Consumer value
Cost (voor consument)
Convience
Communication
= herkenningstekens van een merk
Merknamen: Descriptief, associatief, afkortingen, abstract/fantasie (samenstellingen, verwijzing naam, verwijzing afkomst, verwijzing naar waarvoor je staat)
Logo’s & symbolen: abstract, woordmerk, monogram, mascotte, combinatie, beeldmerk, embleem
Kleur
Merkpersonages
Verpakking
Slogans
= verbindingen met merk
Merkwaarden
Merkessentie
Merk intern (merkambassadeur)
Employer branding
Merkbekendheid
Merkkennis
Merkvoorkeur
Aankoop/merkloyaliteit
Tevredenheid
Strengths (intern, positief)
Weaknesses (intern, negatief)
Opportunities (extern, positief)
Threats (extern, negatief)
0 Historische kracht: in kaart brengen van succes in het verleden
Concurrentiële omgeving: concurrenten in kaart brengen
Doelgroep: gewenste doelgroep in kaart brengen
Consumenteninzicht: wat zijn de behoeften van de klant?
Voordelen: interne kant, voordelen van het merk
Merkwaarden: waar gelooft het merk in?
Geloofwaardigheid: waarom kopen mensen dit?
Discriminator: ik wil alleen dit merk omdat…
Essentie: in woorden zeggen waar een merk voor staat.
the Golden Cricel
What: wat houd je merk/product in?
How: hoe werdt het gemaakt?
Why: waarom werdt het product/merk gemaakt?
Merkbekendheid
Beeld/gevoel (merkpersoonlijkheid,…)
Merkloyaliteit (tevredenheid, marktaandeel,…)
Prestaties/kwaliteit (voordelen, prijs,…)
Andere eigenschappen (distributie, veiligheid,…)
Do’s: investeren in imago, PR, bereiken van groot publiek, sponsering,…
Don’ts: te vaak en te grote kortingen, junkmail,…
Gedifferentieerd, uniek
Gericht op kwaliteit en toegevoegde waarde
Innovatief, betrouwbaar
Interne ambassadeurs
Continue en langdurige marketing inspanningen
Betalende, niet-gepersonaliseerde communicatie
Diverse media
Specifiek vermeld bedrijf/organisatie/persoon
Kennis, attitude, gedrag van doelgroep beïnvloeden
3 soorten: Above The Line (ATL, breed, brandbuilding), Below The Line (BTL, gepersonaliseerd), Through The Line (TTL, mix van ATL & BLT, geïntegreerde markcom)
Rationele communicatiemodel (reason why model)
Rationele/emotionele communicatie model (aandact aan info met emotionele elementen, kan omgekeerd)
emotionele communicatiemodel (raakt het hart van de consument en probeert emotioneel te overtuigen om empathische relatie te smeden)
Tapforward model (raakt het hard van de consument + inspireerd → mensen praten erover)
Open source = de consument proactief opzoeken
Engagement vragen = engagement geven
Integreren van verassend/nieuw perspectief in campagne
Product placement: opnemen/verwijzen naar product/dienst/merk in tv serie
Ambient advertising: plaatsen van reclame op ongebruikelijke items/plaatsen
Contentmarketing: creëren en verspreiden van waardevolle, relevanten en consistent content (is Red Bull heel goed in)
Native advertising: lijkt in vorm en functie op gewoonitem op het platform waarin het verschijnt
Influencer marketing: via sociale media infleuncers potentiële klanten beïnvloeden
Merchandising: commercieel exploiteren van populariteit van een merk/bekende persoon
Viral marketing: marketing die zich als een virus (viraal) verspreid
executional excellence: avoid showstoppers during execution, production value, music makes 80% of your spot, power of design
Getting all parties aligned: Roles & Responsibilities (client, lead agency, media agency, other agencies/production companies), consistency is key, deadlines are bff
Push marketing = traditionele marketing
Koopt aandacht van consument adhv boodschappen naar doelgroep pushen via traditionele media
Meeste betaalt, meeste aandacht
Benadering van consument vanuit product/merkinsteek
Doelgroepsbenadering is beperkt gesegmenteerd
vb: radio, tv ad, telemarketing, spam,…
Pull marketing = verdiende aandacht adhv content
Gevonden worden door mensen die dienst/bedrijf niet kennen
Vertrekt vanuit behoefte consument, klant gaat opzoek
Individuele klantenaanpak
vb: SEO, sociale media, e-mails & e-newsletters,…
Website
Zoekmachinemarketing
Sociale media marketing
Video ad
Display ad
Programmatic ad
…
Organische resultaten bij een zoekmachine
