1/72
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
wat bieden deze kaders?
Ze stellen ons in staat om na te denken over wat we te weten willen komen wanneer we via assessment iemands psychische problemen in kaart brengen
gevolg van psychiatriserend denken
Mensen gaan zichzelf en anderen opdelen in categorieën die ze verbijzonderen met etiketten. Ze gebruiken professionele taal, maar mixen die met allerlei spontane volkspsychologische manieren van denken. Zo koppelen mensen gewoonlijk verklaringen aan labels die ze hanteren.
=> deze etiketten worden gebruikt om ervaringen van onbehagen begrijpelijker te maken
wat hebben we nodig om aan de slag te gaan met mensen die psychische problemen ervaren?
een conceptueel-epistemologisch kader
nadeel van het internettijdperk
online zijn een tal van eenvoudige testjes te vinden van het type 'test and quiz whether you have a depression'... , waarbij een aantal keer klikken volstaat om een instant advies te krijgen dat vertelt of je werkelijk met een probleem zit of niet
pre-labeling // protoprofessionalisering // psychiatrisering
leken gaan termen overnemen uit het werk van zorgprofessionals en dit gespecialiseerde jargon gebruiken om zichzelf en anderen te typeren
bv wanneer een volwassenen over een druk kind zegt dat het een echte ADHD'er is
klinisch psychologische assessment is duidelijk te onderscheiden van dergelijke protoprofessionele oordeelsvorming
- onderscheid in de methodische aanpak die een diagnosticus volgt
- ook een onderscheid in de idee die hij heeft over welk soort menselijke ervaring hij een uitspraak wil doen
=> vooraleer we diagnosticeren moeten we conceptueel goed snappen over welk gegeven we precies een weten wensen op te bouwen
Voorwaarde voor we kunnen diagnosticeren
we moeten conceptueel goed snappen over welk gegeven we precies een weten wensen op te bouwen: gaat het over normaal zijn of niet? Gaat het over het feit dat iemand gestoord is? Gaat het over het al dan niet pathologisch zijn van bepaalde ervaringen?
Wat is de gedachte van Kurt Lewin?
=> wij conformeren hieraan, hoe?
'niets is zo praktisch als een goede theorie'
=> we bouwen een denkkader op waarin we verschillende opvattingen over assessment confronteren en in dialoog laten treden
Leg uit: assessment ≠ eenduidige bezigheid
Het is een activiteit waarin de beoordelaar impliciet of expliciet vertrekt vanuit een referentiekader en een bepaald doel voor ogen heeft.
Wat moet een diagnosticus doen vanuit het wetenschappelijke perspectief (voor we beginnen aan het proces)?
We moeten de epistemologische, theoretische en methodologische keuzes die aan de basis van een assessmentproces liggen expliciet maken.
=> we moeten alle opties kennen
Wat is het referentiekader in deze cursus?
Psychologisch en klinisch, met als bedoeling te begrijpen welke patronen en structuren aanwezig zijn in het handelen van mensen die psychisch lijden.
Wat is het doel van klinisch psychologisch assessment, ook specifiek in deze cursus?
Is erop gericht om de precieze aard te begrijpen van de psychopathologie die mensen ervaren
doel: pragmatisch => de diagnostiek die we in deze cursus behandelen, is erop gericht om vorm te geven aan interventies
wat doen we tijdens klinisch psychologisch assessment?
We construeren een weten over een concrete persoon of een systeem, zoals een koppel of een gezin. Dit weten heeft niet als doel om een ontologische uitspraak te doen over wie de ander in het diepst van zijn wezen is, maar is erop gericht om psychotherapeutisch handelen en andere klinisch psychologische interventies te oriënteren.
Wat is een klinisch diagnose?
Geen waarheidsclaim! Het is een richtingwijzer die de behandelaar moet helpen om zijn acties af te stemmen op de eigenheid van een patiënt.
Wat bedoelen we wanneer we stellen dat de goede diagnostiek pragmatisch georiënteerd is?
Ze biedt clinici handvaten om in te spelen op het functioneren van een patiënt.
Wat beoogt klinisch psychologisch assessment te zijn?
