CA1

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/131

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

132 Terms

1
New cards

antropologische archeologie

menselijk gedrag en culturele patronen door materiële resten van mensen

2
New cards

biologische antropologie

menselijke biologische diversiteit door tijd en ruimte

3
New cards

linguïstische antropologie

taal in zijn sociale en culturele context door ruimte en tijd

4
New cards

etnologie

(vergelijkend) gebruikt bestaande date om gemeenschappen en culturen te kunnen generaliseren

5
New cards

etnografie

(beschrijvend) door veldwerk data verzamelen binnen een bepaalde culturele setting om deze beter te begrijpen

6
New cards

sociolinguistiek

hoe wordt taal gebruikt binnen een bepaalde samenleving

7
New cards

onderdifferentiatie

minder ontwikkelde landen zien als hetzelfde waardoor je culturele diversiteit negeert

8
New cards

enculturatie

cultuur wordt aangeleerd en doorgegeven door generaties heen, waardoor het snel kan veranderen

9
New cards

agency

De handelingsmogelijkheden die een individu heeft

10
New cards

exogamie

een relatie hebben met iemand buiten je eigen gemeenschap

11
New cards

endogamie

een relatie hebben met iemand binnen je eigen gemeenschap

12
New cards

cultuur als adaptief

ontwikkeling in positieve zin

13
New cards

cultuur als maladaptief

ontwikkeling in negatieve zin

14
New cards

etnocentrisme

de neiging om eigen cultuur als superieur te beschouwen en andere culturen te beoordelen vanuit je eigen cultuur.

15
New cards

cultureel relativisme

Het idee dat elke cultuur op haar eigen termen moet worden begrepen, zonder te oordelen vanuit een andere cultuur.

16
New cards

essentialisme

identiteiten zien als vast en onverandelijk

17
New cards

acculturatie

uitwisseling van culturele kenmerken bij langdurig contact tussen gemeenschappen

18
New cards

semantiek

systeem achter de betekenis van taal

19
New cards

otherness

onderzoeker en informant vervreemden van de eigen cultuur gedurende veldwerkonderzoek

20
New cards

rite de passage

overgangsritueel van de ene fase naar de andere binnen een cultuur

21
New cards

dialectisch proces

het verhaal van meerdere kanten horen, niet alleen registreren wat er gebeurt, maar ook de dynamiek en tegenstellingen begrijpen.

22
New cards

liminaliteit

de tussenfase tussen de oude en nieuwe periode, een rite de passage (een ritueel dat een overgang in iemands leven markeert zoals huwelijk of pubertijd)

23
New cards

embodiment

het belichamen van iets

24
New cards

semiotiek

het ontstaan en gebruiken van tekens en tekensystemen

25
New cards

observatie

het bekijken van het gedrag van de populatie die je onderzoekt

26
New cards

participerende observatie

het observeren van je populatie door deel te nemen aan het dagelijks leven

27
New cards

genealogische methode

etnografische techniek waarbij diagrammen en symbolen worden gebruikt om familieverhoudingen te schetsen

28
New cards

emic perspective

onderzoeksstrategie waarbij je het perspectief van de lokale personen inneemt

29
New cards

etic perspective

onderzoeksstrategie van het buitenperspectief: hoe een buitenstaander het gedrag of de cultuur observeert en interpreteert.

30
New cards

probleemgerichte etnografie

veldwerk dat is gericht op een bepaald probleem in de samenleving

31
New cards

complexe samenleving

grote samenleving met veel mensen met sociale stratificatie en een centrale overheid

32
New cards

intersubjectiviteit

het vermogen van mensen om elkaar te begrijpen en gedeelde betekenissen te construeren

33
New cards

taxonomie

indelen van individuen in groepen

34
New cards

dichotomie

groep verdelen in 2 structuren die niet overlappen (Zijn manieren om de wereld op te delen in twee strikt gescheiden en tegengestelde categorieën)

35
New cards

identiteit

wie je bent als mens

36
New cards

ras

vermeende biologische/genetische verschillen tussen mensen afkomstig van voorgeslacht. Maar is een sociale constructie gebaseerd op bvb huidskleur.

37
New cards

hypodescent

wanneer kinderen met gemixte afkomst worden toegedeeld aan de groep die het meest minderwaardig is

38
New cards

sociale constructie

een constructie die stand wordt gehouden door de sociale werkelijkheid

39
New cards

stratificatie

mensen verdeeld in klasseverschillen

40
New cards

ascribed status

status die je toegeschreven krijgt

41
New cards

achieved status

status die je zelf hebt verdiend

42
New cards

assimilatie

een minderheidsgroep de culturele kenmerken van een dominante groep overneemt, zodat de verschillen tussen de groepen afnemen.

43
New cards

etnocide

de vernietiging van een cultuur van een bepaalde etnische groep

44
New cards

fenotype

uiterlijke kenmerken die worden bepaald door dna

45
New cards

multiculturalisme

wanneer de culturele diversiteit in een land wordt gezien als iets goeds

46
New cards

integratie

wanneer je in een andere gemeenschap komt wonen en je hier de gebruiken van over begint te nemen

47
New cards

raciale stereotypen

ervan uitgaand dat de mensen die allemaal een gelijke biologische basis hebben, ook allemaal bepaalde uiterlijke kenmerken hebben

48
New cards

identity-based rights

wanneer iemand met een bepaalde identiteit meer of minder rechten heeft

49
New cards

xenofobie

ireële angst voor vreemden

50
New cards

segregatie

scheiding op basis van een bepaald kenmerk

51
New cards

disjunctive democracy

een democratie waarbij politieke rechten zijn vastgelegd in de grondwet, maar burgerrechten nog steeds worden bedreigd

