Kaarten: Kapitel 3 Neue Kontakte | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 1 person
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/154

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

155 Terms

1
New cards

das Auktionshaus

het veilinghuis

2
New cards

die Versteigerung

de veiling

3
New cards

der Eigentümer

de eigenaar

4
New cards

eindeutig

eenduidig, ondubbelzinnig

5
New cards

angeblich

naar men zegt, vermeend

6
New cards

entlarven

ontmaskeren

7
New cards

die Leinwand

het doek

8
New cards

die Quelle

de bron

9
New cards

die Ermittlungen

het politieonderzoek

10
New cards

fälschen

vervalsen

11
New cards

die Droge

de drug

12
New cards

die Ernährung

de voeding

13
New cards

der Forscher

de onderzoeker

14
New cards

die Leistung

de prestatie

15
New cards

stattdessen

in plaats daarvan

16
New cards

zusätzlich

extra, additioneel

17
New cards

belebt

druk, levendig

18
New cards

die Gier

de hebzucht

19
New cards

aus Versehen

per ongeluk

20
New cards

der Obdachlose

de dakloze

21
New cards

auffordern

sommeren, dringend verzoeken

22
New cards

sich auseinandersetzen mit

zich bezighouden met

23
New cards

der Stellenwert

de betekenis, de functie, de waarde

24
New cards

das Fazit

de conclusie

25
New cards

die Begründung

de motivering

26
New cards

die Erläuterung

de toelichting

27
New cards

nicht von ungefähr kommen

niet uit de lucht komen vallen

28
New cards

ins Schwärmen geraten

in vuur en vlam raken

29
New cards

sich heimisch fühlen

zich thuis voelen

30
New cards

Migrationshintergrund

de allochtone afkomst

31
New cards

Widerstände überwinden

weerstand overwinnen

32
New cards

gestalten

vormgeven

33
New cards

ein Aushängeschild sein

een voorbeeld zijn

34
New cards

geschickt

doordacht, clever, slim

35
New cards

vermarkten

commercialiseren, op de markt brengen

36
New cards

die Steigerung

de versterking

37
New cards

schlagartig

plotseling

38
New cards

aufregend

spannend

39
New cards

etwas fassen können

iets kunnen bevatten

40
New cards

neuerdings

sinds kort, onlangs

41
New cards

unbeobachtet

onopgemerkt

42
New cards

krass

groot, grof, schril

43
New cards

anständig

fatsoenlijk

44
New cards

prägen

vormen

45
New cards

das Auslandssemester

het semester in het buitenland (deel van de studie)

46
New cards

erheitern

amuseren

47
New cards

daher

vandaar, daarom

48
New cards

anekeln

walgen

49
New cards

sich verlagern

zich verplaatsen

50
New cards

schließlich

tenslotte

51
New cards

entgegennehmen

in ontvangst nemen

52
New cards

die Erläuterung

de toelichting

53
New cards

die Schlussfolgerung

de conclusie

54
New cards

die Zusammenfassung

de samenvatting

55
New cards

Begeisterung

het enthousiasme

56
New cards

die Eifersucht

de jaloezie

57
New cards

die Ironie

de ironie

58
New cards

die Kritik

de kritiek

59
New cards

de detective

der Krimi, die Krimis

60
New cards

de nooduitgang

der Notausgang, die Notausgänge

61
New cards

de professional

der Profi, die Profis

62
New cards

de speler

der Spieler, die Spieler

63
New cards

het sportveld

der Sportplatz, die Sportplätze

64
New cards

de staanplaats

der Stehplatz, die Stehplätze

65
New cards

het televisietoestel

der Fernseher, die Fernseher

66
New cards

de toeschouwer

der Zuschauer, die Zuschauer

67
New cards

de trainer

der Trainer, die Trainer

68
New cards

de vereniging

der Verein, die Vereine

69
New cards

het voetbalveld

der Fußballplatz, die Fußballplätze

70
New cards

de wandeling

der Spaziergang, die Spaziergänge

71
New cards

het weerbericht

der Wetterbericht

72
New cards

de zitplaats

der Sitzplatz, die Sitzplätze

73
New cards

de zwemmer

der Schwimmer, die Schwimmer

74
New cards

de hal

die Halle, die Hallen

75
New cards

de oefening

die Übung, die Übungen

76
New cards

de reclame

die Werbung, die Werbungen

77
New cards

de rij

die Reihe, die Reihen

78
New cards

de serie

die Serie, die Serien

79
New cards

de stemming

die Stimmung, die Stimmungen

80
New cards

het team

die Mannschaft, die Mannschaften

81
New cards

het doelpunt, de poort

das Tor, die Tore

82
New cards

het feest

das Fest, die Feste

83
New cards

het publiek

das Publikum

84
New cards

het resultaat, de uitslag

das Ergebnis, die Ergebnisse

85
New cards

het stadion

das Stadion, die Stadien

86
New cards

het tennis

das Tennis

87
New cards

de training

das Training, die Trainings

88
New cards

het zwembad

das Schwimmbad, die Schwimmbäder

89
New cards

schaken

Schach spielen

90
New cards

sporten

Sport treiben - trieb - getrieben

91
New cards

staan

stehen - stand - gestanden

92
New cards

trainen

trainieren

93
New cards

vangen

fangen - fing - gefangen

94
New cards

verliezen

verlieren - verlor - verloren

95
New cards

wandelen

wandern

96
New cards

werpen

werfen - warf - geworfen

97
New cards

winnen, zegevieren

siegen

98
New cards

winnen, zegevieren

gewinnen - gewann - gewonnen

99
New cards

op televisie

im Fernsehen

100
New cards

privé

privat