Vocabulaire Défi 4

0.0(0)
studied byStudied by 13 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/162

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

163 Terms

1
New cards

un avenir

een toekomst

2
New cards

un bachelor

een bacheloropleiding

3
New cards

un chasseur de têtes, une chasseuse de têtes

de headhunter, headhuntster

4
New cards

un client, une cliente

een klant

5
New cards

une compétence

een vaardigheid

6
New cards

un délégué, une déléguée

een afgevaardigde, een vertegenwoordiger

7
New cards

l’empathie (f.)

de empathie

8
New cards

l’enseignement supérieur (m.)

het hoger onderwijs

9
New cards

une filière

een studierichting

10
New cards

une formation (généraliste, spécialisée)

een (algemene, gespecialiseerde) vorming

11
New cards

une haute école

een hogeschool

12
New cards

une injustice

een onrechtvaardigheid

13
New cards

un internaute, une internaute

een internetgebruiker, internetgebruikster

14
New cards

le marché de l’emploi/ du travail

de arbeidsmarkt

15
New cards

un master

een masteropleiding

16
New cards

les nouvelles technologies (f.)

de nieuwe technologieën

17
New cards

une orientation

een oriëntatie, een richting

18
New cards

une performance

een (behaalde) prestatie

19
New cards

une piste de réflexion

een denkoefening, een denkpiste

20
New cards

un poste (de travail)

een arbeidsplaats

21
New cards

un potentiel

een potentieel

22
New cards

un prêt (étudiant)

een (studenten)lening

23
New cards

un responsable du recrutement, une responsable du recrutement

een HR-verantwoordelijke

24
New cards

une réussite

een succes

25
New cards

un salaire

een salaris

26
New cards

un secteur, domaine d’activité

een professionele sector

27
New cards

le travail d’équipe

het teamwork

28
New cards

le télétravail

het telewerk

29
New cards

expérimenté, expérimentée

ervaren

30
New cards

insonorisé, insonorisée

geluidsdicht

31
New cards

mégalo

megalomaan

32
New cards

satisfaisant, satisfaisante

bevredigend, wat voldoening geef

33
New cards

virtuel, virtuelle

virtueel

34
New cards

affiner

verfijnen, precizeren

35
New cards

anticiper

anticiperen

36
New cards

cibler

zich richten op

37
New cards

embaucher

aannemen, tewerkstellen

38
New cards

envisager (de)

overwegen (om)

39
New cards

murir

rijpen, groeien

40
New cards

négocier

onderhandelen

41
New cards

se débrouiller

zich uit de slag trekken, zijn plan trekken

42
New cards

sélectionner

selecteren

43
New cards

s’épanouir

openbloeien

44
New cards

se spécialiser (en)

zich specialiseren (in)

45
New cards

tricher

valsspelen, bedriegen

46
New cards

assouvir sa soif (de)

zijn honger naar … stillen

47
New cards

avoir de l’ambition

ambitie hebben

48
New cards

avoir le (vrai) sens des affaires

een (echte) neus voor zaken hebben

49
New cards

être à l’aise

op zijn gemak zijn

50
New cards

être doué(e) (de ses mains)

getalenteerd, goed zijn (met zijn handen)

51
New cards

être en baisse

afnemen, in verval zijn

52
New cards

être en expansion

floreren, groeien, uitbreiden

53
New cards

être en vogue

erg populair zijn

54
New cards

être son propre patron/sa propre patronne

je eigen baas, bazin zijn

55
New cards

être utile à

nuttig zijn voor

56
New cards

exercer un emploi/un métier

een beroep uitoefenen

57
New cards

faire fructifier

(geld) laten opbrengen

58
New cards

faire le point sur

scherpstellen op, de balans opmaken

59
New cards

faire un/le bilan

een/de balans opmaken

60
New cards

(se) fixer un objectif

(zich) een doel stellen

61
New cards

garder la tête froide

het hoofd koel houden

62
New cards

garder son sang-froid

zijn kalmte bewaren

63
New cards

passer des heures à

uren doorbrengen met

64
New cards

prendre des risques

risico’s nemen

65
New cards

travailler en équipe

in een team werken

66
New cards

trouver sa voie

zijn weg vinden

67
New cards

un caddie

een winkelwagentje

68
New cards

une caution

een waarborg

69
New cards

une chambre d’étudiant (un kot)

een studentenkamer (een kot)

70
New cards

une disponibilité

een beschikbaarheid

71
New cards

une douche

een douche

72
New cards

un échec

een mislukking

73
New cards

un évier

een wasbak, een gootsteen

74
New cards

la fac(ulté)

de universiteit (unief)

75
New cards

un fer à repasser

een strijkijzer

76
New cards

un investissement

een investering

77
New cards

un job étudiant

een studentenjob

78
New cards

une laverie

een wasserette

79
New cards

un lit simple, double

een eenpersoons-, tweepersoonsbed

80
New cards

une plaque de cuisson

een kookplaat

81
New cards

une prise électrique

een stopcontact

82
New cards

un propriétaire, une propriétaire

een eigenaar, eigenares

83
New cards

un (meuble de) rangement

een opbergkast

84
New cards

une résidence (universitaire)

een (universitaire) residentie

85
New cards

un sacrifice

een offer

86
New cards

les sanitaires (m.)

het sanitair, de sanitaire voorzieningen

87
New cards

un service de ménage

een huishouddienst

88
New cards

un soulagement

een opluchting

89
New cards

une superficie

een oppervlakte

90
New cards

une table de chevet

een nachtkastje

91
New cards

collectif, collective

collectief, gemeenschappelijk

92
New cards

directif, directive

autoritair, bevelend

93
New cards

équipé, équipée

uitgerust

94
New cards

meublé, meublée

bemeubeld

95
New cards

privatif, privative

privé

96
New cards

démissionner

ontslag nemen

97
New cards

renoncer à

afstand doen van, opgeven

98
New cards

aller en cours

naar de les gaan

99
New cards

filer au boulot (fam.)

naar het werk vertrekken

100
New cards

manquer, rater des cours

lessen missen