Een vertrekbasis voor psychotherapie en psychologische interventies. We maken dergelijke diagnoses typisch voor we een behandeling starten, maar grijpen er ook tussentijds naar terug wanneer we nagaan of onze interventies inspelen op kernproblemen bij de patiënt. Bij het einde van een behandeling worden diagnoses tot slot ook opgemaakt om na te gaan of en hoe iemands problemen doorheen de tijd veranderen.
definitie psychotherapie van Hans Strupp
Een interpersoonlijk proces dat ontwikkeld is om veranderingen aan te brengen in gevoelens, gedachten, houding en gedraging die storend zijn voor de persoon die hulp zoekt van een gekwalificeerde professional.
Wat is er cruciaal in de definitie van Hans Strupp?
- het accent op de interactie tussen psychotherapeut en patiënt
- de focus op verandering in het subjectieve functioneren van de patiënt en de verwijzing naar de professionele vorming van de psychotherapeut
aanvulling van deze definitie door Bruce Wampold
- psychotherapie vertrekt steeds van psychologische principes, en ze wordt ook op maat aangepast in functie van een specifieke patiënt en/of van de stoornis of problemen waar die persoon mee te kampen heft
nog een verdere aanvulling door Freud
- sleutelfiguur bij uitstek in de geschiedenis van de psychotherapie
- de psychotherapie bouwt voort op het spreken tussen patiënt en therapeut
- verandering komt tot stand via de talige uitwisselingen tussen hen beiden
de etymologie van de term 'patiënt'
- stelt zowel de factor van leed als van geduld aanwezig
- komt van het Latijnse 'pati', wat zowel verwijst naar 'lijden' als 'geduldig verdragen'
- de factor 'lijden' is cruciaal bij klinisch psychodiagnostiek
- met de term patiënt verwijzen we derhalve naar mensen die psychisch lijden
- wij gebruiken in deze cursus de term patiënt als een overkoepelende term voor zowel individuen als systemen (hetgeen waar de diagnostiek op gericht is)
de etymologie van de term 'cliënt'
- oorspronkelijk verwijst het naar vrijgelaten slaven, later naar consumenten
het verschil tussen psychologische assessment en forensische diagnostiek?
- Forensische diagnostiek wordt toegepast bij daders van misdrijven met als doel om in te schatten in hoeverre bepaalde psychische kenmerken en psychiatrische problematieken een rol spelen of speelden bij het plegen van een delict.
- Het richt zich niet op de behandeling van de patiënten maar op het taxeren van (potentiële) misdadigers.
- Door iemand te categoriseren als dader krijgen we een eerste diagnostisch onderscheid: diegene die de wetten overtreedt, verschilt van anderen die zich aan de wet houden => regelgericht (wetboek en samenleving als referentiepunt)
- Dergelijke taxatie is een juridische kwestie en leidt tot het toepassen van maatschappelijke maatregelen bv boetes
- Bij deze maatregelen staat de disciplinering van de dader centraal en vertrekt men van de doelstelling om verdere criminele daden tegen te gaan.
<=> Psychotherapeutische hulpverlening kan echter nooit automatisch volgen uit regelgerichte diagnostiek.
- daderhulp: verdere klinische psychodiagnostiek is cruciaal, men benadert de dader dan niet als crimineel maar als patiënt
daderhulp impliceert een belangrijke verschuiving: leg uit
De professional focust niet langer op een forensische inschatting maar op een behandelfinaliteit. De regelovertreder op zijn beurt wordt voortaan benaderd vanuit het punt van diens psychisch lijden.
Robert Hare: psychopathie op het niveau van regelgerichte diagnostiek
Primair gezien is het een concept bruikbaar voor risicotaxatie (P5 definitie van Hare). Een psychologisch risicoprofiel hangt samen met het herhaald stellen van criminele daden. Het is een psychosociale functioneringsmodaliteit die een subjectieve ongevoeligheid voor samenlevingsnormen impliceert. In functie van hulpverlening voor daders is een dergelijke diagnose weinig relevant.
Wat is de rol van de diagnosticus bij psychopathiemetingen?
- de diagnosticus zit in de rol van de expert die een profiel opmaakt
- hij taxeert hoe een dader functioneert
- hij is een speurder, die vanuit zijn expertise de ander doorlicht en evalueert
- doel: risicokenmerken te detecteren
- iemand die bijzondere kenmerken in de ander wil opsporen om vervolgens uitspraken te doen over hoe gevaarlijk die iemand is voor de maatschappij
Hoe kunnen we dit onderscheid helder houden?