52
New cards

primaire geslachtskenmerken

vanaf de geboorte aanwezig

53
New cards

secundaire geslachtskenmerken

ontstaan gedurende de puberteit

54
New cards

(geslachts) dimorfisme

het feit dat mannen en vrouwen er anders uit zien in onze samenleving

55
New cards

genderstratificatie

scheiding op basis van gender, houdt zich bezig met de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. En de regels tussen mannen en vrouwen in de samenleving

56
New cards

privé-publiek dichotomie

werk thuis tegenover meer gewaardeerd werk uit huis (dichotomen zijn manieren om de wereld op te delen in twee strikt gescheiden en tegengestelde categorieën)

57
New cards

matrairchie

wanneer de samenleving wordt georganiseerd door vrouwen

58
New cards

patriarchie

wanneer de samenleving wordt georganiseerd door mannen

59
New cards

heteronormatief

de standaard in de samenleving is een relatie tussen man en vrouw

60
New cards

commodicatief

steeds meer aspecten van menselijk handelen worden uitgedrukt in geldwaarden

61
New cards

kolonialisme

langdurige buitenlandse overheersing van een gebied en volk

62
New cards

kapitaal

iets van waarde dat wordt ingezet met de bedoeling winst te maken

63
New cards

neoliberalisme

het principe dat overheden private ondernemingen niet mogen reguleren, maar er een vrije markt economie is

64
New cards

postkolonialisme

beschrijft de relatie die europese landen met hun voormalige koloniën hebben

65
New cards

communisme

politiek systeem waarbij eigendommen van de staat zijn en men werkt voor het gemeenschappelijke goed

66
New cards

wereldsysteemtheorie

De internationale economische wereldorde is gebaseerd op uitbuiting en niet op gelijkwaardigheid, waardoor de wereld in te delen is in drie delen: de kern, de semiperiferie en de periferie.

67
New cards

modernisering

het proces waarbij de hele wereld met elkaar in contact komt en informatie gaat uitwisselen

68
New cards

mondialisering

het proces waarbij de hele wereld met elkaar in contact staat

69
New cards

interconnectie

mensen zijn met elkaar verbonden door middel van verschillende communicatienetwerken

70
New cards

centrum-periferie

de wereld opdelen in ontwikkelde en minder ontwikkelde gebieden

71
New cards

arbeidsdifferentiatie

hoe de arbeid is verdeeld in een land, specialisatie of niet

72
New cards

nationalisme

je eigen land boven die van anderen zetten

73
New cards

consumptiecultuur

cultuur waarin de nadruk ligt op het aanschaffen van goederen en diensten

74
New cards

neo-tribalisme

de mensheid heeft zich ontwikkeld om in stammen of groepen te leven

75
New cards

autochtone etnische groepen

groep met eigen taal, gewoonten en opvattingen die nog steeds in het land van herkomst woont

76
New cards

cultureel imperialisme

verspreiding of voorgang van de ene cultuur ten koste van de ander

77
New cards

diaspora

nakomelingen van een gebied die zich zijn gaan verspreiden over de wereld

78
New cards

Multi-etnische samenleving

vele verschillende etniciteiten die samen in een land wonen

79
New cards

Multi-culturele samenleving

vele culturen die samen in een land leven

80
New cards

creolisering

wisselwerking tussen culturen die zorgt voor wederzijdse beïnvloeding

81
New cards

transnationalisme

Transnationalisme laat zien dat mensen niet beperkt zijn tot één nationale context, maar vaak functioneren binnen meerdere sociale en culturele netwerken tegelijk.

82
New cards

transmigratie

het verhuizen van een bevolkingsgroep als geheel

83
New cards

etno-ecologie

hoe verschillende culturen in verhouding staan met de natuur

84
New cards

ecologische antropologie

de studie over culturele aanpassing aan het milieu

85
New cards

informatiesamenleving

samenleving waarin informatie als belangrijkste productiefactor wordt gezien

86
New cards

patrilineaire afstamming

Afstamming en erfenis volgens de vaderslijn

87
New cards

Matrilineaire afstamming

Afstamming en erfenis volgens de moederslijn

88
New cards

Patrilokale vestiging

het paar gaat bij de familie van de man wonen

89
New cards

Matrilocale vestiging

Het paar gaat dicht bij de familie van de vrouw wonen

90
New cards

Avuncolocale vestiging

het paar woont dicht bij de broer van de moeder van de man

91
New cards

Neolocale vestiging

een nieuwe onafhankelijke losse lokatie waar ze wonen los van beide families

92
New cards

3 aspecten begrip identiteit

  1. Sociaal-culturele homogenisering 2. Nationalisering 3. Status

93
New cards

Practice theory

Richt zich op dagelijkse handelingen die sociale structuren vormen en reproduceren. Mensen worden beinvloed door structuren, maar hebben ook ruimte om te handelen.

94
New cards

embodied knowledge

handelen gebeurt vaak zonder bewuste analyse

95
New cards

expliciete kennis

bewuste kennis

96
New cards

reïficatie

Cultuur of iets abstracts of menselijks behandelen alsof het een onafhankelijk, vaststaand ding is

97
New cards

Reductionisme

het idee dat verklaringen voor fenomenen herleidbaar zijn tot een eenvoudige oorzaak. Wordt geen rekening gehouden met de bredere context

98
New cards

Methodologisch relativisme

culturen bestuderen op hun eigen voorwaarden, niet op basis van je eigen waarden (vb: rituelen in ene cultuur als normaal gezien en andere als raar)

99
New cards

'Armchair' Anthropology

heoretiseren over andere culturen zonder zelf veldonderzoek te doen.

100
New cards

culturele bidocaliteit

aardigheid om soepel tussen twee culturen te functioneren