1/44
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
borstkanker
leeftijd bepaald aanvullend onderzoek
< 30 j = echo
mammogram = witter (relatief meer klierweefsel) → maskeert klierweefsel
> 30 j = mammografie
afwijkingen borstweefsel
cyste = glad begrenst
echo = ziet achterwand bij interface
pijnlijk? = geruststellend
géén behandeling/follow up
carcinoom = grillige afwijking (mog morfologische afwijkend lymfeklier oksel)
gevoelloos
maligne biopt lymfeklier → meer risico afstand metastasen
aanvullend onderzoek = 18F-FDG PET-CT
mastopathie = verzamelnaam goedaardige aandoening borstweefsel
radiologie aanvraag
bevat
klinische gegevens = leeftijd, geslacht, VG, anamnese, LO, lab/aanvullend onderzoek
gevraagd onderzoek (welk type)
vraagstelling
allergieën, nierfunctie, corpus alienum (in rest van lichaam)
echografie
obv geluidsgolven
akoestische impendantie = weerstand die geluidsgolf ondervindt door weefsel heen
meer reflectie = witter
kleur op echo
hyperechogeen = wit (bot, lucht)
iso-echogeen = grijs
hypo-echogeen = donkergrijs
slagschaduw = hypo-echogeen door sterk reflecterende structuur
anechogeen = zwart (vocht)
indicaties = abdomen, skelet (oa artritis), hart/vaten, hersenen neonaat
voordelen = goedkoop/snel, real time/dynamisch, pijnloos/niet invasief, géén straling/contrast
nadelen = tot beperkte diepte, limitaties lucht/bot/vet (moeilijker bij obesitas)
röntgen
röntgenfoto → enkele bundel, seconden
indicaties = vooral skelet
X-thorax, X-skelet, X-BOZ (buikoverzichtsfoto → weinig gebruikt)
CT → draaiende röntgenbuis, enkele minuten
indicaties = algemener: maligniteit, na uitgebreid trauma (whole body CT)
CT-thorax, CT-abdomen, CT-hersenen, CT-skelet
meer absorptie = denser beeld (witter)
voordelen = snel/goedkoop, pijnloos
nadelen = stralingsbelasting, eventueel contrastvloeistof
inprincipe géén vocht zichtbaar!
MRI
obv sterke magneet
meer waterofatomen = meer signaal
indicaties
kleine contrast afwijking weke delen
detectie + karakterisatie tumoren/metastasen/infecties
inspectie vaten
Soorten
T1 gewogen MRI = vocht zwart
T2 gewogen MRI = vocht wit (op T2 Wordt Water Wit)
voordelen = géén ioniserende straling, goede kwaliteit, pijnloos, 3D
nadelen = duur, claustrofobie/lawaai, bewegingsgevoelig, obesitas werkt niet
magnetisch → contraindicatie = pacemaker, insulinepomp, metaal
contrastvloeistof = gadolinium (= goed afbeelden hersentumoren)
radiologie vs nucleair
radiologische technieken = anatomie in beeld
nucleaire technieken = (patho)fysiologische processen in beeld
voordelen nucleair
hele lichaam 1 beeld
afbeelden pathofysiologische processen mogelijk voor morfologische verandering (= radiologie)
onderscheid ziekteactiviteit vs restverschijnsel (litteken na infectie)
radiofarmacotherapie mogelijk (schildklier)
radiofarmacon (nucleaire geneeskunde)
radiofarmacon = samensmelting tracer (farmacologische stof, naar bepaald deel van lichaam) door radioisotoop (‘‘vlaggetje’’)
verschillende maten penetrantie → vooral gamma-straling (bundel fotonen) = beste penetrantie
single-photon emitters = 1 gammafoton rechtstreeks uit kern → gammacamera/SPECT(-CT)
technetium-99m
niet hogere resolutie dan MRI
positron emitters = positron + elektron binden aan elkaar = annihilatie = 2 gammafotonen vrij in tegengestelde richting → PET(-CT)
fluor-18
= meest gevoelig (2 fotonen = 2x zoveel informatie)
toepassing van verschillende radiofarmacon:
Tc-HDP = skeletscintigrafie
Tc-MAG-3 = renografie
Tc-pertechnetaat 131 = schildklierscintigrafie
Tc-sestamibi = bijschildklierscintigrafie, mammascintigrafie
I-MIBG = neuro-endocriene tumoren
Tc-tetrofosmin = myocardperfusiescintigrafie
F-FDG = tumoren + infectie/inflammatie
= glucose analoog → opgenomen in cellen, niet verder gebruikt in citroenzuurcyclus
veel opname in: tumoren, infecties, hersenen, hart, schildklier, prothesen (vaak chronische ontsteking), nieren & blaas (= uitplassen)
wanneer welke beeldvorming?