Goed voor ogen houden welk doel we nastreven. Onze finaliteit is handelingsgericht en heeft als doel om beter vorm te kunnen geven aan hulpverlenende interventies.
Wat is het doel van klinisch psychologische assessment?
Het in kaart brengen van symptomen, klinische tekens, klachten en ruimere functioneringsdynamieken van psychische problemen, met het oog een eventuele interventie.
De focus ligt niet louter op het inventariseren van kenmerken (states and traits), maar om het vatten van processen en dynamieken waarin deze zijn ingebed. De processen waar onze aandacht naar uitgaat bij klinisch psychologisch assessment zijn psychologische dynamieken, relationele dynamieken en ruimere socio-culturele patronen waarbinnen het functioneren van een persoon vervat zit.
Geef de etymologie van het woord 'diagnostiek'
Komt van het Griekse woord: diagignoskein en heeft 2 betekenissen:
1. grondig leren kennen
2. onderscheidend kennen (waarbij het te kennen ding wordt onderscheiden van andere dingen)
Hoe kunnen we deze etymologie toepassen op de huidige visie op diagnostiek binnen de klinische psychologie?
Het gaat niet louter om het onderscheiden van problemen en niet louter om het gedetailleerd beschrijven van iemand functioneren, maar om de combinatie van beide. Op basis van een grondige exploratie van iemands ruime functioneren, met aandacht voor klachten en voor de context waarin deze al dan niet optreden, wordt een karakterisering opgemaakt van wat het probleem precies inhoudt. Hiertoe maken klinische psychologen in wisselende combinaties gebruik van narratief beschrijven, schalen en klasseren.
Kenmerkende eigenschap van de clinicus bij klinisch psychologisch assessment?
Hij/zij neemt geen beoordelende of evaluerende positie in, maar zit in een collaboratieve rol. De clinicus vertrekt vanuit een samenwerkingsrelatie en handelt eerst en vooral vanuit het perspectief en het belang van de patiënt. Hierbij wordt geen bevoogende of normatieve houding aangenomen. Het doel is om de manier waarop iemand in de wereld staat actief te helpen verbeteren; om de negatieve aspecten uit iemands functioneren ten goede te keren. Hierdoor heeft klinisch psychologisch assessment altijd een pragmatische focus.
Waaruit vertrekt klinisch psychologische assessment?
Vanuit iemands ervaring van psychopathologie, ze gaat uit van het onbehagen of pathos die iemand ten aanzien van zichzelf ervaart. Er is geen diagnose van psychopathologie zonder dat er sprake is van een patiënt die duidelijk een lijden ervaart tav zijn eigen levenstoestand.
Bill Fulford: ziekten karakteriseren in de medische context
Hij ziet ziekten als onaangename toestanden die interfereren met het dagelijks leven en die iemand niet kan tegenhouden met zijn gebruikelijke manier van handelen.
Rachel Cooper: psychiatrische problemen karakteriseren
Een geestestoestand is maar klinisch psychopathologisch van aard indien er aan 3 voorwaarden voldaan is:
1. de persoon ervaart zijn psychische toestand als iets slecht;
2. de persoon in kwestie lijdt onder wat hij ervaart en is hierdoor ongelukkig
3. de psychische toestand van de patiënt is behandelbaar
Verklaar de eerste voorwaarde van Cooper nader
de persoon ervaart zijn psychische toestand als iets slecht:
- een manier van handelen en functioneren maar als pathologisch beschouwd kan worden indien een persoon zich het slachtoffer voelt van wat hij of zij ervaart
BV: Een persoon kan hallucinatoir stemmen horen en zich slecht voelen door wat ze steeds moeten aanhoren maar anderen kunnen hier geen grote hinder van ervaren. Het is de hinder, bij de eerste persoon, die zal leiden tot diagnosestelling.
Cooper: nadenken over ziekte zoals we nadenken over onkruid
Een plant is maar onkruid indien die ongewenst is. Een madeliefje kan bijgevolg onkruid zijn in de ene tuin en een bloem in een andere tuin, afhankelijk van het in een bepaalde tuin beschouwd worden als iets goed of niet.
