1/23
britse rijk havo
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
ondernemers
hier van belang omdat hun rol door de IR belangrijker werd (later wilden ze natuurlijk behalve hun grote economische invloed ook politieke (liberale) invloed)
fabrieksarbeiders
hier van belang omdat deze nieuwe sociale groep zich door hun slechte positie tijdens de IR ook ging emanciperen en politiek (socialisme) ging organiseren
Robert Owen
Rijke ondernemer die probeerde de werkomstandigheden van (ook zijn eigen) fabrieksarbeiders te verbeteren en dus een sociale hervormer was (en zich later ook inzette voor vakbonden)
vakbonden
organisaties van arbeiders om voor hun belangen op te komen. Alleen had een arbeider geen macht, maar als alle arbeiders zich verenigden hadden ze wel een machtsmiddel
¼ van de wereldbevolking
aan het einde van de 19e eeuw woonde dit deel van de wereldbevolking in het Britse rijk
ziektebestrijding
betere inzichten (wetenschap!) leidden tot minder sterfte
bevolkingsgroei
door betere ziektebestrijding en door de toegenomen landbouwopbrengsten groeide de Engelse bevolking
Spinning Jenny
uitvinding waardoor 800% meer wol gesponnen kon worden
Stoommachine
dat geval waardoor fabrieken overal konden staan en altijd konden draaien
infrastructuur
wegen, kanalen en spoorwegen etc
investeringen
In deze deelvraag werden o.a. de winsten uit de kolonien in de nieuwe industrie in Engeland geinvesteerd.
grondstoffen
vaak uit de kolonien afkomstig waar dan in Engeland eindproducten werden gemaakt ( die deels ook weer naar de kolonien gingen = afzetmarkt)
katoenindustrie
de eerste bedrijfstak die industrialiseerde
handelskapitalisme
een vorm van kapitalisme waarbij handelaars streven naar winst op een markt door de aanvoer producten en de afzet van producten te controleren. Zij houden zich weinig bezig met de productie zelf.
industrieel kapitalisme
een vorm van kapitalisme gebaseerd op industriële productie, waarbij industriële ondernemers ernaar streven hun winst te maximaliseren door hun goederen tegen zo laag mogelijke kosten te produceren en tegen zo hoog mogelijke prijs te verkopen. Hoge investeringen nodig voor fabrieken, machines en infrastructuur.
liberale markteconomie
economisch systeem waarbij vrijhandel, vraag en aanbod de bepalende mechanismes zijn en waarbij de overheid een kleine rol heeft
vrijhandel
handelssysteem waarbij er zo min mogelijk belemmeringen zijn voor de handel (dus geen importheffingen etc)
sociale klassen
lagen in de bevolking op basis van beroep / inkomen (en opleiding)
1832
Reform Bill Hervomingswet in Engeland waarbij de districten (die belangrijk waren bij de verkiezingen) werden veranderd waardoor Industriële gebieden meer invloed kregen dan de plattelandsgebieden en dus een overwinning voor de liberale ondernemers! Om te kunnen stemmen was wel een bepaald inkomen of bezit vereist, arbeiders kregen dus geen invloed.
1833
Factory Acts eerste wettelijke stapje om de excessen van de Industriële Revolutie tegen te gaan onder druk van vakbonden en mensen als Robert Owen werd iets gedaan aan de uitbuiting van de arbeiders.
1851
Wereldtentoonstelling In de 19e eeuw werd dit soort tentoonstellingen georganiseerd door Europese landen om te laten zien hoe ze zich op economisch, technisch en cultureel gebied ontwikkelden. De eerste werd in het meest moderne land georganiseerd, in Engeland in 1851
Duitsland
aan het einde van de 19e eeuw een grote opkomende industriële macht en concurrent van Engeland
Caribisch gebied en India
In dit hoofdstuk vooral leveranciers van grondstoffen en afzetmarkten.
VS
leverancier van grondstoffen en aan het einde van de 19e eeuw een grote opkomende industriële macht en concurrent van Engeland