Wijsbegeerte begrippen deel III

5.0(4)
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/39

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

de uitleg van centrale begrippen in de cursus wijsbegeerte in de opleiding burgerlijk ingenieur aan de kuleuven tweede deel van de cursus; hoofdstukken 9 en 10

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

40 Terms

1
New cards

nihilistisch wereldbeeld

de werkelijkheid is ongeordend, chaotisch en betekenisloos

er bestaan geen objectieve waarheden of morele waarden

NIETZSCHE

2
New cards

wil tot macht (wille-zur-macht)

een soort kracht of drift die in heel de werkelijkheid aanwezig is, maar bij uitstek in het menselijke handelen tot uiting komt

zowel een scheppend als een vernietigend principe en de cyclus van creatie en destructie van nieuwe ordeningen en waardesystemen blijft daarom steeds doorgaan

NIETZSCHE

3
New cards

vroege Griekse cultuur

de cultuur voor Socrates

de dionysische en appollinische krachten zijn nog in evenwicht

NIETZSCHE

4
New cards

dionysische krachten

de chaos, het lichamelijke, het onbegrensde, het irrationale en het destructieve

NIETZSCHE

5
New cards

appollische krachten

het geordende, het geestelijke, het rationele en het scheppende

NIETZSCHE

6
New cards

hinterweltler

mensen die achter de zintuigelijke werkelijkheid op zoek gaan naar wat zij de echte wereld ā€˜daarachterā€™ noemen

NIETZSCHE

7
New cards

wil-tot-waarheid

typisch voor het westen

= de wil-tot-macht van de zwakke mens die niet kan omgaan met onzekerheid en daarom objectiviteit claimt voor de waarheden die hij zelf geschapen heeft

NIETZSCHE

8
New cards

herenmoraal

waarbij de sterkeren in de samenleving (de heren, de aristocratie) ook de reƫle macht in handen hebben en hun eigen waardensysteem aan de hele samenleving kunnen opleggen

NIETZSCHE

9
New cards

god is dood

daarmee bedoelt Nietzsche niet alleen dat religie in onze samenleving op de terugweg is

het gaat om de meer fundamentele claim dat het geloof in absolute waarheden en waarden meer en meer ondergraven en onhoudbaar wordt

NIETZSCHE

10
New cards

Ɯbermensch

de hoogste vorm van menszijn volgens Nietzsche

de mens die zijn eigen waarden en waarheden creƫert en zich tegelijkertijd bewust blijft van de contingentie (toevallige) en de tijdelijkheid ervan

NIETZSCHE

11
New cards

zwak nihilisme

het nihilisme van de zwakke westerse mens, die waarheden creƫert waar hij zich kan aan onderwerpen en daarbij vergeet dat hij die zogenaamd objectieve waarden zelf gemaakt heeft

NIETZSCHE

12
New cards

radicaal nihilisme

waarbij alle bestaande zekerheden meer en meer in vraag gesteld worden

NIETZSCHE

13
New cards

sterk nihilisme

waarin de mens de ware aard van de werkelijkheid erkent en omarmt

=> ontstaan van de Ɯbermensch

NIETZSCHE

14
New cards

postmodernisme

brede filosofische stroming uit de tweede helft van de twintigste eeuw

een filosofie die ervan uitgaat dat er geen absolute waarheid bestaat en de wereld niet te beheersen is

het is onmogelijk om een absoluut fundament te vinden voor onze kennis (zwakke variant)

alle waarheid is relatief (relativisme) (sterke variant)

15
New cards

mauvaise foi

= kwade trouw

diegenen die de verantwoordelijkheid van hun eigen absolute vrijheid ontlopen getuigen van kwade trouw

het zijn lafaards die bovendien er zelf voor kiezen om lafaards te zijn

SARTRE

16
New cards

Dasein

het menselijke subject, er-zijn

een subject dat mogelijkheden heeft om zijn eigen wereld en zo zichzelf vorm te geven

er-zijn heeft de structuur van het kunnen-zijn

HEIDEGGER

17
New cards

existentiƫle angst

het basisgevoel dat we hebben als we geconfronteerd worden met ons eigen bestaan en met onze eigen verantwoordelijkheid voor het uitbouwen van een zinvol leven

HEIDEGGER

18
New cards

Sein-zum-Tode

we zijn ā€˜gerichtā€™ op onze eigen dood in die zin dat het onze eigen toekomstige dood is die het ons mogelijk maakt maar ook dwingt om hier en nu betekenis te geven aan ons leven en om door de keuzes die we maken van ons leven op een authentieke wijze ons ā€˜eigenā€™ leven te maken

HEIDEGGER

19
New cards

Es (het ā€˜hetā€™)

een onbewust complex van driften (het libido)

wordt geregeld door het lustprincipe

FREUD

20
New cards

Ɯber-ich (het ā€˜boven-ikā€™)

het deelsysteem van onze psyche dat de wet en de morele normen vertegenwoordigd

= een soort geweten

wordt geregeld door het realiteitsprincipe

FREUD

21
New cards

Ego (das Ich, het ā€˜ikā€™)

verwijst naar het eigenlijke ā€˜ikā€™ als een soort instantie die moet bemiddelen tussen de verlangens van het onbewuste Es en de morele normen die bewaakt worden door het Ɯber-ich