Geef het verschil tussen klinisch psychologisch assessment, juridische besluitvorming en forensische diagnostiek adhv het voorbeeld van bestialeit
Als iemand verlangt naar seks met dieren kunnen we dit enkel beschouwen als psychopathologie indien de persoon er zelf hinder aan ondervindt.
=> klinisch psychologisch assessment
Iemand met dergelijke impulsen kan mogelijkerwijs overgaan tot daden die ingaan tegen het maatschappelijk fatsoen/
=> maar wanneer we daarover oordelen doen we aan juridische besluitvorming
Als we dan het risico gaan inschatten dat iemand effectief dergelijke daden stelt
=> forensische diagnostiek
In de twee laatste gevallen bestaat uit referentiepunt uit juridische normen, deze drukken uit in hoeverre iemands daden hinderlijk zijn voor anderen.
Verklaar nader de tweede voorwaarde van Cooper
Een klinische diagnose kan maar gesteld worden indien iemand lijdt en zich ongelukkig voelt door de abnormaliteiten die hij in zijn eigen functioneren ervaart.
- omdat iemand zich een leven kan herinneren of verbeelden waarin het ongewenste of abnormale dat men ervaart niet aanwezig was of is, kan het voor die persoon zwaar worden om de toestand te verdragen die hij effectief ervaart
Verklaar nader de derde voorwaarde van Cooper
Men kan maar een klinische diagnose stellen indien de klacht van iemand slaat op een toestand die te behandelen is met behulp van psychiatrische interventies.
- laat toe om een onderscheid te maken tussen klinisch psychologische problemen en condities die met andere factoren samenhangen
- medische invulling
VB: geldgebrek kunnen we beschouwen als iets waar velen zich het slachtoffer van voelen en waar ze ongelukkig van worden maar dit geeft geen aanleiding tot een klinisch diagnose
Waarom is louter spreken over 'diagnostiek' zonder te vermelden welk type men bedoelt misleidend?
Men gaat er in dat geval vanuit dar de diagnostiek zou neerkomen op het vaststellen van dat ene onderliggende kenmerk dat we 'abnormaliteit' noemen. Abnormaliteit zou dan een generiek element zijn: een onderliggende eigenschap die afwezig of aanwezig is, en die aanleiding geeft tot een globaal patroon van normaal dan wel abnormaal functioneren.
Freud kaart hierbij de naïviteit aan
- hij maakt duidelijk dat zoiets als abnormale psychische inhouden op zich niet bestaan
- abnormaliteit is niet te herleiden tot een reeks ziekelijke denkbeelden die slechts een aantal onfortuinlijke individuen - de abnormalen - zou treffen, maar een eigenschap die ons allen kenmerkt
- iedereen wordt volgens Freud gekenmerkt door intenties, actietendensen en gedachten die vreemd, ongehoord en/of storend zijn voor wie ze zelf ervaart
- onze zelfervaring is gekenmerkt door interne verdeeldheid
wat is de centrale vraag bij de diagnostiek?
Hoe gaat iemand om met eigen impulsen en ervaring?
Georgers Canguilhem maakt een onderscheid tussen:
- anomalie en abnormaliteit
- pathologie en ziekte
ANOMALIE ≠ ABNORMALITEIT
1. de vaststelling dat er variabiliteit is in het gedrag van mensen en in de manier waarop ze functioneren
2. het beoordelen van menselijk functioneren in functie van een regel of een norm
* ofwel gaat men een oordeel vellen vanuit psychosociale criteria
* ofwel vanuit statistische criteria
het bepalen van abnormaliteit vanuit psychosociale criteria is fundamenteel normatief
- opinies van anderen bepalen of iemand problemen heeft of niet
- het bepaalt in hoeverre iemands functioneren gepast is in functie vd omgeving
beoordelen van het menselijk gedrag vanuit statistische normen
- de basis van dergelijke manier van denken ligt bij Adolphe Quetelet
- hij streefde ernaar om het functioneren van mensen te bestuderen binnen een nieuwe discipline, door hem benoemd als 'sociale fysica'
- sociale wetenschappers moeten zich bezighouden met het onderzoeken van variabiliteit in de eigenschappen die mensen hebben
- Quetelet wou in kaart brenge hoe mensen gemiddeld genomen functioneren en bracht een vorm van denken op gang waarbij men normaliteit beschouwt vanuit het patroon van de statistische normaalverdeling
- normaliteit = een functioneren dat aanleunt bij het statistisch gemiddelde of de mediaan, terwijl abnormaliteit neerkomt op een functioneren dat hier sterk van afwijkt
Canguilhem: focus op abnormaliteit vanuit de geneeskunde
- we kunnen ons niet louter baseren op psychosociaal of statistisch vastgelegde normen voor het vaststellen van psychopathologie
- pathologie impliceert pathos, het directe en concrete gevoel van lijden en onvermogen
Waarom moeten we opletten met het gebruik van psychologische tests?
