1/24
Vocabulaire flashcards gebaseerd op de notities uit de collegevideo over ontwikkelingspsychopathologie. Elk kaartje bevat een term en een korte definitie met kernbegrippen uit de les.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Ontwikkelingspsychopathologie
Studie van ontwikkelingsprocessen die bijdragen aan, of beschermen tegen, psychopathologie; onderzoekt psychopathologie vanuit een levensloopperspectief.
Levensloopperspectief
Het bekijken van de ontwikkeling van psychopathologie over de hele levensloop.
Vier D’s
Distress, Deviantie, Disfunctionaleren en Danger als indicatoren van psychopathologie.
Distress
Ervaring van emotionele problemen.
Deviantie
Afwijking van sociale norm of gemiddelde.
Disfunctioneren
Beperkt dagelijks functioneren (bv. sociale contacten, school).
Danger
Gevaar voor zichzelf of anderen.
Negativity bias
Neiging om negatieve informatie/uitingen sneller op te merken; adaptief in een gewelddadige omgeving, mogelijk maladaptief in een normale omgeving.
Prevalentie psychopathologie (Nederland)
UNICEF 2021: ~18% van kinderen 10–19 jaar heeft een psychische aandoening; ~55% van deze gevallen is depressie of angststoornis.
Multiply Deficit Model (MDM)
Geen enkele factor alleen verklaart de stoornis; cumulatief effect van meerdere risicofactoren; past bij een continuüm van functioneren.
Risicofactoren
Factoren die de kans op psychopathologie vergroten (bijv. genetische aanleg, prenatale blootstelling, moeilijk temperament, lage intelligentie, verstoorde emotieregulatie, gebrek aan veilige haven, ouders met psychische problemen, weinig vrienden, discriminatie/pesten).
Beschermende factoren
Factoren die risico’s tegenhouden of beperken (bijv. veilige hechting, sociale steun, veerkracht).
Bio-psychosociaal model
Uitleg van (psychische) gezondheid via biologische, psychologische en sociale factoren.
Kwetsbaarheid-stressmodel
Model waarin individuën verschillen in kwetsbaarheid en waarop omgevingsstressoren kunnen leiden tot psychopathologie; lage kwetsbaarheid + veel stressoren ≠ psychopathologie; hoge kwetsbaarheid + veel stressoren ≈ psychopathologie.
Kwetsbaarheid
Genetische, biologische, persoonlijkheids- of cognitieve predispositie die aanleg voor psychopathologie beïnvloedt.
Omgevingsstressoren
Stressoren uit de omgeving die de kans op psychopathologie vergroten.
Temperament
Aangeboren/typisch gedragstendenties in hoe iemand met de wereld omgaat; 9 dimensies; drie clusters: makkelijk, langzaam warm worden, moeilijk.
Thomas & Chess
New York Longitudinal Study; onderzochten temperament bij baby’s en identificeerden 3 temperamentclusters (met 9 dimensies bepaalt).
Blooming & Pruning
Synaptische bloei en snoei: toename en afname van verbindingen tussen neuronen; leidt tot een gespecialiseerd en omgevingstoegewijze brein.
Hersenplasticiteit
Brein is plastisch en veranderlijk; omgeving beïnvloedt ontwikkeling en blijft leerbaar.
Hubel & Wiesel
Studie bij kittens: visuele-deprivatie in één oog leidt tot blijvende bias; illustreert belang van omgeving voor hersenontwikkeling.
Transactioneel model
Gedrag en omgeving beïnvloeden elkaar door de tijd heen; interventies in de omgeving kunnen leiden tot veranderingen bij het kind.
Mismatch omgevingseisen
Slechte aanpassing wanneer omgevingseisen niet aansluiten bij individuele eigenschappen; voorbeeld: eisen zoals aandacht, oogcontact of stilzitten.
Equifinaliteit/Multifinaliteit
Equifinaliteit: verschillende routes naar dezelfde uitkomst; Multifinaliteit: dezelfde uitgangspositie kan tot verschillende uitkomsten leiden.
Veilige hechting
Belangrijke vroege basis: een veilige ouderfiguur biedt een veilige haven en stimuleert gezonde ontwikkeling.