1/552
Dutch to English hard vocabulary when you begin your first lessons
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
nowadays
tegenwoordig
nervous
zenuwachtig
from
vandaan
dry
drogen
twins
tweeling
motorbike
de brommer
both
beide
uncle
oom
brother-in-law
de zwager
sound
de klank
eraser
de gum, de gummen
pencil
het potlood, de potloden
mark
het kruisje , de kruisjes
picture
het plaatje
stripe, line
de streep, de strepen
at
op
page
de bladzijde
You're welcome
graag gedaan
to get, receive
krijgen
Nice to meet you
aangenaam
far away
ver weg
later
straks
to make an appointment
afspreken
in front of
voor
delicious
heerlijk
cap
petje
back
terug
to turn
afslaan
to come along
meekomen
further
verder
nurse
de verpleegster
kind, nice, sweet
lief
to surprise
verassen
to stir
roeren
to add
toevoegen
to shave
scheren
rejoices
verheugt
awful
vreselijk
to be sorry
spijten
theme park
het pretpark
at least
minstens
striking
opvallend
messy
slordig
shabby
onverzorgd
plates
borden
spices
kruiden
to put on
aantrekken
To be wet, soaked
natgeregend zijn
to send
vesturen
completely
helemaal
to exercise
uitoefenen
rarely
zelden
cute
schattige
exciting
spannend
to surprise
verassing
slim
slank
fat
dik
divorced
gescheiden
quiet
rust
already
al
to come around
langskomen
zero
nul
window
Het ram/ de ramen
dark
donker
to turn
beurt
to build
bouwen
let
laten
toy
speelgoed
place
plek
to feel
voelen
preposition
voorzetsel
a while
even
to lie
liggen
nice
prettig
to feel like
hebben zin
after
daarna
to possess
bezitten
thirst/thirsty
dorst
sound
het luiden
trouble with, pain
last van
to be right
hebben gelijk
argument
de ruzie
chef
de kok
helmet
de helm
comedian
cabaretier
jacket
colbert, het
to stay
logeren
to grab
pakken
headphones
de koptelefoon
keyboard
toetsen
pressure
de druk
above
boven
down
beneden
oblique
schuin
to point
wijsen
to count
tellen
at
om
22
tweeëntwintig
23
drieëntwintig
32
tweeëndertig