On-page factoren (inhoud, indeling, titels, interne links,…)
Off-page factoren (populariteit van website, externe links naar webpagina, merk op sociale media,…)
Zoekmachinerelsutaatpagina (resultaat van alle factored die de presentatie van de webpagina in de zoekmachine beïnvloeden: ratings, telefoonnummers,…)
Geen kosten per klik
Meest aangeklikte deel in de zoekmachine
Langer effect
Hoge positite zorgt voor meer bekendheid en vertrouwen
Kost veel tijd
Positie minder goed te voorspellen
Afhankelijkheid is risicovol
Betere positie in resultaten zoekmachine door te betalen
Teksteadvertentie of productadvertentie (google shopping)
Belangrijkste factoren: ranking, inhoud van tekstadvertentie
Snelle impact
Controle (afhankelike van bod en kwaliteitscontrole)
Geen bezoekers, geen kosten
Bereikt juiste mensen op het juiste moment
adverteer wereldwijd of lokaal
Duur
Tijdelijk
Minder clicks (25%)
Bereik juiste doelgroep (op individuele kenmerken/smaak)
Goedkoper dan ad via massamedia
Effect goed te meten
Snelheid
Interactie
Verhoogt kans om prominent aanwezig te zijn in zoekrobots
Veel mogelijkheden: interactieve stories, foto’s of video’s, IGshop,…
Netwerken: Twitter, Facebook, IG, LinkedIn,…
Meer fans → meer conversie → naambekendheid
In-stream video’s: before/during/after video viewing
Out-stream video’s: randomly placed on website, blogs, newspages
Skippable & non-skippable
Ad wordt weergegeven op een webpagine
Meestla in kader boven/onder/aan de zijkant van webpagine (banners)
verschillende vormen: embedded formats (beste: skyscraper & half page, minder goed: leader board & medium rectangle), intteruptive formats ‘frontpage takeover, expandable, roadblock), tekstlink (woord/korte zin met hyperlink)
Voordelen:
Doelgroepsgericht: zowel socio-demografisch als regionaal
Resultaat is goed meetbaar
Nadelen:
Kosten per klik stijgen door toenemende relevantie
leiden vaak tot irritatie
adblockers
Juiste boodschap aan juiste persoon op het juiste moment
Verzamelde data + algoritmes = doelgroep vinden
Realtime bieden op advertentie ruimte
Enkel geld uitgegeven als advertentie ruimte voldoet aan criteria
Voordelen:
Goed voor budget
verbeterde targeting
Tesktbestandje door website op computer of website
Cookies onthoud: ingelogd op website, welke porducten in winkelmantje, woorkeursinstellingen (lettergrootte, taal,…)
Surfgedrag van gebruikers gevolgd op verschillende websites
Kost per duizend impressies
Enkel kosten in rekening wanneer ad x1000 getoond werd
Zo veel mogelijke mensen bereiken, niet doelgroep gericht
Iedere vertoning van ad kost geld, geen garantie dat elke potentiele klant ad bekijkt
Brand awareness
Enkel kosten in rekening wanneer iemand op de ad klikt
Kost is variable door oa concurrentie
Meer bedrijven binnen doelgroep/zoekwoord → duurdere prijs per klik
Conversie & aquisitie (SEA)
Enkel kosten in rekening wanneer klik leidt naar degewenste actie uitgevoerd worden → focust op conversie
Na conversie pas betalen → kosten zijn resultaat gericht
Database marketing = Costumer Relations Marketing (CRM)
Doelstellingen:
Directe verkoop genereren
Traffic naar website genereren
Brand en product awareness
Sales leads vergelijken: mensen identificeren op wie je verkoop richt
Marketing kosten verlagen
Relaties opbouwen en uitbouwen
Voordelen:
Eenvoudig (adhv programma/tools)
Relatief goedkoop
Effefct is eenvoudig meetbaar en testen is makkelijk
Snelle respons
Persoonlijk en interactief
Opbouwen van database voor email marketing
Opt-in: nieuws brieven en mails met reclame sturen, enkel met toestemming
Opt-out: afmeldlink, verplicht
Adverteerder beloont affiliate bij elke bezoeker, lead of sales → promoten van andermans producten
Affiliate: uitgever, webmaster, publisher
vb: bol.com
Gestructureerd overzicht
Communicatie-insturment en technieken
Verschillende doelstellingen
Verschillende doelgroepen
Geïntegreerde marketingcommunicatiemix
→ Efficiënte communicatie
Research
Doelgroep
Communicatiedoelstellingen
Schrijf een strategie & creëer
Actieplan
Overzicht/planning
Meten van effectiviteit campagne
Stap 3. Communicatie doelstellingen:
Wat wil je bereiken met communicatie?
