1/13
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Kuijpers/Wijnveen
de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid (art. 3:61 lid 2 BW). Die schijn kan ontstaan door een verklaring, gedraging of niet-doen, en ook feiten na contractsluiting (zoals geen reactie op een bevestiging) kunnen dat vertrouwen ondersteunen. Omstandigheden die schijn van volmacht geven, kunnen ook wijzen op schijn van bekrachtiging.
Kribbebijter
Of een tussenpersoon de achterman vertegenwoordigt of in eigen naam handelt, hangt af van wat partijen over en weer hebben verklaard en redelijkerwijs uit elkaars gedragingen mochten afleiden. Dat de wederpartij weet dat er voor een ander wordt gehandeld, sluit handelen in eigen naam niet uit. De tussenpersoon die in eigen naam maar voor rekening van een ander handelt, kan de rechten uit de overeenkomst voor die ander uitoefenen.
Matatag/De Schelde
In professionele verhoudingen waarin algemene voorwaarden gebruikelijk zijn, wordt een partij in beginsel gehouden aan een exoneratiebeding. Een beroep daarop is niet snel in strijd met redelijkheid en billijkheid, ook niet bij fouten van hulppersonen, tenzij er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van leidinggevenden.
Hibma zuivel
Bij de beoordeling of een beding in algemene voorwaarden onredelijk bezwarend is (art. 6:233(a) BW), moeten alle omstandigheden worden meegewogen, zoals positie, deskundigheid en belangen van partijen.
De zwarte en grijze lijst gelden weliswaar alleen voor consumenten, maar kunnen reflexwerking hebben in B2B-situaties wanneer de wederpartij qua deskundigheid of positie vergelijkbaar is met een consument. Die reflexwerking is niet beperkt tot niet-commerciële rechtspersonen en kan ook gelden als de overeenkomst buiten het expertisegebied van de wederpartij ligt.
Brok/Huberts
Het enkele feit dat een afgeleverde zaak niet aan de overeenkomst voldoet (tekortkoming) leidt niet automatisch tot de verplichting tot schadevergoeding; daarvoor is tevens vereist dat deze tekortkoming aan de verkoper toegerekend kan worden (conform artikel 6:74 Burgerlijk Wetboek).
Oerlemans/Driessen
De non-conformiteit van een industrieel vervaardigd product komt in beginsel op grond van de verkeersopvattingen voor risico van de verkoper, ook als deze het gebrek kende noch behoorde te kennen en het gebrek buiten zijn toedoen is ontstaan. Dit is slechts anders in geval van bijzondere omstandigheden, maar het bestaan hiervan wordt niet snel aangenomen.
Pip-implantaten
De tekortkoming in de nakoming van een geneeskundige behandelingsovereenkomst, bestaande uit het plaatsen van een implantaat dat door grootschalige fraude van de producent gebrekkig is gebleken, kan de hulpverlener of het ziekenhuis (art. 7:462 lid 1 BW) niet worden toegerekend. Daardoor bestaat er geen aansprakelijkheid van het ziekenhuis voor de door de patiënt geleden schade, zeker als het ziekenhuis niet bekend was of kon zijn met de fraude.
Kinheim/Pelders
Bij een ondeugdelijke prestatie van de schuldenaar geldt het volgende voor het intreden van verzuim en de verplichting tot schadevergoeding:
Gevolgschade (Definitieve Schade): Schade die door het gebrek is geleden en niet door een vervangende prestatie wordt weggenomen (gevolgschade) is blijvend onmogelijk om alsnog goed te maken. De schuldenaar is voor deze schade direct aansprakelijk en er is geen ingebrekestelling (met hersteltermijn) vereist; een schriftelijke aansprakelijkstelling is voldoende.
Herstelbare Schade: Als de ondeugdelijke prestatie herstelbaar is, en van de schuldeiser gevergd kan worden dat hij de schuldenaar die gelegenheid biedt, treedt het verzuim pas in nadat de schuldeiser de schuldenaar door middel van een ingebrekestelling (met een redelijke termijn voor nakoming) in de gelegenheid heeft gesteld het gebrek te herstellen.
Schwarz/Gnjatovic
Bij een tekortkoming in de nakoming van een voortdurende verplichting uit een duurovereenkomst (zoals een huurovereenkomst) is de tekortkoming met betrekking tot het verleden per definitie blijvend onmogelijk om te herstellen.
Daarom ontstaat de bevoegdheid tot ontbinding (artikel 6:265 lid 2 BW) voor deze tekortkoming direct, zonder dat de schuldeiser de schuldenaar eerst in verzuim hoeft te stellen door middel van een ingebrekestelling.
Endlich/bouwmachines
Indien herstel van een tekortkoming door spoedeisendheid geen uitstel kan lijden en een schriftelijke ingebrekestelling (met termijn) daardoor niet zinvol is, moet de schuldeiser wel het redelijkerwijs mogelijke doen om de schuldenaar in staat te stellen het gebrek te herstellen.
Echter, wanneer de schuldenaar:
Niet bereikbaar is (ook niet op spoedeisende wijze, zoals per telefoon), óf
Bereikt zijnde, zich niet bereid toont of niet in staat is om met de noodzakelijke spoed afdoende maatregelen te nemen;
dan brengen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid mee dat het verzuim direct intreedt. In zo'n spoedeisende situatie is ook de schriftelijke aansprakelijkstelling van artikel 6:82 lid 2 BW niet vereist.
Woningstichting Eigen Haard
Artikel 6:265 lid 1 BW geeft de bevoegdheid tot ontbinding, maar niet iedere tekortkoming rechtvaardigt deze; de tekortkoming moet van voldoende gewicht zijn, getoetst aan de redelijkheid en billijkheid.
De tenzij-bepaling (waarbij de tekortkoming ontbinding niet rechtvaardigt) is niet slechts bij uitzondering van toepassing. Bij de beoordeling zijn de in de wet genoemde gezichtspunten (niet limitatief), en alle omstandigheden van het geval van belang. Er gelden geen bijzondere regels voor de ontbinding van huur van schaarse sociale woonruimte, omdat met alle omstandigheden al rekening kan worden gehouden.
Saelman/Academisch Ziekenhuis
De verjaringstermijn van vijf jaar (art. 3:310 lid 1 BW) voor een vordering tot schadevergoeding bij letselschade begint pas te lopen op het moment dat de benadeelde voldoende zekerheid heeft verkregen over de oorzaak van de schade en de aansprakelijke persoon, in die zin dat hij daadwerkelijk in staat is de vordering in te stellen.
Van de Steeg/Rabobank
De beoordeling van de klachtplicht (art. 6:89 BW) vereist een concrete belangenafweging van alle omstandigheden van het geval, waarbij het tijdsverloop op zichzelf niet doorslaggevend is en met name de mate van nadeel (prejudice) bij de schuldenaar door het uitstel zwaar weegt.
Ondeugdelijk belastingadvies
De verjaringstermijn van vijf jaar (art. 3:310 lid 1 BW) bij een beroepsfout begint pas te lopen wanneer de benadeelde voldoende zekerheid heeft verkregen dat de schade is veroorzaakt door foutief handelen.
Dit is niet het geval zolang de benadeelde – bij het ontbreken van de vereiste kennis – mocht blijven vertrouwen op de deskundigheid van de aangesprokene of diens geruststellende mededelingen.