Wanneer de clinicus zich eenzijdig baseert op de profielscore in vergelijking met een normgroep, dan gaat die veel te kort door te bocht.
Carl Rogers & de cliëntgerichte therapie
- richt zich specifiek op de subjectieve probleemervaring
- vertrekt niet van externe indicatoren voor abnormaliteit
cognitieve therapie en de subjectieve malaise
- behandelingen starten vanuit de paradoxen en onlogische sprongen die patiënten ervaren in hun cognitieve schema's
Freud & subjectieve malaise
- zowel het ervaren van lijdensdruk als het hebben van een genezingswens zijn cruciaal om een proces van diagnostieke en behandeling op te starten
Jerome Wakefield zegt dat we psychiatrische stoornissen best kunnen definiëren als 'schadelijke disfuncties'
- disfunctie: het falen van een mentaal mechanisme om een van zijn natuurlijke of biologische functies uit te voeren
- schadelijk: negatieve, ongewenste of schadelijke afwijkingen zoals beoordeeld vanuit sociale maatstaven
- deze redenering vertrekt vanuit de idee dat het psychisme functioneert volgens een biologisch en evolutionair 'plan' dat in het geval van psychische problemen niet goed zou uitgevoerd worden
- problematisch hierbij: wetenschappers kunnen in feite niet definiëren hoe biologisch en evolutionair 'functioneel' psychisch functioneren er zou uitzien, waardoor alle beoordelingen van 'disfuncties' neerkomen op vage inschatting
Wakefield situeert het criterium voor het bepalen van at afwijkend is zeer sterk in het kamp van de sociale normen, waarom is dit opmerkelijk?
- sociale normen evolueren snel, wat niet het geval is met biologische functioneringsmechanismen
- risico: de diagnostiek komt neer op het als afwijkend gaan beoordelen van denkwijzen en gedragingen die ongehoord zijn in het licht van dominante maatschappelijke denkbeelden, terwijl ze niet gepaard gaan met psychisch leed
- hierbij wordt er geen onderscheid gemaakt tussen pathologie en abnormaliteit en dreigt de diagnosticus een morele poortbewaker van de maatschappij te worden
Eric Parens & Josphine Johnston: opvattingen en oordelen zijn noodzakelijkerwijs beïnvloed door culturele en individuele waardenkaders
- waarden en normen die maatschappelijk hoog aangeschreven zijn bepalen wat we aanvaardbaar en goed vinden in het handelen van onszelf en anderen
- ze kleuren ook ons oordeel over wat we storend en slecht vinden
- deze waarden zijn niet objectief gegrond maar opgebouwd vanuit ons subjectief oordeel als mens
- ze weerspiegelen wat bepaalde subgroepen in de maatschappij als hoogste goed waarderen en hebben steeds een lokaal en tijdsgebonden karakter
- het feit dat ze tijdsgebonden zijn drukt uit dat wat we normaal of abnormaal vinden afhankelijk is van ons tijdsgewricht
- dit lokale karakter wijst ook aan dat ze niet universeel zijn
hoe zit het met het lokale statuut van waarden en normen in de hedendaagse psychiatrische en psychologische kennis?
