H10: Politiek in de Tweede Middeleeuwen

Flashcards in het Nederlands met woordenschatstijl, gebaseerd op de verstrekte lesnotities over politiek in de tweede middeleeuwen.

Feodaal bestuur

Het besturen van een rijk als leenheer, waarbij leenmannen grote delen van het rijk in handen houden.

Leenmanneneed

Een eed van trouw afgelegd door hertogen en graven aan de koning als leenman, waarbij ze beloven hem bij te staan met raad en daad.

Sacraal koningschap

De koning wordt beschouwd als de vertegenwoordiger van God op aarde na de kroning en de zalving.

Gerichte huwelijkspolitiek

Het opnieuw in handen van de koninklijke familie krijgen van de macht over leengebieden door middel van huwelijken.

Optreden als leenheer

De koning treedt op in de leengebieden om graven en hertogen die zich verzetten te straffen met militaire macht.

Ambtenaren

Mensen die taken uitvoeren in de administratie, de belastinginning organiseren en de koninklijke rechtspraak uitvoeren, en betaald worden met belastinggeld.

Huurlingen

Soldaten die vechten voor de koning en betaald worden met belastingen.

Magna Carta (1215)

Een document waarin de koning de oude rechten van de drie standen erkent en belooft geen belasting te heffen zonder hun toestemming, en hen controle op het koninklijk beleid toestaat.

Parlement

Overleg tussen de koning en vertegenwoordigers van de standen.

Communes

Gemeenschappen van burgers die zichzelf wilden besturen en in opstand kwamen om in vrijheid te kunnen leven en hun commerciële activiteiten zelf te kunnen regelen.

Privileges

Voorrechten die de steden van de graaf kregen, vastgelegd in plechtige keuren.

Schepenen

Personen die in de stad zelf recht spreken en op termijn de stad besturen.

Belfort

Het trotse symbool van de stedelijke macht waarin de kostbare keuren worden bewaard.

Patriciërs

De heersende klasse in de steden die in het stadsbestuur zetelt.

Guldensporenslag

Een veldslag in 1302 waarbij Vlaamse ambachtslui het Franse ridderleger versloegen, en die later een symbolische betekenis kreeg in de Vlaamse identiteit.