H4: The skeletal system

Drie soorten bindweefsel

1) Bot

2) Ligamenten

3) Kraakbeen

Functies van het bot;

- Ondersteuning

- Bescherming

- Beweging

- Vorming en productie van bloedcellen

- Opslag mineralen (calcium, fosfaat)

Wat gebeurt er als je te weinig calcium zouten hebt?

=> Ondervind problemen bij het geleiden van zenuw impulsen

Compact botweefsel

=> Stevige structuur met centrale kanalen die zenuwen en bloedvaten bevatten.

- Bevat Osteocyten

osteocyten

ingebouwde osteoblasten, levende cellen

=> Volwassen botcel

sponsachtig botweefsel

Vult de binnenste delen van epifyse

rooster van harde, relatief sterke trabeculae

trabeculae geeft elke octeocyt toegang tot nabijgelegen bloedvaten in rood beenmerg.

osteonen

Osteons zijn cilindrische vasculaire tunnels gevormd door een osteoclast-rijk weefsel.

Epifyse (bot)

- Bevat eerder sponsachtig botweefsel

- Rood beenmerg

- Stem cells

Diafyse

Bevat grote centrale holtes die met beenmerg zijn gevuld.

Stemcellen

'speciale cellen'

=> Produceren bloedcellen

Periosteum (beenvlies)

Buitenste bot laag dat bestaat uit een zeer gespannen bindweefsel.

Canaliculi

Dunne kanalen van strenge cytoplasma waarbij osteocyten in contact kunnen blijven, na dat ze door bot verharding zijn vast genomen in kamers.

Soorten kraakbeen

1) Fibrokraakbeen

2) Hyaline kraakbeen

3) Elastische kraakbeen

Fibrokraakbeen

Tussen wervels en in de knie

=> Brede rijen van dikke collagene vezels

Hyaline kraakbeen

Bedekt uiteinden van volwassen botten en in gewrichten.

Embryonale structuur dat later de botten worden

=> Glad met dunne collagene vezels

Elastisch kraakbeen

Bv. oorkleppen en epigglottis

Heel flexibel door elastische vezels

Waarom is kraakbeen flexibeler en gladder dan ander bot?

Bevat meer collageen en elastische vezels

ligamenten

bindweefselbanden die botten of kraakbeen met elkaar verbindt

Chondrobasten functie;

- Zetten nieuw materiaal af

- Leggen hyaline kraakbeen in de vorm van toekomstige botten

- Leven niet lang, sterven, maken plaats voor bloedvezels

Osteoblasten functie;

- Kraakbeen omzetten naar bot aan de binnenkant

- Hoe meer calciumfosfaat, hoe harder de botten

Groeiplaat, kraakbeen

Plaats waar chondroblasten, en osteoblasten actief blijven

CHRONDROBLASTEN

Kraakbeen vormende cellen die een model uitbouwen van het toekomstig bot.

OSTEOBLASTEN

Jonge botvormende cellen die zorgen voor de vorming van het harde extracellulaire matrix van het bot

OSTEOCYTEN

Volwassen botcellen die het botstructuur onderhouden

OSTEOCLASTEN

Bot afbrekende cellen

bijschildklier hormoon (PTH)

Stimuleert osteoclasten om meer bot oplossende enzymen af te scheiden

Daalt Ca++, dan neemt PTH toe

Calcitonine (CT)

Meer Ca++, meer CT

Stimuleert osteoblasten om calcium en fosfaat aan bot toe te voegen.

Reparatie botten

1) Bot breuk

2) Bloedende bloedvaten produceren massa gestold bloed = hematoom

3) fibroblasten migreren naar het gebied (sommigen worden chondroblasten) => fibrokraakbeenbot wordt gevormd tussen breuk gebied

4) Osteoclasten beginnen dode fragmenten te verwijderen (origineel bot, en hematoom bloedcellen)

5) Osteoblasten moedigen de kristallisatie van calcium fosfaat mineralen aan, callus wordt omgezet in bot.

Vier types bot

1) Lange botten

2) korte botten

3) platte botten

4) irreguliere botten

axiaal skelet

middenlijn van het lichaam

Scheden, borstbeen, ribben, wervelkolom, bortbeen

Appendiculair skelet

Botten van de aanhechtsels, en aanhechtingsstructuren

Borstgordel, armen, bekkengordel, benen

verstuiking

verrekte of gescheurde ligamenten

(genezen langzaam door weinig cellen en bloedtoevoer)

Bursitis en tendinitis

Ontsteking van pezen of slijmbeurzen

Artritis

Ontsteking van gewrichten

(Reumatoide artritis: eigen afweersysteem valt ons aan.)

Osteoprose

overmatig bot verlies

larynx

Het strottenhoofd;

een orgaan in de luchtwegen dat betrokken is bij geluidsproductie voor spraak en zang, reguleert de luchtstroom en beschermt de luchtwegen tijdens het slikken

lumbale hernia

Scheur in de tussenwervel schijf waardoor de kern hiervan naar buiten puilt en op de zenuw drukt.

lacunes

kleine holtes waarin cellen in kraakbeen en botweefsel zich bevinden en belangrijke rollen spelen bij het onderhoud en de functie van deze weefsels