1/7
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Motto
Tekst die voorafgaat aan het verhaal of een deel daarvan; vaak een citaat uit bijvoorbeeld de Bijbel, een klassiek verhaal of een liedje. Het motto geeft je een aanwijzing over de manier waarop je het boek moet lezen.
Engagement
Betrokkenheid. De schrijver schrijft vanuit een bepaalde betrokkenheid bij bepaalde maatschappelijke of morele kwesties.
Ironie
Milde spot. Het (humoristische effect wordt bereikt door iets anders te zeggen dan je bedoelt. Voorbeelden van ironie zijn:
Omkering: je zegt het tegenovergestelde van wat je bedoelt.
Overdrijving: je maakt iets erger dan het is
Understatement: je zwakt wat je wilt zeggen af.
Niet-passend woordgebruik: je gebruikt bijvoorbeeld heel officieel of juist plat taalgebruik in een situatie waarin het niet gepast is.
Sarcasme
Sarcasme lijkt op ironie, maar is veel agressiever. Er wordt wat anders, meestal het tegenovergestelde, gezegd van wat wordt bedoeld. Sarcasme wordt vaak gebruikt als een aanval op iemand.
Cynisme
Een houding die ongeloof toont in de waarden of goede bedoelingen van de mensen.
Stereotypering
We spreken van stereotypering als de kenmerken van een persoon worden toegeschreven aan een hele groep.
Titel
Naam van het boek. Vaak verwijst de titel naar een aspect van de tekst.
Homoniem
Een woord met meerdere betekenissen.