1/48
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
cytologie
cellenleer
cellen
bouwstenen voor alle levende wezens
lichtmicroscoop
kan onderscheid maken tussen cellen met een celwand en zonder, celkern.
elektronenmicroscoop
bestudeert cellen
dierlijke cel
heeft een celmembraan maar geen celwand
plantaardige cel
heeft een celmembraan en een celwand
De drie hoofdbestandsdelen in een cel
celmembraan, celkern en cytoplasma
celmembraan
cytoplasmamembraan = cytoplasma wordt omgeven door een uiterst dunne vliezige wand, met als functie: het scheiden van intracellulaire en extracellulaire ruimte van de cel. Alle celorganellen bijeenhouden.
dubbelelaag fosfolipiden
hydrofiel kopje en hydrofoob staartje. Met als functie, water aantrekken en afstoten
membraanproteine
functie: transportfunctie of contactfunctie
cholesterolmolecule
regeling membraanvloeibaarheid
glycocalix
antenne dat soortgenoten herkent
celkern
belangrijk voor erfelijkheid, chemische processen regelen en centraal regelmechanisme van de stofwisseling
dubbelkernmembraan
omhulsel van de kern
kernporiën
transport mogelijk maken tussen kern en cytoplasma
nucleolus
kernlichaampje, gebruiken DNA om RNA-moleculen te maken voor de ribosomen
kernplasma
vloeistof in de kern, vormen het chromatisch netwerk
chromatine
(DNA molecule) zijn de dragers van erfelijke informatie
cytoplasma
protoplasma, alles wwar een cel uit bestaat behalve de kern, celmembraan en de celwand. Met als functie de cel flexibel laten zijn
Cellorganellen in het submicroscopische opbouw
Celmembraan, kernmembraan met kernporien, mitochondrie, golgi-complex, microtubuli en cytoskelet, centrosoom, endoplasmatisch reticulum.
golgi apparaat of golgi complex
uitscheiding via golgi-blaasjes en lysosomen, opslagplaats
lysosomen
ongewenste elementen die opgenomen worden in de cel afbreken tot hun bouwstenen(heterofagie), als lichaamseigen stoffen verteren(autofagie)
exocytose
vervoeren van stoffen uit de cel
endocytose
insluiten van vreemd materiaal in het celmembraan
centrosoom
bestaat uit 2 centriolen, met als functie tijdens de celkerndeling, de kern en het cytoplasma in twee gelijke delen splitsen
endoplasmatisch reticulum of ergastoplasma
doolhof van membranen. transport van eiwitten naar het golgi apparaat
ribosomen
kleine korreltjes van het ruwe ER. aanmaakplaats van eiwitten
microtubuli
dikke hoole buisjes
cytoskelet
microtubuli + eiwitfilamenten
mitochondriën
krachtcentrales van de cel die energie leveren
plantaardige cel
celwand + celmembraan, heeft vacuolen, heeft geen glycocalix, geen centrosoom, plastiden
dierlijke cel
celmembraan, lysosomen, glycocalix, centrosomen, geen plastiden
celwand
met als functie stevigheid
vacuole
holte in het cytoplasma omgeven door het membraan, breekt moleculen af
centriool
deel van een centrosoom dat 9 groepen van 3 dunne buisjes bevat
plastiden
chemische verbindingen maken en kleur bepalen
leucoplasten
kleurloos met zetmeel
chloroplasten
groen met chlorophyl
chromoplasten
met kleurstoffen
amoebe
eencellige: cytoplasma+celkern+celmembraan
De zeven levensfuncties van een eencellige
Metablosime, membraantransport, ademhaling, groei en voortplanting, beweging, prikkelbaarheid en prikkelgeleiding
stofwisseling
metabolisme, proces op celniveau waarin organismen stoffen uitwisselen om in leven te blijven
absorbtie
opname
excretie
uitscheiding
secretie
afscheiding
groei eencelligen
(volume) neemt toe
Voortplanting
aantal (cellen) neemt toe
prikkelbaarheid
hoe gevoelig de cel is om prikkels waar te nemen
prikkelgeleiding
hoe gevoelig de cel is om prikkels op te vangen