Stijl en Stijlfiguren

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/29

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Flashcards over stijlfiguren in de Nederlandse taal, inclusief definities en voorbeelden.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

30 Terms

1
New cards

Beeldspraak

Woorden in een figuurlijke betekenis gebruiken, met beelden een gedachte of begrip uitdrukken.

2
New cards

Allegorie

Personificatie doorheen het hele werk, waarbij abstracte begrippen als mensen worden voorgesteld.

3
New cards

Animalisering

Specifieke vorm van personificatie waarbij menselijke eigenschappen aan dieren worden toegeschreven.

4
New cards

Antropomorfisme

Het toekennen van menselijke eigenschappen aan niet-menselijke wezens.

5
New cards

Associatie

Het spontaan oproepen van ideeën of beelden.

6
New cards

Metafoor

Een vergelijking zonder vergelijkingswoord.

7
New cards

Personificatie

Iets levenloos voorstellen als een mens of het geven van menselijke eigenschappen.

8
New cards

Verdinglijking

De benoeming van iets abstracts in concrete termen.

9
New cards

Synesthesie

Zintuiglijke eigenschappen die met elkaar vermengd worden.

10
New cards

Vergelijking

Twee begrippen vergelijken door middel van een vergelijkingswoord.

11
New cards

Metoniem of metonymie

Een stijlfiguur waarbij een woord een ander vervangt op basis van een verband.

12
New cards

Anafoor

Het herhalen van een woordgroep aan het begin van opeenvolgende verzen.

13
New cards

Analogie

Een overeenkomst tussen twee zaken die als grondslag voor een redenering dient.

14
New cards

Antithese

Tegenstelling tussen twee begrippen.

15
New cards

Parenthese

Het los invoegen van een gedachte in de zinsbouw.

16
New cards

Asyndeton

Een opsomming waarbij verbindingswoorden worden weggelaten.

17
New cards

Polysyndeton

Een opsomming waarbij verbindingswoorden worden herhaald.

18
New cards

Woordspeling

Een woordcombinatie met een komisch effect.

19
New cards

Cliché

Beeldspraak die zo vaak gebruikt wordt dat ze haar originaliteit verliest.

20
New cards

Topos

Een cliché dat automatisch met een bepaalde ruimte wordt verbonden.

21
New cards

Ellips

Met opzet woorden weglaten.

22
New cards

Hyperbool

Een opzettelijke overdrijving.

23
New cards

Litotes

Een begrip uitdrukken door het tegenovergestelde te ontkennen.

24
New cards

Understatement

Een opzettelijke afzwakking.

25
New cards

Onomatopee

Een woord dat een klank nabootst.

26
New cards

Oxymoron

Twee woorden die elkaar in hun letterlijke betekenis tegenspreken.

27
New cards

Paradox

Een schijnbare tegenstelling die onder bepaalde voorwaarden klopt.

28
New cards

Parallellisme

Twee zinnen of zinsdelen zijn gelijk naar vorm of inhoud.

29
New cards

Chiasme

De woordvolgorde van twee bij elkaar horende zinsdelen wordt omgekeerd.

30
New cards

Retorische vraag

Een vraag waarop je geen antwoord verwacht.