1/122
Deze flashcards zijn ontworpen om belangrijke concepten en definities te helpen onthouden die essentieel zijn voor het begrijpen van onderwijs en ontwikkeling.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Wensen
De verlangens of hoop van een persoon voor de toekomst.
Dromen
Het proces van het maken van afbeeldingen of ideeën in de geest tijdens de slaap of als aspiraties.
Spelen
Activiteit die ontspanning of amusement biedt, vaak gebruikt voor leren bij kinderen.
Leren
Het proces waarbij individuen kennis of vaardigheden verwerven door ervaring, onderwijs of training.
Leven
De toestand waarin organismen bestaan, inclusief alle ervaringen en activiteiten.
Fietsen
Het gebruik van een fiets als vervoermiddel of recreatieve activiteit.
Vrienden
Personen met wie je een hechte sociale relatie onderhoudt.
Verantwoordelijk zijn
De verplichting om verantwoordelijk te handelen en de gevolgen van je acties te dragen.
Eigen keuzes maken
Het proces waarbij een individu beslissingen neemt op basis van eigen voorkeuren en overtuigingen.
Samenwerken
Het proces van samenwerking met anderen om een gemeenschappelijk doel te bereiken.
Eigenaarschap
Het gevoel van verantwoordelijkheid voor eigen acties en beslissingen.
Leiderschap
De vaardigheid om een groep te leiden of te beïnvloeden.
Veiligheid
De toestand van beschermd zijn tegen schade, gevaar of letsel.
Sporten
Fysieke activiteiten die doorgaans competitief zijn.
Koken
Het proces van het bereiden van voedsel door het te verhitting.
Bakken
Een specifieke methode van koken waarbij voedsel in de oven wordt verwarmd.
Repareren
Het proces van het herstellen van iets dat beschadigd of kapot is.
Omarmen
Het omhelzen of accepteren van ideeën of veranderingen.
Insluiten
Het opnemen of insluiten van iets binnen een bepaalde ruimte of groep.
Uitsluiten
Het proces van iets of iemand buiten een groep houden.
Gezondheid
De staat van fysiek, mentaal en sociaal welzijn.
Vervelen
De toestand van desinteresse of ontevredenheid door gebrek aan activiteit.
Uitproberen
Het testen van nieuwe dingen om te zien hoe ze zijn.
Rommel
Een chaotische of ongeorganiseerde toestand.
Samenleven
Het leven in een gemeenschap of samen met anderen.
Liefde
Een diepere emotie van genegenheid of zorg voor iemand.
Spel
Een georganiseerde activiteit waarin deelnemers elkaar uitdagen.
School
Een instelling voor onderwijs, vooral voor kinderen.
Onderwijs
Het proces van instructie of onderwijzen, vooral in formele instellingen.
Eigen plek
Een persoonlijke ruimte of omgeving, belangrijk voor individuen.
Rust
Een periode van ontspanning of vrijheid van activiteit.
Stilte
De afwezigheid van geluid.
Geloof
Het vertrouwen of de overtuiging in iets zonder bewijs.
Filosoferen
Het nadenken over fundamentele vragen van het leven en de werkelijkheid.
Onderzoeken
Het systematisch bestuderen of analyseren van onderwerpen.
Ontwerpen
Het creëren of plannen van iets.
Zelf weten
Het bewustzijn van eigen gedachten en gevoelens.
Rekenen
De vaardigheid om met getallen te werken.
Taal
Een systeem van communicatietechnieken, vooral woorden en grammatica.
Wereldoriëntatie
Het proces van begrip van de wereld om je heen.
Geschiedenis
De bestudering van gebeurtenissen in het verleden.
Digitale geletterdheid
De vaardigheid om digitale technologie, media en communicatie effectief te gebruiken.
Mediawijsheid
De vaardigheden die nodig zijn om kritisch en veilig met media om te gaan.
Vieren
Het markeren van een belangrijke gebeurtenis of mijlpaal.
Feesten
Het organiseren van een viering of grote gebeurtenis.
Reizen
Het verplaatsen van de ene plaats naar de andere.
