1/23
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Wat toont epigenetica aan?
Dat ervaringen genexpressie kunnen beïnvloeden en soms doorgegeven kunnen worden aan volgende generaties.
Wat laat het voorbeeld van Phineas Gage zien?
Dat beschadigingen in specifieke hersengebieden persoonlijkheid, emoties en gedrag beïnvloeden.
Wat bepaalt gedrag volgens de nature-nurture benadering?
Gedrag wordt bepaald door genetische factoren (nature) én door omgeving en ervaringen (nurture).
Wat verklaart evolutie in relatie tot gedrag?
Evolutie verklaart hoe gedragingen en eigenschappen zijn ontstaan omdat ze de overlevings- en voortplantingskansen vergroten.
Wat is het verschil tussen genotype en fenotype?
Genotype = genetische code; Fenotype = waarneembare kenmerken, beïnvloed door genen én omgeving.
Waarom ontwikkelen eeneiige tweelingen toch verschillend?
Omdat unieke ervaringen invloed hebben, ondanks hetzelfde genotype.
Wat is het kernconcept van de relatie tussen genen en gedrag?
Gedrag ontstaat uit een samenspel van erfelijkheid en omgeving; genetische variaties die gunstig zijn voor overleving worden doorgegeven.
Welke twee systemen communiceren intern in het lichaam?
Zenuwstelsel en endocriene stelsel (hormoonstelsel).
Wat is het verschil in werking tussen zenuwstelsel en endocrien stelsel?
Zenuwstelsel is snel, elektrisch en chemisch; endocrien stelsel is trager en chemisch via hormonen.
Wat doet het sympathisch en parasympathisch zenuwstelsel?
Sympathisch: fight-or-flight, activeren; Parasympathisch: rust, herstel, afremmen.
Hoe werken zenuwstelsel en endocrien stelsel samen bij stress?
Eerst snelle reactie via sympathisch zenuwstelsel, daarna hormonale ondersteuning, daarna herstel via parasympathisch stelsel.
Wat betekent dat hersenen een modulair systeem zijn?
Hersenen bestaan uit gespecialiseerde, verbonden modules die samenwerken bij gedrag en psychische processen.
Welke drie evolutionaire lagen van de hersenen zijn er en hun functies?
Hersenstam: elementaire functies (ademhaling, hartslag, slaap, basisbewegingen).
Limbisch systeem: emoties, motivatie, geheugen, driften (honger, dorst, seks).
Cerebrale cortex: hogere mentale functies (denken, plannen, taal, bewust gedrag).
Noem de belangrijkste functies van de frontaalkwab.
lannen, beslissingen, persoonlijkheid, vrijwillige beweging, spraakproductie, imitatie en sociaal inzicht (spiegelneuronen).
Welke hersenhelft domineert ruimtelijke perceptie en holistisch/emotioneel denken?
De rechterhersenhelft.
Wat is de rol van de associatiecortex?
Integreert informatie uit verschillende hersengebieden voor complex denken, plannen en beslissingen.
Hoe werken automatische en bewuste functies samen in de hersenen?
Ze verlopen vaak tegelijkertijd en beïnvloeden elkaar bij complexe gedragingen.
Geef een voorbeeld van evolutionair verklaarbare voorkeuren of angsten.
Voorkeur voor zoet/vet voedsel; angst voor slangen of onweer.
Noem de bouwstenen van een neuron en hun functies.
Dendrieten (ontvangen signalen), soma (beslist vuren of niet), axon (transporteert signaal), eindknopjes (geven signalen door), synaps (overdracht neurotransmitters).

Welke soorten neuronen bestaan er?
Sensorische (zintuigen → CZS), motorische (CZS → spieren/klieren), schakelcellen (sensorisch ↔ motorisch).
lannen, beslissingen, persoonlijkheid, vrijwillige beweging, spraakproductie, imitatie en sociaal inzicht (spiegelneuronen).
De linkerhersenhelft.
Wat is de functie van gliacellen?
Steun, bescherming en myelinevorming (versnelt geleiding).
Noem drie functies van hormonen.
Groei, stofwisseling, stressrespons, seksuele ontwikkeling en gedrag.
Nog leren (17)
Je hebt een begin gemaakt met het leren van deze termen. Hou vol!