1/51
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Ik sta op.
Ik douche
Ik ontbijt ('s morgens).
Ik poets mijn tanden.
Ik drink koffie.
Ik lees (de krant).
Ik ga werken.
Ik werk.
Ik neem de bus / de tram / ...
Ik rijd met de auto.
Ik breng de kinderen naar school.
Ik haal de kinderen van school.
Ik ga naar huis. Ik kom thuis.
Ik speel met de kinderen.
Ik eet een warme maaltijd.
Ik kijk naar de televisie.
Ik luister naar de radio.
Ik surf op het internet.
Ik slaap. Ik ga slapen.
Ik bezoek een vriend ♂.
Ik bezoek een vriendin ♀.
Ik schrijf (een brief).
Ik speel gitaar.
Ik studeer.
Ik winkel.
Ik zing.
Ik badminton.
Ik speel badminton.
Ik doe yoga.
Ik doe judo
Ik fiets.
Ik fitness.
Ik ga naar de fitness.
Ik klim.
Ik doe aan bergbeklimmen.
Ik loop.
Ik ski.
Ik tennis.
Ik speel tennis.
Ik voetbal.
Ik speel voetbal.
Ik wandel.
Ik maak een wandeling.
Ik zwem.
Ik doe boodschappen.
Ik doe de afwas.
Ik was af.
Ik kook.
Ik poets.
Ik strijk.
Ik dans.
Ik ga naar de bioscoop.
Ik ga naar de cinema.
Ik ga naar een café.
Ik ga op café.
Ik ga naar de discotheek.
Ik ga naar een restaurant.
Ik ga op restaurant.
Ik bezoek een museum.
Ik doe een terrasje.
Ik lig op het strand.
Ik picknick.
Ik rust.
Ik vaar met een boot.
Ik neem de boot.