Looks like no one added any tags here yet for you.
Vormen van voedselbeperking
Maaltijden overslaan, minder eten tijdens maaltijden, bepaalde soorten voedsel niet meer nemen, perioden van vasten.
Eetbuien
Het eten van een grote hoeveelheid voedsel in een korte tijd, vaak met verlies van controle.
Maatregelen voor gewichtscontrole
Lijnen, purgeergedrag, rumineren, voedsel kauwen en uitspugen, compensatoire middelen, vasten, overmatige lichaamsbeweging.
Cognitieve gedragstherapie (CGT)
Een combinatie van gedragstherapie en gesprekstherapie, gericht op normaal eetpatroon en disfunctionele cognities veranderen.
Doelen op korte termijn (eetstoornissen)
Symptoomcontrole, psycho-educatie, voedingsadviezen, en ernstig ondergewicht bestrijden.
Lange termijn interventies (eetstoornissen)
Therapeutische relatie, CGT, motiverende gespreksvoering, rehabilitatie.
Systeemtherapie
Werken met het systeem (familie, relatie, vrienden) om schadelijk gedrag te adresseren en eetstoornissen niet te versterken.
Amenorroe
Uitblijven van 3 achtereenvolgende menstruatiecycli, vereiste vetpercentage voor menstruatie is 15%.
Prevalentie van anorexia nervosa
95% vrouwen, 0,5-1% prevalent, hoogste mortaliteit van psychische stoornissen met een sterftecijfer van 6%.
Prognose eetstoornissen
40-50% geneest, 30% verbetert, 20% blijft gestoord.
Verklaringsmodellen voor eetstoornissen
Lichamelijke, sociale, psychologische, fysiologische, en genetische verklaringen.
Motivational Interviewing
Het vergroten van motivatie door zelfregie en compassie, waarbij de patiƫnt als expert wordt gezien.
Motivatiecirkel (Prochaska)
Fases: voorbeschouwing, beschouwing, beslissing, actieve verandering, consolidatie, terugval.
Anorexia nervosa
Afwezigheid of gebrekkige eetlust van nerveuze aard, met intense vrees voor gewichtstoename.
Boulimia nervosa
Terugkerende eetbuien met compensatoir gedrag om gewichtstoename te voorkomen.
DSM-5 Criteria voor Anorexia Nervosa
Beperking van de energie-inname in verhouding tot de behoeften, resulterend in significant laag lichaamsgewicht.
Intense angst voor gewichtstoename of de ontwikkeling van obesitas, of gedragingen die gewichtstoename voorkomen.
Verstoord lichaamsbeeld, met een ongepaste focus op gewicht en lichaamsvorm.
DSM-5 Criteria voor Boulimia Nervosa
Herhaalde episodes van eetbuien.
Compensatoire gedragingen zoals zelfopgewekt braken of misbruik van laxeermiddelen.
Overmatige lichaamsbeweging om gewichtstoename te voorkomen.
Eetbuien en compensatiegedrag gebeuren gemiddeld minstens Ć©Ć©n keer per week gedurende drie maanden.
Zelfbeeld beĆÆnvloed door lichaamsgewicht en lichaamsvorm.