termen laboratoriumdiagnostiek
referentiewaarde = boven- & ondergrens van normaal (= 95% van populatie als zij gezond zijn)
klinische beslisgrens = grens die voorspelling geeft over de waarschijnlijkheid van een aandoening, gebaseerd op andere klinische gegevens en onderzoeken (→ moet je iets met een afwijkende waarde?)
bv 4-5-6 flexinorm (Hb + comorbiditeit)
klinische verschil = is er significant verschil tussen 2 metingen in 1 patiënt?
ALAT
ALAT = lever specifiek
functie = enzym betrokken bij eiwitstofwisseling
locatie = levercellen
verhoogd = leverschade (hepatitis, levercirrose, kanker, belemmerde galafvloed)
ASAT
functie = enzym betrokken bij eiwitstofwisseling
locatie = lever, spier & hartcellen
alleen ASAT verhoogd → schade lever/spier/hart
ASAT + ALAT verhoogd → leverprobleem
uitzondering = chronische alcoholische hepatitis = ASAT >> verhoogd dan ALAT (ook effect op andere organen)
AF/alkalisch fosfatase
functie = enzym bij afbraak fosfaatgroepen
locatie = leverparenchym, galwegepitheel, osteoblast
verhoogd AF (+ normaal ASAT/ALAT) = bot-/leveraandoening
kan normaal zijn bij groeiend kind of na botbreuk
kan ook verhoogd zijn bij botmetastasen/paget disease
verhoogd AF + verhoogd ASAT/ALAT = galwegprobleem (afsluiting/beschadiging)
verlaagd AF = ondervoeding, hypothyreoïdie, ernstig diarree
gamma-GT
gamma-GT = galwegspecifiek
functie = enzym betrokken bij metabolisme + transport aminozuren (=voedingstof)
locatie = hepatobilliaire systeem
verhoogd gamma-GT = als lever ineens veel stoffen krijgt die hij moet verwerken; alcoholmisbruik, geneesmiddelen, extreem overgewicht
verhoogd gamma-GT + verhoogd ASAT/ALAT = galwegprobleem/leverschade
bilirubine
= afvalproductie hemoglobine
ongeconjugeerd bilirubine (indirect)
prehepatisch = te hoog aanbod
intrahepatisch = dysfunctionele omzetting (te weinig metabolisme/te weinig afvloed)
verhoogd ongeconjugeerd bili = hemolytische anemie, syndroom van gilbert, cirrose, hepatitis
geconjugeerd bilirubine (direct) = post-hepatisch
verhoogd geconjugeerd bili = belemmering afvloed galweg (steen, tumor, PBC/primaire bilaire cholangitis)
LDH/lectaatdehydrogenase
functie = enzym betrokken bij omzetting lactaat → pyruvaat
locatie = RBC, myocard, nieren, lever, lymfeklieren, skeletspier
verhoogd LDH = aspecifieke celschade
albumine
functie = transporteiwit, handhaving osmotische druk
locatie = bloed, aanmaak in lever
verhoogd albumine = dehydratie (lijkt relatief hoog)
verlaagd albumine = leverinsufficiëntie (= beschadiging levercellen = minder productie), nierinsufficiëntie (nefrotisch syndroom), ondervoeding, ernstig ontsteking/shock (veel op IC), overvulling (lijkt relatief laag)
lipase
functie = vetmetabolisme
verhoogd lipase = pancreatitis → autolyse (cel kapot = enzym in bloed), belemmring afvoer pancreassap, alcoholmisbruik
amylase
functie = koolhydraatmetabolisme
locatie = pancreas + speekselklier
verhoogd amylase = pancreatitis, belemmering pancreassap, speekselklierontsteking
chloride
= elektrolyt, belangrijk voor vochtbalans + zuurbase evenwicht → spierklacht
verhoogd chloride = metabole acidose, overmatig zoutopname (NaCl)
verlaagd chloride = metabole elkalose, braken (verlies HCl), lis + thiazide diuretica
kalium
= elektrolyt, belangrijk voor vochtbalans + zuurbase evenwicht + zenuwgeleiding → spierklacht + hartritmeprobleem
verhoogd kalium = nierfalen, rhabdomyolyse, kaliumsparend diureticum
kaliumsparend → alles hyper
verlaagd kalium = lis- en thiazide diuretica, insuline, braken/diarree
