2.4 histogram

Wat is een histogram ?

Een grafische voorstelling van variabele waar de waarden van de variabele liggen op de horizontale as, boven elke klasse tekent men een rechthoek waarbij de breedte gelijk aan de breedte van de klasse is. De hoogte van de rechthoek is gelijk aan de relatieve frequentie gedeeld door de breedte van de klasse.

Wat zijn de stappen om een histogram te maken ?

Data groeperen : klassen/ intervallen doen.

Bv leeftijden onderverdelen in 8 groepen.

De breedte van een klasse vastellen (klassenbreedte) : ]a, b]

Een gegroepeerde frequentieverdeling doen.

Op basis ervan kunnen we de relatieve frequenties per klasse bepalen.

Wat is de klassenbreedte ?

Van een interval ]a, b] wordt gegeven door b-a.

Alle leeftijden groter dan a (a niet meegerekend), maar kleiner dan of gelijk aan b (b wel meegerekend).

Wat is de gegroepeerde frequentieverdeling ?

Een tabel met twee kolommen (of twee rijen) war de eerste kolom de klassen van X weergeeft en de tweede de overeenkomstige frequentie.

Hoe bereken je de relatieve frequenties per klasse ?

Door de absolute frequenties (van de gegroepeerde frequentieverdeling) te delen door de steekproefgrootte.

Wat zijn de verschillen tussen een staafdiagram en een histogram ?

De rechthoeken raken elkaar en kunnen de breedtes van de rechthoeken verschillen, wordt vaak gebruikt voor interval- en ratioschaal variabelen (omdat ze vaak een groot aantal waarden hebben).

Wordt vooral gebruikt voor ordinale en nominale variabelen(omdat ze vaak een beperkt aantal waarden hebben).

Wat is het probleem als je te weinig klassen maakt ?

Je verlies details

Hoe kies je het aantal klassen ?

Ongeveer √n klassen te maken (n = steekproefgrootte).