Awareness bouwen: belangerijk voor nieuwe onbekende producten, doel: herkenning en herinnering stimuleren, zoveel mogelijk consumenten bereiken, voordelen voor klanten duidelijk maken
Verstrekken van informatie: klanten bewust maken van kenmerken, verschillende vorm afhankelijk van communicatie (veel concurrentie → bechrijvend & uitleggen wat voordelen zijn, weinig concurrentie → vergelijking met concurrenten + voordelen tov concurrent)
Koop of andere actie gerichte intentie beïnvloeden: doel: onmiddelijk omzet vergroten, vb: gebruikstimuleren → producten testen, promoties (gratis uitproberen, speciaal prijsaanbod); klanten bestand een aanbod doen/reden geven om (weer) te kopen
Imago en merkperceptie bijsturen: waarden van merk beïnvloeden, emotionele merkvoordelen belichten
Stap 4. Schrijf een strategie & creëer:
Boodschap strategie: boodschap van com.plan + invloed ervan bedenken adhv analyse doelgroep
Creatieve strategie: van boodschap naar creatief idee (=originele gedachten, ontworpen voor het produceren van doelgerichte en probleemoplossende communicatie)
Creëert goede realties, wederzijds begrip, sympathie en goodwill bij publiek, doelgroep en stakeholders
free publicity generen
geen controle over wat de media schrijft/over wat de media vraagt
Looptijd bepaald door media
Artikel geschreven door derde → niet als commercieel beschouwd door consument = geloofwaardig
creativiteit = buzz uit het nieuws
Inhoud/schrijft niet commercieel
→ tegenovergestelde van reclame, versterkt elkaar
Public affairs: relaties russen de organisaite, de samenleving en de politiek
onderzoek van trends & vraagstukken over regelvorming, opinie & attitudes in samenleving
onderhoud goede relatie met samenleving en lokale gemeenschap (Tomorrowland + Boom)
Crisiscommunicatie → goodwil van bedrijf herstellen
Financieel: goede realtie met financiële wereld, financieel vertrouwen benadrukken (belangrijk voor imago als belegger)
Media: indircte gunstige prublicaite over bedrijf/product/merk → imago/marketingdoelstellingen benadrukken
Imago versterken en goodwill creëren: imagoe & identiteit van bedrijf benadrukken en uitdagen (opendeurdagen, corporate reclame,…)
Corporate Social Responsibility: verbetern van sociaal imago adhv activiteiten (sport, kunst, goede doelen)
Openbare zichtbaarheid: landelijk/plaatselijk goede relatie met de gemeenschap
Lobbying: contact met wetgevers/overheid om wetten & regelgeving te beïnvloeden
strategische marketingaanpak adhv creëren en verspreiden van waardevolle, relevante en consistente content → duidelijke doelgroep aanspreken → nuttige consumentenactie, investering in verspreiding (informatieve content en entertainende content)
Doelstellingen:
Imago- en reputatie management (PR)
Awareness creëren
Education
Engangement creëren
Interesse van consumenten
Merk moet snel gevonden worden (consument gaat opzoek naar info/content)
Effectiviteit klassieke media daalt (adblock, reclamespot wordt doorgespoelt, kranten en magazines minder gelezen,…)
Context: aanspreken op juiste moment, juiste kanaal
Creativiteit: unique, afwisselende content
Consistentie: geloofwaardig en consistent zijn mbt inhoud en frequentie
Costumer journey (=klantreis): weg die de klant aflegd voor die een product koopt → ‘meelopen met klant’ elk moment inspireren, begeleiden en helpen met content
WIJ: organisatie-/bedrijfsniveau
WIE: doelgroep centraal
WAT: welke content maken = welk type
WAAROM: doelstellingen, wat wil je bereiken
See: eerste contact met bedrijf
Think: erkent bedrijf + gaat actief opzoek naar oplossing
Do: persoon verandert naar klant → wil oplossing
Care: fase na aankoop, zorgen dat klant zo lang mogelijk blijft
Geschreven (blog, rtikel, ebook)
