Kaarten: Neue Kontakte 5 VWO Kapitel 2 | Quizlet
Studied by 1 person
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
Flashcards1/114
There's no tags or description
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
115 Terms
de baan
der Job, die Jobs
het bedrijf
der Betrieb, die Betriebe
het beroep
der Beruf, die Berufe
de decaan/de loopbaanadviseur
der Berufsberater
de programmeur
der Programmierer
de tolk
der Dolmetscher
het verschil
der Unterschied, die Unterschiede
de beslissing
die Entscheidung (-en)
het examen
die Prüfung (-en)
de firma
die Firma, die Firmen
het hbo
die Fachhochschule, (-n)
de opleiding
die Ausbildung, (-en)
het sterke punt
die Stärke, (-n)
de toekomst
die Zukunft
het tussenjaar
die Auszeit
de vreemde taal
die Fremdsprache, (-n)
het ambacht
das Handwerk
het buitenland
das Ausland
het eindexamen (vwo)
das Abitur
het kantoor
das Büro, (-s)
kiezen voor
sich entscheiden für/entschieden
onderzoeken
herausfinden/herausgefunden
zich veroorloven
sich leisten
zwaarder wegen/de doorslag geven
überwiegen/überwogen
de stagair
der Praktikant, 9- en)
de vacature
die Stellenanzeige, (-n)
de voorwaarde
die Voraussetzung, (-en)
het salaris
das Gehalt, die Gehälter
betrouwbaar
zuverlässig
laag
niedrig
eerst/aanvankelijk
zunächst
pas
erst
de advocaat
der Anwalt, (die Anwälte)
de stage
das Praktikum, die Praktika
de studie
das Studium, die Studien
architectuur
Architektur
bedrijfseconomie
Betriebswirtschaft (BWL)
geneeskunde
Medizin
informatica
Informatik
machinebouw
Maschinenbau
pedagogiek
Pädagogik
psychologie
Psychologie
rechten
Jura
horen/vernemen
erfahren
laten adviseren
beraten lassen
leiden
leiten
merken
merken
ondersteunen
unterstützen
oprichten
gründen
passen bij
passen zu
zich aanmelden
sich anmelden
afwisselend
abwechslungsreich
creatief
kreativ
praktisch
praktisch
technisch
technisch
theoretisch
theoretisch
veelgevraagd
gefragt
verschillende
verschiedene
aan de andere kant
andererseits
aan de ene kant
einerseits
daarbij
dabei
daardoor
dadurch
eerst
erstmal
genoeg/voldoende
genügend
meteen/onmiddelijk
sofort
tijdens/terwijl
während
zowel... als ook
sowohl... als auch
het CV
der Lebenslauf, die Lebensläufe
de medewerker
der Mitarbeiter
de opleidingsplaats
der Ausbildungsplatz, die Ausbildungsplätze
de technicus
der Techniker
de vakantiebaan
der Ferienjob, (-s)
de advertentie
die Anzeige, (-n)
de afwisseling
die Abwechslung
de baan
die Stelle, (-n)
het cijfer
die Note, (-n)
de ervaring
die Erfahrung, (-en)
de ondersteuning
die Unterstützung
de sollicitatie
die Bewerbung, (-en)
de uitdaging
die Herausforderung, (-en)
de vaardigheid
die Fähigkeit, (-en)
de werktijd
die Arbeitszeit, (-en)
het bedrijf/de onderneming
das Unternehmen
het doel
das Ziel, (-e)
het voorbeeld
das Beispiel, (-e)
de documenten
die Unterlagen
de gegevens
die Daten
de kennis
die Kenntnisse
van tevoren/bij voorbaat
im Voraus
volgens afspraak
nach Vereinbarung
voltijd
Vollzeit
communiceren
kommunizieren
downloaden
herunterladen/heruntergeladen
duren
dauern
geïnteresseerd zijn in
interesse haben an
makkelijk afgaan
leichtfallen/leichtgefallen
moeilijk afgaan/niet meevallen
schwerfallen/schwerfgefallen
ontwikkelen
entwickeln
produceren
herstellen
solliciteren
sich bewerben um/beworben