1/25
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
de renaissance
15e - 16e eeuw
begin in Firenze en Venetië
politieke en culturele context
Italië goede economie, tijd voor kunst
ORR valt, christenen vluchten met kunst van klassieke oudheid naar Italië
de rest van Europa in crisis (pest, Honderdjarige oorlog) → geen tijd voor kunst
typische kenmerken renaissance
symmetrie
kleurrijk
antropocentrisme
ontwikkeling perspectief
ideale lichamen
voorstellingen van God
Het verhaam van Judith
aanval door het Volk van Holofernes
verleidt hem, voert hem dronken en snijdt zijn hoofd eraf
klein volk wint tegen sterk leger met verstand
Dante Alighieri
dolce stil nuovo
Beatrice
schreef in volkstaal Italiaans
la Divina Commedia
hij zet zichzelf in het verhaal en tekent met zijn naam (antropocentrisme)
dolce stil nuovo
Italiaanse literaire beweging door troubadours
idealisering van de vrouw
perfecte taal en stijl
eenvoud
La Divina Commedia (14e eeuw)
antropocentrisme (hij tekent met naam en is zelf hoofdpersonage en steekt tegenstanders in de hel)
volkstaal (>< kerk, alle verhalen van Bijbel moesten in Latijn)
eigen interpretatie van de Bijbel
vagevuur uitgewerkt (gidsen; Vergilius, Bernardus en Beatrice)
Divina toegevoegd aan naam om zichzelf te dekken van het feit dat hij God uitlacht
Fransesco Petrarca
14e eeuw
vindt de sonnet uit (4433)
schrijft altijd aan Laura
liefde als paradoxiale ervaring: pijn maar ook vreugde
humanist
individu centraal
Petrarca versus Hendrik van Veldeke
Petrarca stelt zich vragen bij het lijden
Veldeke stelt regels voor zijn publiek terwijl Petrarca over zichzelf
liefde geeft wijsheid >< Petrarca voelt zich dommer
het wisselspel van Petrarca en Dante
traditie: religieuze kader (wel eigen interpretatie), verering Beatrice en Laura, onbereikbare vrouw
vernieuwing: belangstelling KO, schrijven volkstaal, naam onder gedicht, nieuwe vorm
→ ze zijn niet echt renaissance
ontstaan renaissance
15-16e eeuw
boekdrukkunst (verspreiding ideeën)
het kompas (reizen)
buskruit (einde ridderschap)
humanisme
zelfstandig onderzoek
kritisch zijn
terugkeren naar de bron
spanning: culturele ontplooiing en bewondering KO
reformatie
oorzaken: misbruik katholieke kerk, humanisme
gevolgen: belang volkstaal stijgt, scheiding der Nederlanden (protestant en katholiek), (Luther)
middeleeuwen versus renaissance
geestelijke maatschappij >< secularisering
collectivisme >< individualisme
fatalisme >< zelfbeschikking
memento mori >< carpe diem
theocentrisme >< antropocentrisme
poëtica
theorie op hoe literatuur eruit moet zien door Aristoteles en Horatius
orde, harmonie, symmetrie
utile dulci
verfijning, sierlijkheid, polijsting
oudheid
natura, exercitatio, ars
individu
translatio, imitatio, aemulatio
mimesis
de orde, harmonie, symmetrie
de perfectie van de mens en de kracht om te ordenen (sonnet, structuur)
utile dulci
nut koppelen in de vorm van een boodschap
verfijning, sierlijkheid en polijsting
als reflectie van hoe verfijnd de mens is
oudheid
metrum overnemen en inspiratie nemen
natura, exercitatio, ars
natura + exercitatio = ars
poeta vates + poeta faber = poeta doctus
pas met talent en training kom je tot kunst
individu
je mag over jezelf schrijven
translatio, imitatio, aemulatio
vertalen naar volkstaal, imitatio of aemulatio door meer christelijke godsdienst in plaats van Romeine goden
mimesis
de realiteit nastreven (=/= realisme)
elementen van de werkelijkheid (personnages lijken op mensen), Griekse goden lijken op mensen
Sonnet 218 door Petrarca
Laura is de zon, andere vrouwen zijn maar sterren
als Laura vertrekt, doet hij dat ook
heel de wereld moet zich voelen zoals hij zich voelt
→ sonnet: orde, harmonie, symmetrie
Sonnet van Bredero
sonnet (orde, symmetrie, harmonie) en metrum
Aurora reist, hij is verliefd op haar maar kan alleen maar dromen over haar, ze verdwijnt overdag
hij wi liever door en eeuwig dromen (vraagt aan Jupiter dat hij hem dood zodat het niet zelfmoord is en dus niet heidens is)
Geswinde Grijsaert
de Grijsaert vliegt door de lucht en is sneller dan de wind, hij is nooit rustig
de tijd stop nooit en gaat atijd verder, eet en slokt
waarom gaat de tijd voor de auteur altijd zo traag?
afwezigheid van zijn lief is moeilijk, hij verlangt de tijd te versnellen
tijdgod Kronos: de tijd die alles kapot maakt