BBG leerpad 1| 1.2

0.0(0)
studied byStudied by 1 person
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/13

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

14 Terms

1
New cards

Rustpotentiaal

Neuronen die niet communiceren zijn in rust. Dit is een actief onderhouden situatie die men het rustpotentiaal noemt.

Op dit moment bevinden zich in het axon meer negatief geladen deeltjes. 

2
New cards

Depolariseren

Wanneer een neuron wordt gestimuleerd, bijvoorbeeld door een andere neuron of door een sensorische stimulus, kan het celmembraan depolariseren.

Depolariseren = positiefer worden van het axon. (In rustpotentiaal).

3
New cards

Excitatorisch

Sommige stimuli zorgen ervoor dat het potentiaal van de ontvangende cel iets positiever wordt, dit noemen we een excitatorisch signaal.

4
New cards

Inhibitorisch

Andere stimuli zorgen ervoor dat het potentiaal van de ontvangende cel negatiever wordt, dit noemen we een inhibitorisch signaal. 

5
New cards

Hyperpolarisatie

= negatiever worden van het axon.

6
New cards

Drempelwaarde

Dat is de waarde (-50) dan gaan de natrium poorten helemaal open en onstaat er een ketting reactie die niet meer te stoppen is.

Daardoor gaat het dan van negatief binnen in het axon naar positief. (=depolarisatie)

Een neuron kan niet meerdere boodschappen per keer doorsturen.

7
New cards

Axonheuvel

Is het begin van het axon tussen het cellichaam.

8
New cards

Actiepotentiaal

Dit is het moment dat de drempelwaarde is bereikt en het axon dus positief is geworden. In deze fase stuurt het neuron een bepaald signaal door naar een andere neuron/brein etc. Er kan op dat moment max 1

9
New cards

Absolute refractaire periode

Kort geen nieuw actiepotentiaal (1-2 milisec).

10
New cards

Alles of niet wet

neuron vuurt altijd exact zelfde (bij elke stimulus).

Stimulusintentiteit word bepaald door: 1. aantal neuronen 2. frequentie/snelheid van het vuren.

11
New cards

Gemyeliniseerde axonen

Zenuwbanen (axonen) zijn niet allemaal even snel. (Bv. pijn signalen hebben meer tijd nodig.)

Myelineschede zorgt dat prikkel niet heel axon moet afleggen, maar van ‘knop naar knop’ kan springen. (Knopen van Ranvier).

Dikkere myelineschede = sneller → meer gebruik van axon → dikker = sneller.

12
New cards

Geleidingssnelheid van axon

  1. Dikte axon (breder = sneller)

  2. Myelineschede (dikker = sneller)

13
New cards

Kleuren Myeline en neuronen?

Myeline = wit

Neuron = grijs

14
New cards
  1. Myelineschede = volgroeid op:

  2. Brokkelt af door:

  1. Op volwassen leeftijd. Daarom dat kinderen nog minder cognitieve vermogens hebben.

  2. Ouderdom → info trager verwerken

    Ziekte (bv. multiple sclerose) → moeite met bv. bewegen.

    Ondervoeding tijdens myelinisatieperiode (in de buik) → - cog vermogens.