lis- en thiazide → alles hypo
natrium
= elektrolyt, belangrijk voor vochtbalans + zuurbase evenwicht + zenuwgeleiding
verhoogd natrium = dehydratie, hyperglycemie, diabetes insipidus
verlaagd natrium = overvulling, SIADH, hartfalen, nierfalen, lis- en thiazide diuretica
andere rondom urine
natrium in urine → beter beoordelen nierfunctie
kreat → spierafbraakproduct
eGFR/esimated glomerular filtration rate
hoe slechter nierfunctie = hoe hoger kreat bloed = hoe lager eGFR
overschattig nierfunctie = acute nierinsufficiëntie, lage spiermassa
onderschattig nierfunctie = bodybuilder
> 90 goed, < 30 medicatie aanpassen
ureum
= stikstofafbraakproduct
gevormd in lever vanuit ammoniak (ontstaat bij afbraak eiwit in darm), gefiltreerd + (deels) terug geresorbeerd in nier
verhoogd ureum = verhoogde eiwitafbraak (verhoogde intake, GI bloeding), minder functie/minder doorbloeding lever, hypovolemie, nierfalen
hepatische encefalopathie → verhoogd ammoniak in bloed = toxisch voor hersenen → minder alert/reactievermogen/concentratie tot coma (coma meestal in acute situaties, <24-48u)
verlaagd ureum = verlaagde eiwitafbraak (leverfalen), overvulling
urine output
= mate nierperfusie, vochtbalans gecorrigeerd voor gewicht
normaal = 0.5-1.5 ml/kg/u
urinescreening
→ eiwit, leukocyten, hemoglobine, sediment
sedimentanalyse = microben, urinezuurkristallen, erytrocyten
algemeen bloedbeeld
= Hb, erytrocyten, leukocyten, thrombocyten, MCV, leukocyt differentiatie
verstoord = anemie, infectie, stollingsprobleem, been ergsuppressie, hematologische maligniteit
CRP
acute fase eiwit, gemaakt in lever
verhoogd crp = ontsteking / eerste 3 dgn na OK
> 100? = verdenking bacteriële infectie
BSE = aspecifieker (infectie, zwangerschap, anemie) → meer gebruiken bij chronische autoimmuunziekte
gebruik bij:
reumatische aandoening (SLE, reuma)
multiple myeloom = afwijkende plasmacellen → maken 1 overmatig immuunglobulines → kunnen plakken aan RBC → verhoogde bezinking = verhoogd bse
geldrolvorming = RBC die aan elkaar plakken (nadat ze uit capillairen komen)
bse duurt langer tot stijgen dan crp, crp gaat ook weer sneller naar beneden
protrombine tijd/PT
= stollingtijd extrinsieke pathway → evalueer stollingsstoornis, effect coumarines, leverfunctie
normaal = 11-14 sec
INR/international normalized ratio
= genormaliseerde waarde PT (houdt rekening met verschillende testmethodes in lab) → evalueren effect coumarines
normaal
zonder medicatie = 0.8-1.1
met medicatie = 1-3
verhoogd = groot risico bloedverlies
bloedgas
= O2 sat, pO2, pCO2, pH, bicarbonaat, natrium, kalium, lactaat, glucose, geïoniseerd calcium
→ controle zuur-base evenwicht = metabool/respiratoir probleem? → vooral acute setting
d-dimeer
= afbraakproduct fibrine → mate aanwezigheid stolsel
verhoogd d-dimeer = DVT, longembolie, diffuse intravasale stolling (OK, verwonding, infectie, lever-/nierinsufficiëntie, zwangerschap)
troponine
3 componenten = I, T, C (apart meetbaar)
verhoogd troponine = afbraak spiercellen (vooral hartspiercellen = myocardinfarct)
binnen 2u verhoogd → 2x meten (nog meer spierverval = stijging troponine gedurende uren)
vaak combi met CK-MB
bal/bronchoalveolaire lavage
multiplex PCR → voor meerdere pathogenen
uitslag binnen paar uur, hoge sensitiviteit, ook moeilijk kweekbare pathogenen (ook dode pathogenen)
sputum
kweek 1 pathogeen
duurt paar dgn, lagere sensitiviteit, kan wel kijken aarn sensitiviteit voor antibiotica
