Vocabulary year 4: Part 2

accounting

boekhouding

to achieve

bereiken

to acquire

verkrijgen

to apologize

zich verontschuldigen

to appreciate

waarderen

to attract

aantrekken

available

beschikbaar

aware

bewust

beyond

voorbij

bribe

smeergeld

to chuck

weggooien

circumstances

omstandigheden

commute

heen en weer reizen

to consider

overwegen

considerable

aanzienlijk

to convince

overtuigen

court

rechtbank

to declare

verklaren

to depend

hangen af van

duty

plicht

easily

gemakkelijk

evidence

bewijs

to express

uiten

famous

beroemd

in order to

om te

to inspire

inspireren

jail

gevangenis

judgement

oordeel

lay somebody off

iemand ontslaan

matter

iets uitmaken

to mingle

vermengen

necessary

noodzakelijk

to observe

observeren

opportunity

mogelijkheid

ordinary

gewoon

otherwise

anders

perhaps

misschien

possibility

mogelijkheid

to prosecute

gerechtelijk vervolgen

pulling your leg

voor de gek houden

reasonable

redelijk

residual

overgebleven

to rob

beroven

to suppose

aannemen/veronderstellen

tend

de neiging hebben

to testify

getuigen

tight

krap

victim

slachtoffer

waste

afval

wrap something up

iets afronden