CGO casus 2

Hechting

Emotionele, affectieve en duurzame band tussen ouder en kind.

Veilige hechting

Evenwichtige hechting met positieve emotionele ontwikkeling.

Vermijdende hechting

Minimaal contact dat leidt tot afwijzing of verwaarlozing.

Ambivalente hechting

Maximaal contact maar onzekerheid over reacties van de ouder.

Gedesoriënteerde hechting

Hechting die leidt tot gevoelens van machteloosheid en onvoorspelbaarheid.

Borstvoeding

Natuurlijke voeding met optimale voedingswaarde en immunologische voordelen.

Gezinsvormen

Variaties zoals kerngezin, eenoudergezin, uitgebreide familie, patchworkgezin, regenbooggezin, en pleeggezin.

Individuele preventie

Adviezen en handelingen gericht op één individu met een verhoogd risico.

Collectieve preventie

Gestructureerde aanpak op een bevolking of deelpopulatie.

VPK observeren

Bewust en gericht waarnemen van feiten in het verpleegproces en over de patiënt.

Lichamelijke groei en ontwikkeling

Bevat motorische, psychosociale, emotionele, taal- en spraakontwikkeling, en cognitieve ontwikkeling.

Belang van veilige hechtingsrelatie

Verhoogt kans op ongestoorde sociale en emotionele ontwikkeling en bevordert nieuwsgierigheid en leergierigheid.

Bevorderende factoren hechting

Liefde, continuïteit, sensitief reageren, en metalliseren.

Belemmerende factoren hechting

Kindfactoren, ouderfactoren, omgevingsfactoren, en invloeden van eigen ouders.