Thema 12 - Argumentatieve teksten

de affiniteit

Een natuurlijke verwantschap, interesse of gevoel van verbondenheid met iets of iemand.

parafraseren

Ideeën of bewoordingen van iemand anders in je eigen woorden formuleren of navertellen, terwijl de betekenis behouden wordt

illustreren

Ergens een uitleg bij geven om iets duidelijk te maken, toelichten.

rubriek

Een vaste afdeling in een krant of tijdschrift waarop in elk nummer over hetzelfde onderwerp wordt geschreven. Doorgaans hebben rubrieken een vaste plaats in een tijdschrift.

de autoriteit

Een auteur met autoriteit heeft kennis van zaken. Hij is als het ware bevoegd om een bepaald onderwerp te behandelen.

Persuasief

Met de bedoeling om anderen te overtuigen.

opiniëren

De openbare mening proberen beïnvloeden door je eigen standpunt kenbaar te maken.

de situering

Het plaatsen in ruimte of tijd / ligging.

de constatering

de opmerking / bemerking / vaststelling

het gros

"het grootste deel" of "de meerderheid" van iets.

de impact

de invloed, het effect of de gevolgen die iets heeft op een persoon, situatie of omgeving.

lobbyen

het proces waarbij individuen, belangengroepen of organisaties proberen invloed uit te oefenen op beleidsmakers, zoals politici of ambtenaren, om bepaalde beslissingen of wetgeving in hun voordeel te laten uitvallen.

de corruptie

het misbruiken van een machtspositie voor persoonlijk gewin, vaak door middel van omkoping, fraude of machtsmisbruik.

onnoemelijk

in zeer grote mate, niet te tellen of te beschrijven vanwege de enorme hoeveelheid.

de nuance

Een subtiel onderscheid of een klein verschil in betekenis, gevoel of mening. Het verwijst naar verfijningen die een uitspraak, idee of situatie minder zwart-wit maken.

de Lage Landen

een historische en geografische benaming voor het gebied dat grotendeels overeenkomt met het huidige Nederland, België en Luxemburg. De term verwijst naar de lage ligging van het gebied ten opzichte van de zeespiegel.

chronisch

Langdurig of aanhoudend, vaak zonder duidelijke einddatum. Het wordt meestal gebruikt om aandoeningen of situaties te beschrijven die lange tijd voortduren of steeds terugkeren.

de steekproef

Een methode waarbij een kleinere groep uit een grotere populatie wordt geselecteerd om daaruit conclusies te trekken over de hele groep.

op de kar springen

Zich aansluiten bij een trend, beweging of initiatief dat al door anderen is gestart, vaak omdat het populair of voordelig is.

het vehikel

Een middel of instrument om iets te bereiken of over te brengen.

meewarig

Medelevend, maar ook een beetje neerbuigend of spottend.

banaal

Alledaags, onbeduidend of zonder diepgang.

het glazen plafond

Een onzichtbare barrière die voorkomt dat bepaalde groepen, zoals vrouwen, doorstromen naar topfuncties in bijvoorbeeld het bedrijfsleven.

opzienbarend

Iets wat veel aandacht trekt omdat het bijzonder of verrassend is.

belegen

(1) Oud of niet meer actueel; (2) (Bij kaas) gerijpt.

anno

In het jaar (gevolgd door een jaartal of tijdsaanduiding).

Allicht

Zeer waarschijnlijk, vanzelfsprekend.