FREUD

22
New cards

economische onderbouw

de structuur van de economie en van de productieprocessen

= onderliggende structuur van de samenleving

KARL MARX

23
New cards

politiek-culturele bovenbouw

de juridische en politieke organisatie van een gemeenschap en het culturele, religieuze, filosofische of wetenschappelijke gedachtengoed

KARL MARX

24
New cards

productiemiddelen

= productiekrachten = productiewijze

de feitelijke economische productiewijze

bvb de arbeid in de fabrieken, het land voor de landbouw

KARL MARX

25
New cards

productieverhoudingen

de verdeling van de productiemiddelen in de samenleving, wie heeft de economische en politieke controle in de samenleving in handen?

bvb wie is eigenaar van hetgeen de arbeid of het land produceert?

KARL MARX

26
New cards

revolutionaire periode

waarin de productieverhoudingen in de samenleving radicaal veranderen en zich aanpassen aan de ā€˜nieuweā€™ productiemiddelen

= verandering in de onderbouw => heeft gevolgen voor bovenbouw

KARL MARX

27
New cards

kritische theorie

= Frankfurter Schule (strekking binnen de filosofie)

gekenmerkt door een maatschappij-kritische project

gaat ervan uit dat cultuur een belangrijke rol speelt in de maatschappij

HABERMAS

28
New cards

leefwereld

algemeen begrip volgens Habermas

begrip dat verwijst naar de samenleving als geheel waar mensen met elkaar interageren op basis van een heel aantal gedeelde verwachtingspatronen en overtuigingen

HABERMAS

29
New cards

ethische rationaliteit

een rationaliteit van de leefwereld

= evaluatieve rationaliteit

Habermas verwijst hiermee naar de overwegingen en argumenten die we gebruiken als we nadenken over welke doelen we in het leven willen bereiken en welke activiteiten we willen ondernemen

HABERMAS

30
New cards

empirische rationaliteit

een rationaliteit van de leefwereld

= instrumentele rationaliteit

Habermas verwijst hiermee naar onze kennis van de causale verbanden tussen gebeurtenissen in de natuurlijke werkelijkheid

dit soort kennis leert ons welke middelen we moeten inzetten om onze doelen te bereiken

HABERMAS

31
New cards

morele rationaliteit

een rationaliteit van de leefwereld

Habermas verwijst hiermee naar de morele normen waaraan we ons moeten houden als we handelen

die normen zijn de randvoorwaarden van mijn handelen

HABERMAS

32
New cards

communicatieve rationaliteit

de drie vormen van rationaliteit van de leefwereld volgens Habermas worden alle drie beschouwd als vormen van deze rationaliteit

we hebben als mens steeds de mogelijkheid om te discussiƫren

HABERMAS

33
New cards

het systeem

economische + administratieve

zijn ontstaan om complexe maatschappelijke behoeften en problemen op een efficiƫnte manier op te lossen

taak bestaat erin om de economische productie en de economische groei in onze samenleving te garanderen

HABERMAS

34
New cards

systemische rationaliteit

een rationaliteit van het systeem

fundamenteel verschillend van de rationaliteit van de leefwereld

gekenmerkt door: efficiƫntie, streven naar zelfbehoud

HABERMAS

35
New cards

medium van geld

manier waarop beslissingen worden genomen in het economische systeem (ipv discussies in de leefwereld)

HABERMAS

36
New cards

medium van macht

manier waarop beslissingen worden genomen in het administratieve systeem (ipv discussies in de leefwereld)

HABERMAS

37
New cards

kolonisering van de leefwereld door het systeem

bestaat erin dat de eisen van het systeem de normale werking van de leefwereld komen verstoren, het systeem zorgt zo voor een reƫel vrijheidsverlies

bvb het onderwijs dat zich wel of niet zou moeten schikken naar wat de industrie vraagt

HABERMAS

38
New cards

neoliberalisme

gebaseerd op een sterk geloof in de kracht van de vrije markt

wilt de markt ook zoveel mogelijk vrijmaken en dereguleren

zeer radicaal => ideologie moet begrepen worden als een omvattend mens- en maatschappijbeeld

concurrentie niet meer beperkt tot de economische sfeer => het grote verschil met klassiek liberalisme waar dit wel het geval is

FOUCAULT

39
New cards

concurrentie-management

de overheid en de politiek hebben binnen het neoliberale project een omvangrijke regulerende taak

de rol van de overheid en politiek in het neoliberalisme, de vrije markt is immers geen natuurlijke fenomeen

FOUCAULT

40
New cards

problemen van hyperkolonisering van onze leefwereld

  1. toegankelijkheid van publieke goederen

  2. privatisering van de winsten en socialisering van de verliezen

  3. individualisering van de sociale risicoā€™s

  4. doorgedreven regulering en juridisering van de samenleving

  5. psychologische problemen

HABERMAS/FOUCAULT