- vanuit een te sterke veronderstelling dat onze diagnostische categorieën objectieve waarheden weerspiegelen, worden Westerse opvattingen over de aard van psychische problemen bijvoorbeeld zonder veel nadenken toegepast in andere delen van de wereld
- deze praktijken dienen vooral ons superioriteitsgevoel, maar komt de beleving en doorwerking van een problematiek niet ten goede
in een diagnostisch proces zijn er minstens 3 partijen betrokken
- de patiënt
- de clinicus
- de omgeving
* zowel derden die op een patiënt betrokken zijn
* als het sociaal-culturele kader
=> bij elk van deze drie spelen waardeoordelen en leeft spontaan de vraag of wat de patiënt beleeft en doet, normaal of abnormaal is
cruciaal in het diagnostisch proces is de vraag naar wiens oordeel we centraal stellen
- Canguilhem
- Cooper
CANGUILHEM:
- het oordeel van de patiënt staat centraal
COOPER:
- een eerste voorwaarde die moet voldaan zijn vooraleer we een psychische toestand als klinisch psychopathologisch kunnen beschouwen, is dat een persoon deze toestand ervaart als iets slecht
=> de clinicus kan zijn eigen waarderingen niet opdringen en ook opvattingen van derden voldoende op de achtergrond houden, het oordeel van de patiënt moet op de voorgrond geplaatst worden
Wat betekent de ethiek van de leegte?
Het standpunt van waaruit een oordeel geveld wordt over iemands functioneren wordt niet ingevuld. De diagnosticus dient zijn handen af te houden van een a priori norm of goed. Als we een goed nastreven met onze diagnostiek, laat het dan vooral een goed doorgronden zijn van wat het functioneren van de patiënt verstoort. Door te vertrekken vanuit een a priori norm of goed dreigen we immers doof te blijven voor hoe een ander zijn situatie beoordeelt.
Leg de ethiek van de leegte uit adhv het voorbeeld van Lacan en Sint-Maarten
- Sint-Maarten geeft de helft van zijn mantel aan een naakte bedelaar
- volgens Lacan vertrekt Sint-Maarten hier van een a priori norm met het idee dat de bedelaar om kleren vraagt omdat hij naakt is, maar dit is vanuit zijn eigen aanname
- deze manier van werken dringt niet alleen de waarden en normen van de weldoener op aan een ander, maar levert de weldoener bovendien een sterke narcistische winst op
- deze manier van handelen installeert ook een machtsverhouding
Klinisch psychologisch assessment stelt de ervaring van pathos voorop, leg uit
Het waardeoordeel van een patiënt over zijn eigen conditie is onze maatstaf voor het stellen van een diagnose. Het patiëntenperspectief op de voorgrond en de diagnosticus past zo min mogelijk externe normaliteitsindicatoren toe om iemands psychische ervaringen te beoordelen.
Paul Ricoeur: pathos
- het overvallen worden door een affect
- psychisch leed is volgens hem niet zozeer geconcretiseerd in denkbeelden maar is voor alles een ervaringsgegeven
- we kennen psychisch leed als een ervaring van onaangename ellende die we kunnen ondervinden in onze verhouding tot onszelf en tot anderen, en die soms ondraaglijke proporties kan aannemen
- pijn is dus primair een lichamelijke gewaarwording, terwijl leed een psychisch gegeven is
- de twee lopen vaak door elkaar, wat we kunnen waarnemen in paniek
wat is kenmerkend voor psychisch leed?
- het is enorm moeilijk om dit objectief vast te stellen
- het leed dat mensen doormaken kunnen we in hun handelen 'lezen', lijden spreekt niet voor zichzelf en is geen empirisch waarneembaar gegeven zoals een stoel of een tafel dat zijn
- leed komt slechts tot uitdrukking doordat mensen ons aanwijzingen geven van wat ze meemaken en getuigen van de wanhoop die hen overvalt
Ricoeur maakt een onderscheid tussen twee dimensies
1. pathos omvat een aspect van zelf-ander beleving
2. een dimensie van wegkwijnen vs ageren
p18 schema
=> op vlak van zelf-ander beleving bestaat psychisch leed volgens Ricoeur uit een terugplooien op zichzelf; iemand die lijdt voelt zich veelal geïsoleerd van anderen en ziet af van de ellende die hem persoonlijk overkomt en lijden valt niet zomaar te communiceren
=> op vlak van de dimensie gevormd door de polen wegkwijnen vs ageren geeft Ricoeur aan dat pathos neerkomt op een onvermogen om te handelen
Ricoeur: het onvermogen om te handelen is te situeren op 4 niveaus
1. onvermogen op vlak van het spreken