anca fluorescentietest
anca = antineutrofiele cytoplasmatische antilichamen = antistof tegen eigen witte bloedcellen
verhoogd anca = autoimmuunaandoening (vooral vasculitis)
CA 19.9
= glycolipide gemaakt door epitheliale weefsel (bij kapot gaan/verhoogd celproliferatie) = pancreas, galweg, maag, darm, endometriumtumoren
vooral voor hoe goed behandeling werkt
CEA/carcino-embryonaal-antigeen
= glycoproteïne betrokken bij celadhesie in foetale ontwikkeling
verhoogd (>5) bij = darm, borst, lever, long & pancreastumoren
vooral verhoogd bij metastasering & rokers
vooral voor hoe goed behandeling werkt
glucose
verhoogd glucose = DM, overmatig eten, hyperthyreoïdie, acute stress, chronische nierinsufficiëntie, syndroom van cushing, medicatie (corticosteroiden, TCA, diuretica, epinefrine)
verlaagd glucose = DM, alcoholmisbruik, leverfalen, hypothyreoïdie, insulinomen, steroïden
years algoritme (longembolie)
years items
klinische tekenen dvt
hemoptoë
longembolie meest waarschijnlijke diagnose
d-dimeer gebaseerd op years
0 years items
< 1000 nanogram/ml = LE uitgesloten
≥ 1000 nanogram/ml = ct-scan
≥ 1 years items
< 500 nanogram/ml = LE uitgesloten
≥ 500 nanogram/ml = ct-scan
testen voor actueel gebruik alcohol
ethylglucuronide = alcohol in lever geglucuriniseerd = onschadelijk maken
tot 5 dgn meten van metabolieten in bloed, daarna in urine
carbohydrate deficiënt transferrin = transferrine veranderd bij langdurig/overmatig alcohol (over langere tijd)
fosfatidylethanol = alcohol in lever geglucuriniseerd = onschadelijk maken
tot 5 dgn meten van metabolieten in bloed, daarna in urine
ethanol
ziekte van pfeiffer
95% kans dat iedere jongen gehad heeft
oorzaak = epstein-barr virus
klacht = vermoeidheid, splenomegalie (50% van EBV), (icterisch)
diagnostiek → hb, ht, leukocyten, trombo, erytrocyten, leukocyt diff, ALAT, gamma-GT
atypische lymfocyten (leukocyt diff) → geactiveerde lymfocyten zien er anders uit onder microscoop
→ indien na een aantal mnd nog erg last doe je nog lab controle, anders niet
levercirrose
oorzaken = chronisch virale hepatitis B/C, leververvetting/steatose, chronisch alcoholmisbruik
stappen
fatty liver → indien lang = cirrose + fibrose ontstaat
weinig fitaal lever weefsel = minder functie
alcoholic fatty liver disease vs non-alcoholic fatty liver disease
MELD-score/model for end-stage liver disease → hoe snel levertransplantatie nodig
hoe hoger = hoe urgenter (+ kleinere kans overleving)
bevat =
leverenzymen
inr
bilirubine
kreatinine (als maat nierfunctie)
maar bilirubine kan te hoog zijn → kan kreatinine niet goed bepalen → verudn serum tot bilirubine net onder niveau = wel kreat meetbaar
cystatine C (voor eGFR berekenen) = minder gevoelig voor bilirubine (maar kan je niet gebruiken voor formule)
chronisch alcohol misbruik = gamma-GT!
stollingsfactoren
= hele gevoelige parameter om leverfalen/gestoorde eiwitsynthese aan te tonen
→ beter dan albumine = langere halfwaarde tijd dan stollingsfactoren
bloedbraken
kan leiden tot hemodynamische instabiliteit
eerst belangrijk om te vragen → duizelig/licht in hoofd/flauw vallen, hoeveel bloed, melaena
oorzaken =
maagbloeding
slokdarm varices (oa door chronische hepatitis)
chronische hepatitis b/c
hepatitis C
perinatale transmissie wisselend → afhankelijk van virale load moeder (4-14%)
klachten = spider naevi, erythema palmare
kan leiden tot hepatocellulair carcinoom
diagnostiek
lager Hb
hoog ASAT/ALAT/gamma-GT
(acute hepatitis → ook ontstekingswaardes + koorts)