Hoe stel je vast of individuen tot dezelfde soort behoren?
Uiterlijke kenmerken, mogelijkheid om vruchtbare nakomelingen te krijgen, en DNA-onderzoek.
Waaruit bestaat de binominale naamgeving?
De geslachtsnaam (hoofdletter) en de soortaanduiding (kleine letter).
1/44
Flashcards over de biologie Q4 samenvatting, inclusief binominale naamgeving, taxonomie, populatiegrootte, biotische en abiotische factoren, tolerantiegrenzen, adaptaties, voedselketens en -webben, symbiose, accumulatie, genetische variatie, eilandtheorie, allelfrequenties, Hardy-Weinberg-evenwicht, voedselkringloop, energie in ecosystemen en composteren.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Hoe stel je vast of individuen tot dezelfde soort behoren?
Uiterlijke kenmerken, mogelijkheid om vruchtbare nakomelingen te krijgen, en DNA-onderzoek.
Waaruit bestaat de binominale naamgeving?
De geslachtsnaam (hoofdletter) en de soortaanduiding (kleine letter).
Wat is taxonomie?
Het indelen van soorten in groepen.
Wat zijn de drie domeinen van het leven?
Archaea, bacteriën en eukaryoten.
Wat is een hybride?
Een dier dat ontstaat door kruising van twee verschillende soorten, vaak onvruchtbaar.
Wat is een populatie?
Groepen organismen van dezelfde soorten in een gebied.
Hoe bereken je de populatiegrootte met de vangst-terugvangstmethode?
N = (n₁ x n₂) / n₃
Wat is een beperkende factor?
Factor die de groei het meest afremt, zoals voedselaanbod of nestgelegenheid.
Wat is de draagkracht van een gebied?
Maximaal aantal dieren dat een gebied langdurig aankan, afhankelijk van voedsel, nestelplaatsen, schuilplekken etc.
Hoe gebeurt ontsnippering van leefgebieden?
Verbindingen zoals ecoducten, tunnels of bruggen, zodat dieren zich kunnen verplaatsen.
Wat zijn biotische factoren?
Invloeden van levende organismen.
Wat zijn abiotische factoren?
Invloeden uit de niet-levende omgeving, zoals licht, temperatuur, water, wind, bodem, lucht of terrein.
Wat zijn tolerantiegrenzen?
Minimum- en maximumwaarde waarbij een soort kan overleven.
Wat zijn adaptaties?
Erfelijke veranderingen in uiterlijk of gedrag die de overlevingskansen vergroten.
Wat zijn herbivoren?
Planteneters, veroorzaken vraatschade.
Wat zijn carnivoren?
Vleeseters, jagen en doden prooien (predatie).
Wat zijn omnivoren?
Eten zowel planten als dieren.
Wat is een voedselketen?
Een keten die laat zien wie wie eet, beginnend met een producent.
Wat vormt een voedselweb?
Al deze ketens samen.
Wat is symbiose?
Langdurige relatie tussen 2 soorten.
Wat is mutualisme?
Beide soorten hebben voordeel (+/+).
Wat is commensalisme?
Eén soort voordeel, andere neutraal (+/o).
Wat is parasitisme?
Parasiet heeft voordeel, gastheer nadeel (+/-).
Wat zijn epifyten?
Organismen die op levende planten groeien zonder hieraan voedingstoffen te onttrekken.
Wat is accumulatie in een voedselketen?
Bij elke schakel wordt de gif concentratie groter.
Wat is fitness?
Hoe goed een organisme zijn allelen kan doorgeven aan de volgende generatie.
Wat is inteelt?
Paring tussen familieleden, leidt tot weinig genetische variatie.
Wat is genetic drift?
Toeval zorgt ervoor dat bepaalde allelen toenemen of verdwijnen.
Wat is het flessenhalseffect?
Groot deel van populatie sterft, waardoor er weinig genetische variatie overblijft.
Wat is het stichtereffect?
Nieuwe populatie ontstaat uit een paar individuen, genetische variatie is in het begin klein.
Wat is de eilandtheorie?
Soortenrijkdom op een eiland afhangt van grootte van het eiland en afstond tot het vasteland.
Wat is genotypefrequentie?
Aantal met fenotype / totaal aantal individuen
Wat is allelfrequentie?
Afgeleid uit genotypen of genotypefrequenties.
Wat is co-dominantie?
Beide allelen komen tot uitdrukking.
Wat doen mutaties met allelen?
Creëren nieuwe allelen, uitbreiding van de genenpool.
Wat is gene flow?
Allelfrequenties veranderen door immigratie/emigratie.
Wat is het Hardy-Weinberg-evenwicht?
p + q = 1 (som van allelfrequenties) en p² + 2pq + q² = 1 (som van genotypefrequenties).
Wat is fotosynthese?
Planten maken glucose uit H₂O + CO₂ met zonlicht.
Wat doen reducenten?
Bacteriën/schimmels breken dode resten af tot anorganische stoffen.
Wat is de ecologische voetafdruk?
Hoeveelheid land en water die een mensen gebruikt als leefruimte, als productieruimte en om zijn afval te laten verwerken.
Wat zijn foto-autotrofen?
Gebruiken zonlicht (fotosynthese).
Wat zijn chemo-autotrofen?
Halen energie uit chemische reacties (chemosynthese).
Wat zijn heterotrofen?
Gebruiken organische stoffen van anderen.
Wat is composteren?
Versneld afbraakproces op een composthoop.
Wat is eutrofiëring?
Te veel nitraat/fosfaat -> algenbloei -> troebel water -> lichttekort -> massale sterfte -> zuurstofarm water.