2. het onvermogen om te handelen in het doen
3. op vlak van het vertellen en verhalen
4. het onvermogen om zichzelf naar waarde te schatten
niveau 1
onvermogen op vlak van het spreken
- kloof tussen 2 tendensen
* enerzijds zou de patiënt wel willen zeggen wat hij doormaakt
* anderzijds slaagt hij er niet in om daar de woorden te vinden, wanneer het spreken helemaal niet lukt, komt psychisch leed ruw en rauw tot uitdrukking via non-verbale signalen
niveau 2
het onvermogen om te handelen in het doen
- positie van passiviteit
- patiënt verduurt en ondergaat zijn ellende
- dit kan tot wanhoop leiden
- wanneer de patiënt in staat is om concrete acties te koppelen aan zijn ervaringen, is de dimensie van het doen elementair aanwezig
niveau 3
op vlak van vertellen en verhalen
- onze zelf-ander ervaring is in grote mate narratief: de manier waarop we ons 'ik' beschouwen is talig en geworteld in hetgeen dat we vertellen
- alle gedachten die we hebben over onszelf, anderen en de wereld vertrekken van woorden die we verbinden in zinnen en groeperen in narratieven
- onderliggende gedachte: onze ervaringen zijn niet van nature consistent, maar consistentie in onze ervaring komt tot stand doordat we onszelf en anderen verhalen vertellen
- met deze verhalen geven we ons ik en onze belevingen een plek in de wereld en in de tijd, wat kan zorgen voor coherentie in onze zelfervaring
- leed laat zich kennen als een breuk op narratief vlak: pathos duikt op wanneer ervaringen niet zomaar passen in de verhaal- en redeneerlijnen die men er gewoonlijk op na houdt
=> patiënten hebben in het bijzonder meer last van belevingen waarover ze moeizaam kunnen vertellen
- de vormelijke beperking drukt veelal het pathologische gewicht van de ervaring uit
niveau 4
onvermogen om zichzelf naar waarde te schatten
- mensen komen maar tot handelen als ze menen capabel te zijn om adequate oordelen te vellen over zichzelf en over de anderen
- mensen die lijden vallen volgens Ricoeur uit op dit punt
- ze zijn onbeslist en vertrouwen hun eigen oordeel niet meer
=> kan leiden tot uitzichtloosheid en schuldgevoel
- bij sommige mensen. krijgt deze manier van kijken naar zichzelf ook een interpersoonlijke dimensie en worden ook anderen niet langer vertrouwd
de ervaring van exces
Ricoeur stipt aan dat pathos niet alleen gepaard gaat met beleving van onvermogen maar ook met de ervaring van exces. Wie lijdt, voelt zich overvallen door een teveel dat niet zomaar te vatten is met woorden en met acties, maar dat zich wel degelijk laat voelen.
van wat is katatonie een voorbeeld?
Hoe psychisch lijden tot uiting komt, in de meest extreme gevallen bestaat pathos uit een terugtrekking van de ander, die gepaard gaat met een expressie van onbehagen via non-verbale uitingen die niet of nauwelijks gekoppeld zijn aan taal.
binnen de klinische psychologie vinden we een interessant spanningsveld terug tussen hoe theorieën omgaan met deze negativiteit
- biomedische en neurocognitieve benadering
- psychotherapeutisch
BIOMEDISCHE EN NEUROCOGNITIEVE
- negatieve kijk op lijden, symptomen veroorzaken binnen deze visie vooral last
- het zijn hinderlijke ervaringen die in de mate van het mogelijke best weggewerkt worden
- assumptie van verstoorde biologische processen, hierdoor wordt aangenomen dat deze ervaring geen inherent zin heeft en enkel een indicatie is voor ziekte
PSYCHOTHERAPEUTISCH
- een component van zin hangt samen met lijden
- een signaal dat wijst op een ruimer probleem in het leven van een persoon
- wat lijden juist betekent is niet duidelijk, maar er wordt aangenomen dat het de uiting is van een dynamiek in het psychologisch en psycho-sociaal functioneren
lijden volgens Freud
- boodschapskarakter
- binnen het zelfbewuste denken wordt lijden vooral ervaren als een niet te controleren zelfervaring, maar ruimer beschouwd binnen het functioneren van een individu drukt het een lastige uitdaging uit waarvoor geen gepaste omgangsstijl gevonden werd
- lijden omvat een impuls tot verandering
- het kan het individu aanzetten om hun manier van omgaan met eigen belevingen en met anderen te wijzigen en zo te evolueren naar minder destructieve vormen van functioneren
Nog leren (7)
Je hebt een begin gemaakt met het leren van deze termen. Hou vol!