden

40
New cards

percuter

hard botsen tegen

41
New cards

perdre le contrôle du véhicule

de controle over het voertuig verliezen

42
New cards

renverser

omverrijden

43
New cards

succomber

bezwijken

44
New cards

sur le coup

op slag

45
New cards

réussir

slagen

46
New cards

diminuer

verminderen

47
New cards

échouer

falen

48
New cards

augmenter

vermeerderen

49
New cards

baisser

verlagen

50
New cards

hausser

verhogen

51
New cards

les panneaux de danger

de gevarenborden

52
New cards

les panneaux de priorité

de voorangsborden

53
New cards

les panneaux d’interdiction

de verbodsborden

54
New cards

les panneaux d’obligation

de veplichtingsborden

55
New cards

les panneaux à l’arrêt ou au stationnement

de borden over stilstaan en parkeren

56
New cards

le toit

het dak

57
New cards

le toit ouvert

het open dak

58
New cards

le coffre

de koffer

59
New cards

le capot

de motorkap

60
New cards

la portière

het portier

61
New cards

le feu avant

het voorlicht

62
New cards

le feu arrière

het achterlicht

63
New cards

le pare-chocs

de bumper

64
New cards

la pare-base

de voorruit

65
New cards

l’essuie-glace

de ruitenwisser

66
New cards

le pneu

de band

67
New cards

la roue

het wiel

68
New cards

le rétroviseur

de achteruitkijkspiegel

69
New cards

le clignotant

de richtingaanwijzer

70
New cards

la plaque d’immatriculation

de nummerplaat

71
New cards

l’aile

de vleugel

72
New cards

le tableau de bord

het dash-bord

73
New cards

le volant

het stuur

74
New cards

la pédale de frein

de rempedaal