Videocontent (streaming video, video game,…)
Beeldcontent (fotomateriaal, infograps,…)
Audiocontent (podcast)
P(aid): kanalen betalen om content te verspreiden (print, tv, radio, magazines,…) -> controle over content, online + offline
O(wned): kanalen die het bedrijf bezit (brochure, retail stores, bedrijfswebsite)
E(arned): aandacht adhv reacties/share van content (sociale media,…)
merkuiting + content die waarden toevoegen in de vorm van entertainment/informatie, merk niet centraal
Voordelen:
verhaal achter merk vertellen
aandacht van de lezer door de redactionele uitstraling
hoge waardering en interesse door professionele vorm & inhoud
Native advertising:
lijkt op vorm en functie op een gewoon item op het platform
In partnership met platform/medium
Kruising van marketing en journalistiek
Content partnership: vb Mathias en Staf Coppens willen in de Code Van Coppens modelen lichamen krijgen -> modelen ondergoed van HEMA
Buyer persona’s: maak doelgroep profiel
Kernboodschap: topics die inspelen op infobehoefte persona’s
Tagging: geef topics tags om overzicht te behouden
Kanalen: welke ter beschikking? Hoe breng je topic naar verschillende kanalen?
Verantwoordelijken: wie doet wat? geef iedereen een rol
Actie: Wat wil je berijken bij welk publiek? (google analytics)
→ maak contentkalander voor overzicht
= consumentenactie
gevecht voor schapruimte → verkooppromoties bij A-merken → zichtbaarheid + winkel traffic
Doel:
bestaande klanten loyaal maken
Loyale klanten belonen
Proefgebruik door nieuwe klanten
Marktomvang uitbreiden
Ondersteuning andere communicatiemiddelen
Eigenschappen:
Beperkt in duur en locatie
Omzet verhogend
Aantrekkelijke incentive/aanbieding
Leidt tot directe gedragsmatige respons
Makkelijk meetbaar
Monetaire incentieve: korting op schap, waardebon, geldteruggave,…
Kans om te winnen: prijsvragen, sweepstakes en laterijen
Productpromoties: proefmonster, postattentie, premiums, spaarkaarten,…
Aandacht van klanten trekken
Merk laten opvallen in gangpat
Wijzen op promoties
Koper informeren op product
vb: HBO shop + Game of Thrones, Disney winkel, AR in winkel
Interactie tussen consument en merk + authentieke ervaring met merk
Defenitie:
Geheel van sensatie, gevoelgens en gedragsreacties
adhv merk gerelateerde prikkels
Weerspiegeld missie van het merk
Inzetten op beleving impv product/prijs
Doel:
Aandacht trekken naar merk
Merk ‘levend’ maken (adhv live expierences, fysieke contactmomenten)
Positief merkimago creëren
Sense: zintuigelijke beleving
Feel: affectieve beleving
Think: intellect van consument aanspreken, cognitieve probleemoplossende ervaring creëren
Act: fysieke beleving
Relate: sociale beleving
Investeren van cash of natura in een activiteit voor toegang tot exploiteerbaar potentieel => merk promoot eigen belang door te associëren met evenement
Niet enkel gericht op consument, ook stakeholders
Effect van sponsoring:
Blootstelling = merkbekendheid
Congruentietheorie: product connecteren met resultaten van gesponseerde
Contextuelen invloed: fijn evenement = positief imago
Gedragmatig: intiem gedrag
Gelijkenissen:
Merkbekendheid creëren
Positieve attitude tov merk
Omzet verhogen
Verschillen:
Logo centraal, weinig inhoudelijke meerwaarde
Impliciet en indirect
Goedkoper (soms)
Bekendheid merk/bedrijf vergroten
Nadelen: associatie met personen → mogelijk nadelen/schandalen
vb: Red Bull + Jupiter Pro League
= product placement
Op VRT: commerciële reclame niet toegestaan, programma sponsering wel
vb Cecemel + Markske FC De Kampioenen
Reputatie marketing en imago
Transactie gerichte sponsering (pampers: 1 pak kopen = 1 life-saving vaccine)
MUSH-sponsering: geld aan goede doel in ruil voor merkbekendheid