Escapada: vocabulario 9-12 (N2)
Studied by 0 people
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
Flashcards1/355
There's no tags or description
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
356 Terms
la compañía
vennootschap, bedrijf; gezelschap, samenzijn; toneelgroep
la firma
onderneming, bedrijf, zaak; handtekening, ondertekening
la fabricación
aanmaak, fabricatie, vervaardiging
la cadena
keten (van bedrijven); ketting, halsketting; keten; televisiekanaal
la exportación
export, uitvoer
la importación
import, invoer
laboral
arbeid-
la economía
economie
el economista
econoom
económico, económica
economisch; spaarzaam, zuinig
el departamento
afdeling, departement, sectie; appartement, flat
el servicio al cliente
klantgerichtheid, klantenservice
las ventas
verkoop, sales; (sg) verkoop; afzet
la huelga
staking, werkstaking
el sindicato
syndicaat, vakbond, vakvereniging
el servicio
bediening, dienst; (pl) toilet
la guardia
wacht, van wacht; (m) agent, bewaker, agente, bewaakster
el puesto
verkoopplaats, stalletje, stand; ambt, betrekking, functie
la instalación
installatie
el vicepresidente
ondervoorzitter, vice-president
el colega
ambtgenoot, collega; kameraad
el autónomo
zelfstandige
la contabilidad
boekhouding
la experiencia
ervaring
la puntualidad
nauwgezetheid, stiptheid
el cargo
ambt, betrekking, functie; toeslag, extra kosten
solicitar
solliciteren voor een job; verzoeken, vragen
la oferta de trabajo
jobaanbieding
la entrevista de trabajo
sollicitatiegesprek
el anuncio de trabajo
personeelsadvertentie
la carta de presentación
sollicitatiebrief
contratar
aannemen, afsluiten, contracteren
enchufar
iemand aan een job helpen dankzij je connecties; inschakelen, in het stopcontact steken
las prácticas
stage; (sg) beoefening, praktijk, oefening
el personal
personeel
los recursos
personeelszaken
la incorporación
inlijving, opname
jubilar(se)
met pensioen gaan
despedir
ontslaan, wegzenden; (-se) afscheid nemen
echar
ontslaan, wegsturen; (-se) beginnen, starten; gooien, werpen; (-se) gaan liggen
el oficio
ambacht, beroep, functie, vak
la carrera
carrière; race, wedloop, wedstrijd; studierichting
el voluntario
vrijwilliger
el comercio
handel, koophandel
la secretaría
secretariaat
el compositor
componist
el guitarrista
gitaarspeler, gitarist; (f) gitaarspeler, gitariste
el director de orquesta
dirigent
el pianista
pianist; (f) pianiste
el violinista
violist, vioolspeler; (f) vioolspeelster
el novelista
romanschrijver; (f) romanschrijfster
el poeta
dichter
el escultor
beeldhouwer
el bailarín
balletdanser, danser
el doctor
arts, doctor, dokter, medicus
el oculista
oogarts; (f) oogarts
el ginecólogo
gynaecoloog, vrouwenarts
el psicólogo
psycholoog
el cirujano
chirurg, heelmeester
el veterinario
dierenarts, veearts
el dentista
tandarts; (f) tandartse
el ayudante
assistent, helper; (f) assistente, helpster
el historiador
geschiedkundige, historicus
el periodismo
journalistiek, pers
el locutor
omroeper
el traductor
vertaler
el cartero
brievenbesteller, postbode
el vigilante
bewaker; (f) bewaakster
el conserje
conciërge, huisbewaarder; (f) conciërge, huisbewaarster
el guardia
agent, bewaker; (f) agente, bewaakster; (f) wacht, van wacht
el diseñador
ontwerper, vormgever
las ventas
verkoop
la asociación
genootschap, vereniging; associatie, verbinding
la población
bevolking, populatie
la organización
instelling, organisatie; het organiseren
la firma
handtekening, ondertekening; onderneming, bedrijf, zaak
el impuesto
belasting
el destinatario
geadresseerde, ontvanger
el remitente
afzender, verzender, zender
el código postal
postcode, zip-code
el cartero
brievenbesteller, postbode
el buzón
brievenbus, bus
gastar
gebruiken, uitgeven, verbruiken; (-se) eroderen, kapot gaan, verslijten
pagar en metálico
cash betalen
la plata
geld; zilver (Am)
suelto, suelta
kleingeld (adj)
el descuento
korting
económico, económica
spaarzaam, zuinig; economisch
el cajero automático
bankautomaat
el recibo
kwitantie, ontvangstbewijs, reçu
la cantidad
som; hoeveelheid, kwantiteit
cobrar
innen, ontvangen, terugkrijgen, verzilveren
el suplemento
supplement
los fondos
som geld; (sg) fonds; achtergrond, bodem, diepte
ingresar
storten, overschrijven, verdienen; binnengaan, inschrijven
el interés
interest, rente; belang; belangstelling, interesse
el saldo
balans, saldo
el presupuesto
begroting, budget; vooronderstelling
la bolsa
beurs, aandelenbeurs; handtas, tas, zak
la acción
aandeel; plot; actie, daad, handeling