Zelf bepalen wat je leert
De vrijheid om je eigen leerdoelen en onderwerpen te kiezen.
Zelf bepalen hoe je leert
De vrijheid om je eigen leerprocessen en methoden te kiezen.
Ruzie maken
Het hebben van een conflict met iemand.
Pesten
Het opzettelijk en herhaaldelijk kwetsen of pesten van iemand.
Verdrietig zijn
De emotie of gemoedstoestand van bedroefdheid.
Juffen
De vrouwelijke leraren op een school.
Meesters
De mannelijke leraren op een school.
Leerstof
De inhoud die in onderwijs wordt behandeld.
Creëren
Het maken of ontwikkelen van iets nieuws.
Knutselen
Het maken van handwerk of creatief werk met de handen.
Dansen
De expressieve beweging van het lichaam op muziek.
Gamen
Het spelen van video- of computergames.
Buiten spelen
Activiteiten buiten de deur om te spelen.
Fotograferen
Het maken van foto's.
Oneens zijn
Een verschillende mening hebben over iets.
Films maken
Het creëren en produceren van een film.
Sport
Fysieke activiteit en competitie.
Muziek
Geluidskunst die georganiseerd is in tijd en ruimte.
Oordelen
Het vormen van een mening of conclusie over iets.
Architectuur
De kunst en wetenschap van het ontwerpen van gebouwen.
Kritisch zijn
Het vermogen om zorgvuldig en analytisch te denken.
Reflecteren
Het proces van nadenken over eigen ervaringen.
Leven lang leren
Het idee dat leren nooit stopt en gedurende het leven doorgaat.
Ontwikkelen
Het proces van groei, verandering of evolutie.
Geld
Een algemeen aanvaard ruilmiddel.
Belangstelling
De nieuwsgierigheid of interesse voor iets.
Nieuwsgierigheid
De wens om meer te weten of te leren.
Voorbeeldgedrag
Gedrag dat anderen kan inspireren of beïnvloeden.
Nadoen
Het imiteren van iemand anders.
Motivatie
De redenen of drijfveren achter acties en besluitvorming.
Talent
Natuurlijke aanleg of vermogen voor iets.
Wereldburgerschap
Het besef van de verantwoordelijkheid als wereldburger.
Maatschappij
Een groep mensen die samenleeft en voor bepaalde normen en waarden zorgt.
Aardigheid
De kwaliteit van vriendelijk zijn.
Vaardigheid
De bekwaamheid om een taak goed uit te voeren.
Waardigheid
De waarde of het respect dat iemand verdient.
Respect
De waardering en consideratie voor anderen.
Gelijkheid
De staat waarin iedereen dezelfde rechten en kansen heeft.
Gelijkwaardig zijn
De staat van evenveel waarde of betekenis hebben.
Passend onderwijs
Onderwijs dat aansluit bij de behoeften van de leerling.
Natuur
De fysische wereld collectief, inclusief planten, dieren en ecosystemen.
Huisdier
Een dier dat wordt gehouden voor gezelschap en genot.
Vrije ruimte
Ruimte of tijd voor persoonlijke keuzes en activiteiten.
Zelf beslissen
De mogelijkheid om eigen beslissingen te nemen.
Zelf kiezen
De vrijheid om eigen voorkeuren te maken.
Zelfverantwoordelijk zijn
De verantwoordelijkheid nemen voor eigen daden.
Zelfvertrouwen
Het geloof in eigen capaciteiten en kwaliteiten.
Initiatief nemen
Het voortouw nemen in een actie of project.
Fantasie
De creativiteit of verbeeldingskracht van de geest.
Vrije tijd
Tijd die niet besteed wordt aan verplichtingen en vrij kan worden ingevuld.
Talenten
Specifieke vaardigheden of begaafdheden van een individu.
Leerkrachten
Onderwijzers die verantwoordelijk zijn voor het onderwijzen van studenten.
Keuzevrijheid
De mogelijkheid om keuzes te maken zonder beperkende factoren.
Vrijheid
De staat van onafhankelijkheid en afwezigheid van dwang.